Tekst Louise van Gend
Foto Judith Punte

Het voorkomen van gewelddadig extremisme en radicalisering in het buitenland. Welke rol heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken daarin en hoe ziet dat er precies uit? Gewelddadig extremisme gaat over landsgrenzen heen. Om Nederland veilig te houden is internationale samenwerking dus van belang. Daarom heeft BZ sinds 2015 een diplomatiek netwerk van regionale veiligheidscoördinatoren die zich bezighouden met dit thema. De Veiligheidsdiplomaat volgde de regionale veiligheidscoördinator voor Oost-Afrika: Ismael Moalim. Ismael trad in augustus aan en vanuit Nairobi deelt hij zijn ervaringen over zijn werk.

Leestijd: 5 minuten

“Ik ben nu zo’n vijf maanden in Nairobi en in de eerste maanden dat we naar Kenia zijn verhuisd, was het vooral even landen. Samen met mijn gezin zijn we onlangs ingetrokken in ons huis, dus dat helpt. Ik ken Kenia van mijn vorige functie op het ministerie waar ik landenmedewerker Somalië en Eritrea was. Somalië is nu ook één van de landen die ik volg. In het begin van mijn carrière bij Buitenlandse Zaken werkte ik ook al op de Hoorn van Afrika en de regio Grote Meren. Ik durf wel te zeggen dat ik een goed beeld heb van de regio en de mensen.”

Ismael Moalim
Regionale veiligheidscoördinator voor Oost-Afrika Ismael Moalim is nu nu zo’n vijf maanden actief in Nairobi.

Oost-Afrika kent behoorlijk wat uitdagingen als het gaat om gewelddadig extremisme. Zo pleegt Al-Shabaab aanslagen in Somalië en Kenia en hebben aan ISIS-gelieerde groeperingen voet aan de grond gekregen in Noord-Mozambique. Wat zijn je eerste indrukken van de regio nu je er ook woont en werkt?

“Wat mij opviel toen ik aantrad, is dat mijn tegenhangers bij de Keniaanse overheid op een vergelijkbare manier kijken naar de preventie van radicalisering en gewelddadig extremisme als Nederland dat doet. Kenia hanteert daarbij een whole-of-society-aanpak, waarbij verschillende partijen een rol hebben in preventing violent extremism (PVE). Dat betekent dat niet alleen de overheid, maar ook het maatschappelijk middenveld een rol speelt in het voorkomen van gewelddadig extremisme. Kenia heeft afgelopen jaren heel veel bereikt op dat vlak. Zo heeft het land een goede nationale strategie opgezet. De verschillende counties, vergelijkbaar met onze provincies, hebben deze weer in een eigen strategie gegoten. Nederland heeft daaraan bijgedragen.”

“Mijn voorganger heeft samen met een NGO geholpen om monitoring systeem op te zetten om te meten in hoeverre de strategieën werken, en om bijsturing vragen. Drie counties hebben dit systeem inmiddels toegepast. Ik leer veel van hoe Kenia omgaat met terrorisme en radicalisering. Ze hebben veel kennis in huis, dus dat is ook interessant voor Nederland om van te leren.”

“In de andere landen, zoals Oeganda of Tanzania, is de context anders. In Oeganda speelt momenteel de zorg dat contraterrorisme (CT-)maatregelen gebruikt worden om de rechtstaat in te perken. Maatregelen tegen terrorismefinanciering werden tijdens de verkiezingen ingezet tegen oppositieleden en het maatschappelijk middenveld. Dat kan natuurlijk niet. Mensenrechten moeten altijd beschermd worden bij het toepassen van CT-maatregelen.”

“Als RV geef ik samen met de ambassade in Kampala in gesprekken met de autoriteiten aan dat de rol van maatschappelijke organisaties in de strijd tegen terrorisme cruciaal is. Dat ze betrokken moeten worden en niet moeten worden tegengewerkt. Ook bieden we autoriteiten en maatschappelijke organisaties concrete ondersteuning aan in de vorm van trainingen. Deze trainingen creëren een veilige plek waar lokale NGO’s hun zorgen kunnen bespreken met autoriteiten om zo het wederzijdse begrip en vertrouwen te versterken.”

