Tekst Saskya Nonner
Foto Jeronimus van Pelt

De Nijmeegse jongerenopvang Vince heeft alles onder één dak: dag- en nachtopvang, crisisopvang en begeleid wonen. “Nog niet veel steden hebben een voorziening à la Vince”, zegt regiomanager Ingrid Hendriks. De ingrediënten: een dagprogramma, ervaringsdeskundigen, een trainingshuis en intensieve begeleiding met de focus op zelfregie. We nemen al deze vernieuwingen onder de loep. De gemeente licht het kostenplaatje toe.

Ingrid Hendriks, regiomanager IrisZorg regio Nijmegen en Rivierenland
Ingrid Hendriks, regiomanager IrisZorg regio Nijmegen en Rivierenland

“De jongerenopvang zat in een vochtig oud klooster. Niemand wilde de opvang betalen.”

“Noem mij één jongere die ‘begeleid’ wil wonen. Dat wil toch niemand? Daarom hebben wij begeleid wonen omgevormd tot een trainingshuis. Dak- en thuisloze jongeren leren er stap voor stap op eigen benen te staan”, begint Bernadet Rietveld enthousiast. Ze is coördinator zorg en Jeugd FACT bij de jongerenopvang Vince Nijmegen, onderdeel van IrisZorg. “Ik werk met de leukste doelgroep van Nederland.”

Keerpunt

De vernieuwingen die Vince heeft doorgevoerd staan in schril contrast met de vroegere situatie, in de jaren voor de brede Wmo. “Het was altijd weer zoeken, leuren en veel verlies draaien”, herinnert Ingrid Hendriks, regiomanager IrisZorg voor Nijmegen en Rivierenland, zich. “De jongerenopvang zat in een vochtig oud klooster, ooit opgericht door vier echtparen die uit liefde en compassie dak- en thuisloze jongeren onderdak boden. Niemand wilde de opvang betalen.”

Totdat er een Nijmeegse wethouder opstond die zei: ‘Ik wil voor deze jongeren gaan.’ Dat was het keerpunt. En het begin van de vruchtbare samenwerking tussen de opvangorganisatie en de gemeente.

Eén pand, één team

Inmiddels huist Vince Nijmegen alweer acht jaar in een gerenoveerd historisch pand aan de rand van de stad. “Goede zorg begint met een goed pand, waar warmte heerst en jongeren zich welkom voelen”, zegt Ingrid. Onderscheidend is dat jongeren tussen de 16 en 23 jaar er kunnen aankloppen voor zowel dag- en nachtopvang, crisisopvang als begeleid wonen, allemaal in hetzelfde pand, met hetzelfde team. “Deze opzet motiveert jongeren om door te stromen, omdat zichtbaar is waar ze naartoe werken.”

De drietrapsraket van Vince
Vince Nijmegen heeft drie verschillende opvangvormen in één gebouw: er zijn tien plekken voor dag- en nachtopvang, acht plekken voor crisisopvang en zestien plekken in het trainingshuis voor begeleid wonen. De opvang is alleen voor jongeren, omdat zij specifieke begeleiding nodig hebben op de onderwerpen zelfstandigheid, wonen, opleiding, werk en vrije tijd.

De meeste jongeren komen binnen in de dag- en nachtopvang. Als ze eraan toe zijn om aan hun herstel te werken, mogen ze naar de crisisopvang, waar ze drie maanden kunnen blijven in een eigen kamer. Daarna stromen ze door naar het trainingshuis – oftewel begeleid wonen – op de bovenste verdieping. Ze wonen dan ‘op kamers’ in het gebouw van Vince, waar 24/7 uur begeleiding is.

In deze derde fase van de drietrapsraket staat het herstel van de jongeren centraal, zowel klinisch, maatschappelijk, persoonlijk als sociaal. “Ze moeten hun eventuele drugsgebruik onder controle hebben, hun financiën op orde hebben en overdag iets te doen hebben, zoals school of werk. Wij helpen ze erbij om dit op te pakken”, zegt Ingrid.

