Tekst Sandra van Noord
Foto Bart van Vliet

Het kabinet wil dat Nederland koploper wordt in kringlooplandbouw, waarbij zo min mogelijk grondstoffen en hulpbronnen van elders worden betrokken. Veel boeren zijn hier al bewust mee bezig, Jan Wieringa van biologisch dynamische boerderij Veld en Beek uit Renkum bij Arnhem is er daar een van.

Portret van Jan Wieringa van biologisch dynamische boerderij Veld en Beek in Renkum
Jan Wieringa van biologisch dynamische boerderij Veld en Beek in Renkum

Kringlooplandbouw

Jan: ‘Wij proberen in ons bedrijf om zoveel mogelijk alles opnieuw te gebruiken, in het groot en in het klein. We kopen nauwelijks wat in, produceren veel om zelf te gebruiken en dat wat afval is ook weer een bestemming te geven. Helemaal sluitend is onze kringloop niet, omdat wij ook producten verkopen. We zouden daarom de beertonnen op moeten halen bij onze klanten. En dat weer gebruiken als bemesting in de landbouw, zoals dat honderd jaar geleden gedaan werd. Nu stroomt het voor een deel in zee.

Onze veertig melkkoeien krijgen een kilo krachtvoer per dag. Boeren die nog weinig aan kringlopen denken geven wel tien kilo krachtvoer. Dat voer bestaat voor een deel uit soja uit Zuid-Amerika, waar de schaarse landbouwgrond dus gebruikt wordt om onze koeien te voeden. Dat is ultiem geen kringloop. Onze koeien lopen in de wei, maar krijgen toch ook een beetje krachtvoer, omdat ze het ook nódig hebben. We stoppen er bijvoorbeeld extra mineralen in die een koe echt nodig heeft (wij zitten hier op het zand). Het boerenbedrijf blijft landbouw, het is geen natuur.’

Wat wil de consument

‘Wij werken vanuit een dubbele filosofie. Enerzijds gaat het om wat goed is voor het milieu en voor de natuur. En anderzijds om wat de consument wil. Dat is eigenlijk onze belangrijkste drijfveer, want wij verkopen al onze producten rechtstreeks aan consumenten. Als ondernemer maak je wat de consument wil. Wij vragen onszelf: wat zou de consument willen: melk uit gras of uit krachtvoer? Als je die vraag stelt aan een aantal consumenten, dan zullen ze zeggen: doe mij melk uit gras. Evident, daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben om te weten wat het antwoord zal zijn. Wil je melk van koeien waar er een paar miljoen van op de wereld zijn of nog een paar duizend? Wij hebben dus blaarkoppen, een heel oud ras waarvan er in Nederland nog achthonderd zijn in de actieve fokpopulatie. Wil de consument melk van een weide waar twee soorten gras staan of een waar vijftien soorten grassen, klavers en kruiden in staan? Dus hebben we in onze weilanden een mengsel van zes grassen, zes klavers en zes kruiden gezaaid.’

Afstand tussen boer en burger

‘De afstand tussen consument en producent is groot, er zit een aantal schakels tussen. Niet bij ons, wij leveren rechtstreeks aan de consument (want dat wil de consument). Wij komen zelfs naar hen toe: in vijf plaatsen in de regio hebben we koelcellen staan, waar we ons assortiment 24/7 in aanbieden. Je kunt lid worden van onze consumentencoöperatie, dan krijg je een sleutel van die koelcel en kun je vlees van onze ossen (die jaarrond in verschillende natuurterreinen rondlopen) halen, zuivel van onze melkkoeien, groenten uit onze tuinbouw en brood van tarwe en rogge van ons land (gemalen bij de molen in het dorp, gebakken door de bakker in het dorp). Lokaler kan haast niet. Registreren wat je hebt meegenomen gaat via een app en betalen per automatische incasso. Er zijn nu 2.500 ‘lidgezinnen’ met een sleutel.’

Jan Wieringa van biologisch dynamische boerderij Veld en Beek in Renkum staat tussen zijn assortiment
Jan Wieringa in één van de koelcellen waar 'lidgezinnen' producten kunnen halen

Waardering voor voedsel

‘Wat natuurlijk wel gek is, is dat onze biologisch-dynamische producten, die beter voor het milieu zijn, duurder zijn. Dat zou anders moeten. Dat kan geregeld worden via accijnzen. Leg accijnzen op producten die ‘fout’ zijn, dan worden de goede goedkoper dan de foute. Dat werkte ook heel goed bij de loodhoudende benzine, die was binnen vijf jaar nergens meer te vinden. Als je díé manier van telen gaat bevoordelen die minder last veroorzaakt voor de maatschappij, dan zal dat vrijwel altijd een teelt zijn die minder per hectare oplevert. En dat is helemaal niet erg, want dan gaan de prijzen omhoog. Dat is superslim, zo doet de OPEC het ook. Dus door accijnzen op niet-natuurinclusieve producten zullen alleen nog natuurinclusieve producten geconsumeerd worden. Dan wordt er minder geproduceerd en gaan de inkomens van alle boeren omhoog en kun je de landbouwsubsidies afschaffen.’