Het programma Bouw en infrastructuur richt zich, als het gaat om oneerlijk werk, op de risico’s onderbetaling, illegale tewerkstelling, overschrijding van arbeids- en/of rusttijden en het niet naleven van de Waadi en de WagwEU. Een belangrijk risico van werken in de bouw en infra is verder gezondheidsschade op de langere termijn. In het programma moet daarom aandacht zijn voor de gevolgen op lange termijn van ongezond werken, dynamische overbelasting en lawaai. Ook richt het programma zich op het risico van een ongeval en op blootstelling aan sectorspecifieke gevaarlijke stoffen. Daarnaast is er aandacht voor PSA en Arbozorg en zal het programma relevante meldingen en klachten op het terrein van gezond, veilig en eerlijk werk oppakken.

Uit Jaarplan 2019

In de sectoren die vallen onder het programma Bouw en infra zijn 167.020 bedrijven, ruim 23.000 werkgevers, actief met in totaal bijna 310.000 werknemers.   

De sectoren die vallen onder het programma Bouw en infra worden onder meer gekenmerkt door lange ketens van onderaanneming. Dit geldt vooral bij grote projecten. Uit de inspectiepraktijk komt naar voren dat een integrale aanpak en borging van eerlijk, gezond en veilig werken in de bouwketen veelal ontbreekt. De oorzaken zijn divers. Denk aan het ontbreken van kennis van specifieke wet- en regelgeving en technische kennis bij de opdrachtgever. Maar het kan ook gaan om het niet op de juiste wijze toepassen van deze regelgeving. En/of het onder druk van de omgeving niet durven toepassen van de juiste regelgeving. Maar een oorzaak kan ook zijn dat de regelgeving bewust niet wordt nagekomen.

Beoogd maatschappelijke effect

Het programma Bouw en infra streeft twee maatschappelijke effecten na:

  • Stimuleren van verantwoord opdrachtgever- en opdrachtnemerschap voor veilig, gezond en eerlijk werk in de bouw en infra.
  • Versterken van het toezicht bij (kortdurende) renovaties en bij het duurzaam maken van woningen in grote gemeenten.

Beoogd resultaat 2019

  • Afspraken met grote, landelijk opererende opdrachtgevers over de borging van de bouwprocesbepalingen in de voorbereidende en uitvoeringsfase.
  • Eerlijk werk bij renovatie en bij het duurzaam maken van woningen is de norm in grote gemeenten.
  • Afspraken met invloedrijke stakeholders om verantwoord opdrachtgeverschap te borgen voor de hele branche.
  • Voor gevaarlijke stoffen, waaronder chroom-6 en kwarts, zijn, in samenwerking met het programma Bedrijven met Gevaarlijke stoffen, de belangrijke stakeholders samengebracht en is een veilige werkwijze geagendeerd.
  • Er worden lessen getrokken uit ongevallen, waardoor opdrachtgevers en opdrachtnemers veiliger werken.

Aanpak in 2019

Het programma richt zich, met een mix van verschillende interventies en toezichtactiviteiten, op de grote opdrachtgevers in Nederland en op de MKB-bouwbedrijven. Bij MKB-bouwbedrijven ligt in 2019 de nadruk op het aardbevingsgebied in Groningen. In de komende jaren moeten in het Groningse aardbevingsgebied een aanzienlijk aantal woningen opnieuw worden gebouwd (merendeel van de woningen) of hersteld (versterkingsopgave Groningen).

Samenwerking in 2019

Op het terrein van gevaarlijke stoffen wordt samengewerkt met het inspectieprogramma Bedrijven met Gevaarlijke Stoffen (BmGS). Het reguliere overleg met brancheorganisaties (bijvoorbeeld Bouwend Nederland) en andere stakeholders, zal in 2019 worden voortgezet.

Stillegging van werkzaamheden op bouwlocaties Tilburg

De Inspectie SZW heeft op 2 oktober zo’n dertig bouw- en infralocaties in Tilburg gecontroleerd op eerlijk, gezond en veilig werk. Op 22 werkplekken heeft de Inspectie SZW de werkzaamheden tijdelijk moeten stil leggen, omdat er grote risico's voor werknemers waren op vallen, aangereden worden of blootstelling aan gevaarlijke stoffen. De Inspecteurs vonden geen overtredingen van regels op het gebied van beloning of arbeidstijden.

De bouwnijverheid is één van de sectoren waar werknemers het meeste risico lopen om slachtoffer te worden van een ernstig ongeval, fysieke overbelasting of blootstelling aan gevaarlijke stoffen. De Inspectie SZW heeft tijdens de controles in Tilburg onder andere gekeken naar hoe opdrachtgevers, hoofd- en onderaannemers samenwerken en welke maatregelen getroffen worden om het veilig en gezond werken op de bouwplaats te waarborgen. Op de helft van de bouwplaatsen bleek dat er onveilig werd gewerkt op hoogte waardoor medewerkers het risico liepen te vallen. De Inspectie heeft op dertien plekken de werkzaamheden op hoogte stil gelegd en twee waarschuwingen gegeven. De aannemers hebben opdracht gekregen om veiligheidsmaatregelen te treffen. Zodra die zijn genomen, kunnen de werkzaamheden worden hervat.

Op acht bouwlocaties bleek het onmogelijk om arbeidsplaatsen veilig te betreden of verlaten. Er was bijvoorbeeld sprake van instortingsgevaar of risico op aanrijdingen. Ook bleken de werkplekken niet ordelijk en schoon, waardoor de veiligheid van medewerkers in het geding kwam. Op vier bouwplaatsen werden werknemers blootgesteld aan gevaarlijke stoffen zoals kwarts, houtstof of dieselmotorenemissie. Op één bouwplaats waar werd gewerkt en asbest was verwijderd, ontbrak het vrijwaringsbewijs. De Inspectie SZW heeft hier in acht situaties de werkzaamheden tijdelijk stilgelegd.