Vaste begeleider
“Iedere jongere die hier binnenkomt koppelen we direct aan een vaste ambulant begeleider van het Jeugd FACT, een specialistisch team waarin verschillende hulpverleners samenwerken. Dus als dat nodig is, kan er makkelijk een psycholoog of psychiater aanschuiven. We hebben ook korte lijntjes met de behandelaren van de jeugdkliniek voor verslaafde jongeren. Die combinatie maakt dat we bij Vince alles in huis hebben om de jongeren goed te helpen.”

De uitstroom
Als jongeren na een jaar uitstromen naar een zelfstandige woonplek, houden ze zo nodig ambulante hulp van hun eigen begeleider totdat ze helemaal op eigen benen kunnen staan. Er zijn ook jongeren die langer begeleiding nodig hebben; zij gaan elders begeleid wonen. Bernadet: “Jongeren die uitstromen mogen altijd nog bij Vince komen aanwaaien voor een luisterend oor.”

Vernieuwing 1: maak een dagprogramma

“Voorheen wilden we voor jongeren absoluut geen dagopvang, omdat we hen wilden motiveren om echt te kiezen voor een plek waar ze 24/7 konden zijn”, vertelt Ingrid. Maar toen kwam corona en moest iedereen binnenblijven – en dat leverde een verrassend inzicht op. “Plotseling waren we genoodzaakt om van Vince een 24-uursopvang te maken. We zijn gaan proefdraaien met een dagprogramma en ontdekten dat de interne doorstroom – en daarmee de uitstroom – veel soepeler liep.”

Voordelen
Het was even schuiven om ruimte te maken nu ze overdag ineens tien jongeren extra over de vloer hadden. Ook moest er meer personeel komen. Het resultaat is ernaar. Ingrid: “Jongeren blijven langer bij ons dan voorheen en zijn niet na één of twee nachten ineens weer verdwenen. Nu we de jongeren elke dag zien en elke dag met ze aan de slag gaan, krijgen we een beter beeld van ze en kunnen we ze ook beter helpen. We bieden veel meer dan alleen een slaapplaats.”

In haar rol van coördinator zorg bij Vince ziet Bernadet veel meer rust bij de jongeren nu ze met een dagprogramma werken. Ze heeft ook het idee dat er minder terugval is. “Sommige jongeren hebben al een lange weg afgelegd binnen de jeugdhulpverlening; ze hebben tijd nodig voordat ze aan hun herstel kunnen gaan werken. Het dagprogramma brengt ze meer in beeld. Structuur lijkt hen goed te doen.” Ze voegt eraan toe dat niet alle jongeren zich thuisvoelen in een setting zoals Vince. “Voor jongeren met ASS, een autismespectrumstoornis, kan een groot gebouw en de wisseling van medebewoners onoverzichtelijk zijn.”

Hobbels
Natuurlijk verliep niet alles probleemloos, zegt Ingrid: “Het blijft soms lastig om de jongeren ‘vast te houden’ en te motiveren.” Bernadet licht toe: “Sommige jongeren zijn er nog niet aan toe om 24/7 ‘binnen’ te zijn. Die willen nog wegfladderen en worden er kriegel van dat we ze de hele tijd in beeld hebben, wat soms spanning in het gebouw geeft. Tegen hen zeggen we nu dat ze ook een paar uur weg mogen. Dat is een balans die je moet zien te vinden. Maar ondertussen heb je met een kop koffie, een knipoog en een kletspraatje wel contact met ze.”

Bernadet Rietveld, coördinator zorg en Jeugd FACT
Bernadet Rietveld, coördinator zorg en Jeugd FACT

"Iedere keer dat jongeren terugkomen rollen we de rode loper voor ze uit.”

Vernieuwing 2: zet ervaringsdeskundigen in

Sinds twee jaar heeft Vince ieder team verrijkt met een ervaringsdeskundige, die de spil vormt tussen begeleider en jongere. Ingrid vat de meerwaarde samen in twee woorden: “Laagdrempelig en gelijkwaardig. De jongeren herkennen zich in de ervaringsdeskundige. Dat heeft een positief effect op het contact en op de wil om te veranderen.”

