Tekst Dewi le Bars, KNMI. Gebaseerd op het speciale IPCC-rapport over oceanen en de cryosfeer (SROCC), d.d. 25 september 2019.
Foto Arnoud Apituley
Overal ter wereld stijgt de zeespiegel. Maar de zeespiegel staat niet overal even hoog en stijgt niet overal even snel. Er zijn veel processen die bijdragen aan wereldwijde en lokale veranderingen in zeespiegel. Oceaanwater zet uit als het opwarmt, maar de opwarming is niet overal even groot en de warmte wordt ook herverdeeld door winden en stromingen. Grote ijskappen trekken water aan, waardoor de zeespiegel lokaal hoger is.
De ijskappen op Groenland en Antarctica bevatten het merendeel van al het zoete water op aarde. Groenland bevat genoeg ijs om de zeespiegel wereldwijd met 7 meter te laten stijgen, Antarctica heeft zelfs genoeg voor 58 meter zeespiegelstijging. Deze twee ijskappen hebben dus in potentie een enorme invloed op de zeespiegel.
Gletsjers over de hele wereld bevatten veel minder water, in totaal genoeg om de zeespiegel een halve meter te laten stijgen. Juist omdat ze relatief klein zijn, zijn ze gevoeliger voor de opwarming van de aarde en reageren ze sneller op de opwarming dan de grote ijskappen (vergelijk een klein ijsblokje dat veel sneller afsmelt dan een bak ijs van een liter). Ook liggen de gletsjers in relatief warme gebieden.
Kleinere bijdragen aan de zeespiegelverandering komen door veranderingen in de opslag van water op land, bijvoorbeeld door de aanleg van rivierdammen (wat voor zeespiegeldaling zorgt) of door onttrekking van grondwater.
Verandering in de Antarctische ijsmassa heeft een relatief groot effect langs de Nederlandse kust. Grote ijskappen zijn kilometers dik en hebben een zeer grote massa. Omdat alle massa op aarde elkaar aantrekt, trekken de ijskappen het oceaanwater naar zich toe, waardoor de zeespiegel rond ijskappen hoger staat. Wanneer de ijskappen smelten, wordt deze aantrekkingskracht zwakker en daalt de zeespiegel vlakbij de ijskap, maar stijgt de zeespiegel duizenden kilometers verderop extra snel.
De Noordzee ligt ver van Antarctica vandaan, dus in het gebied waar de zeespiegel door afsmelt van Antarctica extra snel stijgt, met 100 tot 120 procent van het wereldgemiddelde. Groenland ligt relatief dichtbij, op een afstand van 3200 kilometer. Op deze afstand is de bijdrage nog relatief gering, tussen de 20 tot 30 procent van het wereldgemiddelde.
De belangrijkste factoren in de zeespiegelstijging, de potentiële totale bijdragen van die factoren en de tijdschalen waarop deze reageren zijn weergegeven in onderstaande figuur. Klik op de blauwe rondjes in de figuur voor meer informatie.