Foto Bas Czerwinski

In elke editie van JenV Magazine een column van de hand van een van onze partners of medewerkers over de passie voor het vak. Dit keer: Niels van der Sanden, plaatsvervangend sectorhoofd Zeehavenpolitie Rotterdam.

"Als Zeehavenpolitie werken we al jaren intensief samen met tal van toezichts- en handhavingsdiensten. Die samenwerking zit verweven in al onze teams. In de ‘blauwe’ teams, maar ook in het Hit And Run Cargoteam (HARC) of het Anti-corruptieteam. Daar zitten mensen in van de FIOD, de Douane, de regionale recherchediensten, het Openbaar Ministerie – noem maar op. Die samenwerking verloopt goed en heeft al geleid tot mooie resultaten. We denken echter dat er nog veel winst te behalen is door bij die samenwerking ook private partijen – intensief en structureel – te gaan betrekken. De Mainportaanpak, zoals die vorig jaar november door minister Yeşilgöz-Zegerius is gepresenteerd, en de bijbehorende extra middelen, bieden daartoe goede mogelijkheden.

Waarom is dit zo belangrijk? Als Zeehavenpolitie draaien we, samen met al die genoemde toezichts- en handhavingsdiensten, prima onderzoeken. Met als resultaat dat we behoorlijk veel boeven vangen. Maar die boeven – denk bijvoorbeeld aan ‘uithalers’ van drugs uit containers - zijn voor zo’n criminele organisatie makkelijk inwisselbaar. Zodra er eentje achter de tralies zit, staat een nieuwe alweer voor de deur. En die doet weer precies hetzelfde als z’n voorganger: misbruik maken van datzelfde ‘kapotte’ systeem. We hebben als Zeehavenpolitie een aantal specialisten uit andere disciplines eens ‘op een andere manier’ naar rechercheonderzoeken laten kijken. Ze zagen dat criminelen zich - jaar in, jaar uit - telkens van dezelfde modus operandi konden bedienen: via illegaal verkregen pincodes haalden ze containers met drugs op van de terminal.

Een van de dingen die we in de samenwerkingsverbanden met private partners aan de orde willen stellen is bijvoorbeeld: reders, versleutel je data. Het is een relatief eenvoudige oplossing, die een tweeledig effect heeft. Wij hoeven niet meer oeverloos dezelfde onderzoeken te draaien naar pincodefraude en het weghalen van containers met drugs door malafide bedrijven. En misschien nog wel belangrijker: rederijpersoneel dat werkt met die versleutelde pincodes, is niet meer interessant voor criminele organisaties. Medewerkers zullen niet meer worden benaderd om die informatie tegen betaling of onder dwang af te staan. Voor het personeel wordt het werk dus veiliger.

En zo zijn er meer voordelen te behalen door een nauwe samenwerking met private partners en sectoren. Bij de politie maken we steeds meer de omslag naar datagedreven werken, met hulp van nieuwe specialisten. Dat levert een schat aan informatie op, waar ook bedrijven hun voordeel mee kunnen doen. Op basis van grote aantallen rechercheonderzoeken, waarin we vaak dezelfde patronen tegenkomen, kunnen we bedrijven laten weten waar de gaten, de zwakke plekken, zitten: in hun processen, in hun systemen, in hun HR-beleid. Zwakke plekken waar criminelen makkelijk misbruik van kunnen maken.

Als die private partners – havenbedrijven, rederijen, et cetera - de handschoen oppakken en serieus aan de slag gaan om die gaten te dichten en de zwakke plekken te versterken, maken we de havens weerbaar tegen de grootschalige drugshandel en allerlei vormen van criminaliteit die daarmee samenhangen. Dat is een van mijn grote wensen: het probleem bij de wortel aanpakken, in plaats van vooral bezig te zijn met de bestrijding van incidenten.

Ik heb niet de illusie dat we de miljardenindustrie die de cocaïnehandel nu eenmaal is, ooit helemaal kunnen uitbannen. Maar de Mainportaanpak en de bijbehorende Mainportgelden, stellen ons wel in staat om te komen tot een effectievere aanpak – en weerbare havens, die zelf ook een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het voorkomen van criminele handelingen.

Dat zijn we niet alleen verplicht aan de inwoners van onze havensteden, aan Nederland en de ons omringende landen, maar ook aan de bron- en transitlanden van de drugsproductie en -handel. In verschillende landen in Zuid- en Midden-Amerika heb ik met eigen ogen kunnen zien wat een enorme ellende de cocaïneproductie en –handel daar met zich meebrengt: forse corruptie, grof geweld, maar ook grote ecologische schade door ontbossing en vernieling van ecosystemen. Daar mag elke ‘recreatieve’ cocaïnegebruiker hier bij ons wel eens bij stilstaan."♦