Bernadet vult aan: “Veel jongeren zijn ‘instellingsmoe’; ze zijn overal al geweest en kunnen nergens terecht. De ervaringsdeskundige biedt hen perspectief, juist omdat hij of zij in hetzelfde schuitje heeft gezeten. Dat is het verschil met reguliere hulpverleners en schept een onvoorwaardelijke verbondenheid.”

Ingrid: “Het is de hoop in levende lijve. Ik vind het een prachtige aanvulling op het werk van onze andere professionals.”

Investeren in huiselijkheid
Gevraagd wat ze van de ervaringsdeskundigen leren, zegt Ingrid: “De zorg gaat toch vaak uit van een begeleidingsplan en gesprekken over serieuze zaken. Van de ervaringsdeskundigen hebben we geleerd om te investeren in een huiselijke sfeer. Samen naar de supermarkt, samen koken, samen eten en met z’n allen het bos in. Warmte, aandacht en zorgzaamheid – wat veel thuisloze jongeren niet gewend zijn – geeft ze het gevoel dat ze erbij horen, ertoe doen; het is goed voor hun eigenwaarde. Het maakt dat de jongeren sneller beslissen dat ze aan zichzelf willen werken.”

Bernadet: “We geven ze een plek waar ze altijd mogen zijn, ook als ze een keer boos weglopen en weer terugkeren, want dat is juist een gunstig teken. Dan gaan we dus niet zuchten en steunen, nee, iedere keer dat ze terugkomen rollen we de rode loper voor ze uit! Dat is de kracht van Vince.”

De drempel verlaagd
Bernadet licht toe hoe de ervaringsdeskundige de drempel verlaagt: “We zeggen allemaal wel dat we laagdrempelige opvang bieden, maar dat is helemaal niet waar. De drempel is juist hoog! Met zijn of haar kennis kan de ervaringsdeskundige jongeren over de streep trekken om hun verhaal te doen en aan hun hersteltraject te werken. Als je zelf weet hoe het is om overprikkeld te zijn, als je zelf een afkickkliniek vanbinnen kent, als je zelf weleens een terugval hebt gehad, dan sluit je veel makkelijker aan bij de jongere die dit nu ook meemaakt. Dát verlaagt de drempel.”

IrisZorg, met zestig locaties verdeeld over Gelderland, Overijssel en Flevoland, heeft in totaal vijftig ervaringsdeskundigen in dienst, die een externe opleiding van één jaar hebben gevolgd.

Helpend voor het team
“De ervaringsdeskundige maakt ons er bewust van wat er écht met een jongere aan de hand is; kan bepaald gedrag toelichten”, vervolgt Bernadet. “Als geen ander weet de ervaringsdeskundige hoe het is om in een groep te functioneren, snapt waarom de jongeren soms tegen ons ‘aanschoppen’; hij of zij kan spreken voor de jongeren, die het zelf niet altijd kunnen verwoorden. En het team ergens alert op maken.”

Zoals die keer dat een meisje terugkwam van EMDR-therapie, direct door wilde naar haar kamer, maar van het team moest aanschuiven bij de lunch, die altijd gezamenlijk wordt genuttigd. “De ervaringsdeskundige zei toen: ‘Ik heb zelf ook EMDR gedaan en dat is zó uitputtend.’ Toen hebben we maar een boterhammetje gesmeerd voor later – zo kun je er toch voor haar zijn.”

Vrije rol
“Als je met ervaringsdeskundigen wilt gaan werken, moet je wel bedenken dat ze boventallig zijn”, benadrukt Bernadet. “Het is een aanvulling op het team en de zorg. Ze werken net zo goed mee aan het herstel van de jongeren, maar doen dat vanuit hun eigen ervaringskennis.” Ervaringsdeskundigen hebben een vrijere rol. Ze kunnen bijvoorbeeld een wandeling gaan maken of mee naar de kliniek.