“In Tanzania is het lastig om het gesprek te starten met de autoriteiten over het voorkomen van gewelddadig extremisme en terrorismebestrijding. De autoriteiten zien dit als een nationale aangelegenheid waar niemand van buitenaf zich mee mag bemoeien. Er zijn wel extremistische groepen aanwezig, maar de autoriteiten zijn in staat deze te onderdrukken. We zien wel dat de houding van de regering langzaam aan het veranderen is en dat ze op eigen voorwaarden wel meer willen samenwerken met internationale partners.”

Wat gaat voor komende jaren de grootste uitdaging in de regio worden?

“De ondermijning van de rechtstaat en mensenrechten is dus een uitdaging als we kijken naar Oeganda. Dit uit zich dus in het verkeerd toepassen van wetten tegen terrorismefinanciering en het harde optreden tegen groepen die de autoriteiten verdenken van het steunen van terroristische groepen. Bovendien hebben we ook grote zorgen over Mozambique. In het noorden van het land is er een grote aanwezigheid van terroristische groepen die gelieerd zijn aan ISIS. De ambassade in Maputo zit daar bovenop en rapporteert aan Den Haag over de ontwikkelingen.”

“Ieder land heeft zo een eigen context en uitdagingen, maar er zijn natuurlijk regionale trends te zien. Wat je in Oost-Afrika ziet is dat het overgrote deel van de bevolking zeer jong is, jonger dan 30, en je merkt dat deze groep politiek betrokken wil zijn. Deze jongeren willen meedoen. Dat gaat in sommige landen goed. In Kenia mogen ze stemmen, maar in Oeganda is het wat lastiger. Komende tijd wil ik mij daarom richten op dit onderwerp.”

“Als jong persoon heb je dromen, maar als je in een uitzichtloze situatie zit kan ik me voorstellen dat het gaat frustreren. Sociale media tonen de jongeren wat er allemaal mogelijk is in de wereld, maar ze lopen tegen een muur op. Dat kan een risico vormen. Mensen kunnen zich tegen de samenleving keren, crimineel worden of zelfs radicaliseren als er extremistische groepen zijn die inspelen op valse beloftes. Het is een duidelijke grondoorzaak voor radicalisering en gewelddadig extremisme. Het is daarom van groot belang dat die voedingsbodem wordt weggenomen. We zetten ons daarom in de regio actief in op het versterken van ondernemerschap gericht op jongeren en de politieke participatie van jongeren.”

Ismael Moalim bezoekt het Youth Employment Centre
Een bezoek aan het Youth Employment Centre waar Ismael in gesprek ging met de jongeren die bezig zijn met theater.

Is het creëren van banen een oplossing?

“De meeste mensen in de regio leven echt in armoede, maar een kleine groep is rijk. Vanwege corona is dat alleen maar toegenomen. De inzet van Nederland en onze partners is om er voor te zorgen dat deze frustratie niet resulteert in terrorisme of gewelddadig extremisme. Ik denk echter niet dat enkel het creëren van banen of het verbeteren van de economische situatie een oplossing is. Zoals gezegd willen jonge mensen graag politiek betrokken zijn of een bijdrage leveren aan de samenleving. Een baan of onderneming hebben is niet voldoende om in die behoefte te voorzien. Daarom ben ik geen voorstander van projecten die zich puur richten op het creëren van banen. Dan hebben mensen misschien een inkomen, maar zijn zij dan ook tevreden over hun plek in de samenleving?”

“In Nederland of Europa is het vrij makkelijk om politiek actief te worden, bijvoorbeeld in de wijk of lokaal. Zelfs nationaal. In deze regio ligt dat een stuk lastiger. Een groot risico is dat terroristische groepen inspelen op die gevoelens en frustraties van jongeren. Dat zie je bijvoorbeeld in Somalië, waar je vrij makkelijk kan aansluiten bij Al-Shabaab. Dat is ook wat er in het Westen van Kenia gebeurt. Nederland steunt daarom een project dat zich richt op het weerbaar maken van jongeren tegen die invloed van terroristische organisaties. Zo gaan ze aan de slag via theater om op een andere manier om te gaan met de frustraties in hun leven en tonen ze andere jongeren wat de gevaren van terrorisme zijn.”