Fysieke belasting in het werk is het totaal aan houdingen, bewegingen en krachten waaraan een werknemer gedurende de werkdag blootstaat.
6. Fysieke overbelasting
Fysieke belasting in het werk is het totaal aan houdingen, bewegingen en krachten waaraan een werknemer gedurende de werkdag blootstaat. Er zijn verschillende vormen van fysiek belastende taken, te weten: tillen en dragen, duwen en trekken, repeterende bewegingen, trillingen, werkhoudingen en energetische belasting. Het blootstaan aan fysieke belasting of het uitvoeren van fysiek belastende werkzaamheden is niet schadelijk, mits dit niet leidt tot fysieke overbelasting. Klachten door fysieke overbelasting ontstaan door verkeerd of overmatig gebruik van het bewegingsapparaat. Het evenwicht tussen fysieke belasting en belastbaarheid raakt dan verstoord. Lichamelijke klachten aan rug, nek, schouders en armen, ellebogen, handen en polsen, heupen, knieën, enkels en voeten kunnen het gevolg zijn. Niet alleen door lichamelijke overbelasting, maar ook door onderbelasting – zogenoemde bewegingsarmoede – kunnen klachten ontstaan.
7. Ongezonde fysische werkomgeving
De ruimte en omgeving waarin wordt gewerkt en de apparatuur die wordt gebruikt, zijn omgevingsfactoren die een effect kunnen hebben op het lichaam. Een koude, vochtige werkplek kan gezondheidsklachten veroorzaken. Net als een te warme werkplek, of een ruimte waar weinig daglicht binnenkomt. Ook andere omgevingsfactoren kunnen schadelijk zijn voor het lichaam. Bijvoorbeeld machines die te veel lawaai produceren of een bepaald soort straling.
We onderscheiden vijf mogelijke bronnen van een ongezonde fysische werkomgeving: klimaat, geluid, ioniserende straling, niet-ioniserende straling (daaronder vallen optische straling en elektromagnetische velden) en werken onder overdruk.
8. Gezondheidsschade door blootstelling aan gevaarlijke stoffen
Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die tot gezondheidsschade kunnen leiden bij mensen die voor langere of kortere tijd worden blootgesteld aan deze stoffen. In de Arbo-regelgeving worden stoffen ‘gevaarlijk’ genoemd als hun intrinsieke (stofeigen) eigenschappen een gevaar voor de gezondheid of de veiligheid van werknemers kunnen opleveren. Onder gevaarlijke stoffen verstaan we alleen stoffen die van organische of anorganische oorsprong zijn. Stoffen die worden uitgescheiden door levende organismen vallen onder de biologische agentia (risico 9).
9. Gezondheidsschade door blootstelling aan biologische agentia
Biologische agentia zijn alle al dan niet genetisch gemodificeerde micro-organismen. Voorbeelden zijn virussen, bacteriën schimmels of parasieten. Biologische agentia kunnen een infectie, allergie of toxiciteit veroorzaken. Biologische agentia omvatten ook ‘producten’ van dode bacteriën en schimmels (zoals toxines), weefselkweek (celcultures) en prionen (virus-eiwitten die net als virussen infecties kunnen veroorzaken). Organische stoffen die onder andere door planten worden afgescheiden en allergische reacties kunnen veroorzaken, vallen ook onder de term biologische agentia.
10. Psychosociale en cognitieve overbelasting
In artikel 1 van de Arbeidsomstandighedenwet wordt psychosociale arbeidsbelasting omschreven als de factoren die stress teweeg kunnen brengen. Dat wil zeggen seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten, discriminatie en werkdruk in de arbeidssituatie.
De Inspectie maakt onderscheid tussen drie soorten psychosociale overbelasting. In de eerste plaats werkdruk. Daarbij kan sprake zijn van een te hoge werklast, van cognitieve overbelasting of van emotionele overbelasting. In de tweede plaats ongewenst gedrag door derden zoals klanten, patiënten of leerlingen. In de derde plaats ongewenste omgangsvormen, waarbij de bron van psychosociale overbelasting in het gedrag van collega’s of leidinggevenden ligt. Zowel bij ongewenst gedrag van derden als bij ongewenste omgangsvormen tussen collega’s kan het gaan om agressie (waaronder fysiek geweld), seksuele intimidatie, pestgedrag en discriminatie.
11. Overbelasting als gevolg van werkduur
Wanneer werknemers te lang achter elkaar werken, te weinig rust nemen, te veel onregelmatig werken of met te weinig rust tussendoor nachtarbeid verrichten, kan dat leiden tot fysieke overbelasting, tot negatieve mentale effecten en tot gevolgen voor het sociale functioneren. Daarom zijn in de Arbeidstijdenwet (ATW) regels vastgelegd waaraan de werktijden van werknemers moeten voldoen.
Kinderen (12 t/m 15 jaar) en jeugdigen (16-17 jarigen) vormen een speciale groep, waarvoor strengere regels gelden. Deze hebben niet alleen met de arbeidsduur, of het moment van arbeid, maar ook met de aard van de arbeid te maken.
12. Onveiligheid op de werkplek
Tijdens het werk kunnen zich ongevallen voordoen die het gevolg zijn van een onveilige situatie op de werkplek. Het kan zowel gaan om kleine ongevallen zonder enig letsel, tot ongevallen die zo ernstig zijn dat daarbij een of meer dodelijke slachtoffers vallen. Ongevallen kunnen diverse oorzaken hebben. De inspectie onderscheidt achttien categorieën van oorzaken van ongevallen zoals bijvoorbeeld ‘val van hoogte’ en ‘incident veroorzaakt door een dier’.
13. Zware ongevallen en ernstige risico’s voor de volksgezondheid
Zware ongevallen definiëren we als ongevallen die tijdens de bedrijfsuitoefening gebeuren en waardoor onmiddellijk, of na verloop van tijd, ernstig gevaar voor de gezondheid van werknemers ontstaat, en waarbij één of meer gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Het gaat daarbij om het ongecontroleerd vrijkomen van grotere hoeveelheden gevaarlijke stoffen met als gevolg bijvoorbeeld een emissie, explosie of brand. Bij een dergelijk ’zwaar ongeval’ hoeft nog geen sprake te zijn van doden of gewonden, dus van een meldingsplichtig arbeidsongeval zoals in de Arbowet is gedefinieerd.
Ernstige risico’s voor de volksgezondheid zijn risico’s die in potentie grote gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid van grote aantallen niet-werknemers. Die kunnen het gevolg zijn van een ongeval (wanneer bijvoorbeeld als gevolg van een ongeval een giftige stof vrijkomt en een woonwijk bereikt), maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Denk bijvoorbeeld aan een werknemer die op het werk besmet raakt met een zeer schadelijke bacterie of virus, en vervolgens anderen in zijn omgeving daarmee besmet, wat in het meest ernstige geval tot een epidemie zou kunnen leiden.