Als voorbeeld noemt ze de jongen die drugs gebruikte, maar het niet lukte om ermee te stoppen. “Dat had hij al zo vaak geprobeerd en al zo veel mensen hadden zich met hem bemoeid. De ervaringsdeskundige vertelde hem wat hij zelf had meegemaakt, waar hij tegenaan was gelopen, wat hij had gemist in de hulpverlening. Hij vertelde ook wat hem uiteindelijk goed had gedaan, waardoor hij nu aan deze kant stond en anderen kon helpen. Dat maakte indruk. Uiteindelijk zijn ze samen naar de kliniek gegaan.”

De gemeente Nijmegen over het kostenplaatje
De beweging van ‘bed, bad en brood’ naar dagopvang met een eigen plek en intensieve begeleiding is een landelijke trend. Nijmegen is een van de gemeentes die ermee experimenteren. “Uit allerlei rapporten blijkt dat de klassieke opvang met slaapzalen achterhaald is: iedereen heeft belang bij een eigen plek”, zegt Zohra Homayouni, beleidsadviseur maatschappelijke opvang bij de gemeente Nijmegen.

In veel gemeenten raakt de opvang vol. Hoe gaan jullie hiermee om? “We kunnen toch niet eindeloos doorgaan met het creëren van meer opvangplekken? Stel je eens voor wat dat kost! Het is tijd om ‘aan de voorkant’ meer in de opvang te stoppen, waardoor we meer resultaat boeken op de langere termijn: meer mensen die sneller uitstromen naar een zelfstandige woning.”

Als je de nachtopvang omvormt in 24-uursopvang, ben je duurder uit. Hoe kijkt de gemeente naar dit kostenplaatje? “Een dak- of thuisloze mag maximaal drie maanden in de opvang blijven. Toch zitten mensen er in de praktijk vaak langer, omdat de doorstroom stagneert. En wie niet meewerkt aan een vervolgtraject, moet de opvang verlaten. Maar die mensen keren herhaaldelijk terug en dan kun je weer van vooraf aan beginnen – dat schiet niet op. Bovendien kost het dan wel geld, maar is er geen zicht op verbetering. Dan kun je iemand beter meteen een goed traject aanbieden met zicht op herstel en zelfstandigheid. We willen jongeren toch niet alleen van de straat houden? We willen ze ook echt helpen! Alleen opvang is niet het antwoord.”

Hoe zien jullie de kosten en baten van het trainingshuis? “Als gemeente zetten we in op uitstroom. De doelstelling van de trainingshuizen is een snellere doorstroom – en daarmee uitstroom. Het zou zomaar kunnen dat dit op de langere termijn goedkoper blijkt te zijn. De gemeente Nijmegen vindt dat je in de breedte naar de kosten en baten moet kijken en niet alleen naar de kosten van de voorzieningen. Als er sneller een plekje vrij komt, kun je simpelweg meer jongeren helpen én hoeven ze minder lang in de opvang te blijven. We zijn heel positief over de werkwijze van Vince met hulp die aansluit bij de belevingswereld van jongeren.”

Is het trainingshuisprincipe ook geschikt voor volwassenen? “Ja, op onze opvangvoorzieningen voor volwassenen werken we ook met een trainingshuis. Dat verloopt goed. Groepstrainingen zijn niet geschikt voor alle doelgroepen. Bij mensen met ernstige problemen is het beter om individueel te kijken wat iemand nodig heeft.”

Hoe zie je de toekomst van de opvang? “Ik vind dat er binnen een gemeente verschillende woonvormen moeten komen, zodat je alle doelgroepen een plekje kunt bieden. Nu valt alles onder ‘opvang’. Ik zie zelfstandig woonplekken voor me, met of zonder begeleiding. Ook mensen die niet geschikt zijn om zelfstandig te wonen moet je langdurig een plek kunnen geven. Dan wordt de opvang weer echt opvang: een tijdelijk dak boven het hoofd voor mensen die nergens terechtkunnen, waarna ze met de juiste begeleiding doorstromen naar een plek die bij ze past.”

Vernieuwing 3: focus op zelfregie

We vragen de dames wat Vince anders doet dan andere organisaties voor jongerenopvang. Ingrid: “Wij zetten in op zelfregie. Natuurlijk hebben we huisregels, maar verder laten we de jongeren ook zijn wie ze zijn. We gaan niet duwen en trekken, en we hebben een lange adem, zitten er niet zo bovenop.”

Bernadet: “Bij Vince hebben jongeren altijd de regie over hun eigen hersteltraject. Dat kunnen ze, afhankelijk van hun behoeftes, uitbouwen in het trainingshuis. Daar worden ze geprikkeld om steeds meer hun eigen boontjes te doppen.”

Vernieuwing 4: richt een trainingshuis in

Ingrid: “We bieden een breed aantal trainingen aan waarin de jongeren allerlei vaardigheden oefenen voor zelfredzaamheid, wonen en werken. Daarnaast kijken we wat de jongere zelf nodig heeft. De een kan wel wat hulp gebruiken bij het koken of voor zichzelf zorgen, de ander heeft baat bij budgetcoaching of sollicitatietraining.” Wie zich vaak onrustig voelt, gaat naar mindfulness of yoga en er is ook een training Girls talk, over seksuele weerbaarheid. Vince biedt ruim dertig verschillende trainingen aan.

Werken volgens het trainingshuisprincipe betekent een verandering voor de begeleiders, vertelt Bernadet. “Je gaat niet begeleiden, maar coachen; niet beheersen, maar beheren. Daar moet je als team een slag in willen maken.”

Ook aan de slag met het vernieuwen van de opvang? Lees hier de tips die Zohra heeft voor gemeenten, en de tips van Iris voor de opvang:

Tips voor gemeenten

  • Heb niet de ambitie dat je het allemaal alleen moet doen. Bouw een netwerk op, haal verschillende expertises bij elkaar en zoek samenwerking met partijen als woningcorporaties, verslavingszorg en Jeugd FACT. Werk ook samen met afdelingen binnen de gemeente, zoals Zorg en Werk & Inkomen.
  • Kijk of je opvang en begeleid wonen op dezelfde locatie kunt doen; kies een geschikt pand.
  • Koppel praktische trainingen aan de opvang en begeleid wonen.
  • Voer je visie op dakloze jongeren door in de begeleiding, opvang en wonen.
  • Het is niet alleen een verandering voor de gemeente. Ook de opvangorganisatie moet een beweging willen maken.

Tips voor de opvang

  • Zorg voor een goede klik met een ambulant team of Jeugd FACT waaraan je advies kunt vragen. Dat scheelt heel veel rondbellen naar andere organisaties.
  • Zet ervaringsdeskundigen in en zorg dat het intern goed geregeld is op het gebied van aannemen, coachen en begeleiden.
  • Geef ervaringsdeskundigen de ruimte om dingen te ontwikkelen.
  • Gebruik de kracht van de werkvloer: zet de kennis en kunde van je eigen team in om je dagprogramma te maken.
  • Werk vraaggericht: welke ideeën en wensen hebben de jongeren zelf.
  • Ga uit van wat iemand nodig heeft en kijk of je dat kunt organiseren.
  • Leg contact met aanbieders van onderwijs en dagbesteding en re-integratietrajecten.

Meer weten?

In Nijmegen zijn ze al ver met de inzet van ervaringsdeskundigen. Wil je weten hoe ze het aanpakken en wie je ervoor nodig hebt? Of wil je ook een dagprogramma of trainingshuis opzetten bij de opvang in jouw gemeente? Ingrid Hendriks helpt je graag op weg. Stuur een e-mail naar: i.hendriks@iriszorg.nl.

De brede aanpak van dak- en thuisloosheid
Om dak- en thuisloosheid fors terug te dringen maakte het kabinet voor 2020 en 2021 een bedrag van 200 miljoen euro vrij met het plan Een (t)huis, een toekomstEen van de focuspunten is het vernieuwen van de kwaliteit en kleinschaligheid van de opvang. De Jongerenopvang Vince is hier een mooi voorbeeld van. Met de extra middelen en gebruik van het ondersteuningsaanbod kunnen gemeenten de situatie verbeteren. Bijvoorbeeld door te investeren in kleinschalige opvang in de wijk en opvang in een- en tweepersoonskamers.