Tekst Stijn Gabriël
Op 15 juni jl. besloot het kabinet om de Nederlandse bijdrage aan de VN-missie MINUSMA in Mali per 1 mei 2019 te beëindigen. Na vijf jaar een hoogwaardige bijdrage aan de missie te hebben geleverd keren de Nederlandse militairen terug naar huis. De Sahel (Mauritanië, Mali, Burkina Faso, Niger, Tsjaad) blijft echter een prioritaire regio voor Nederland op het gebied van veiligheid en stabiliteit. Het tegengaan van terrorisme en irreguliere migratie in de Sahel dient immers een direct Nederland veiligheidsbelang.
Leestijd: 4 minuten
Nederland in de Sahel
Nederland kan echter niet alleen zorgen voor veiligheid en stabiliteit in de Sahel. Daarom werkt Nederland samen met verschillende internationale partners om te kijken hoe de inzet beter gecoördineerd kan worden en waar mogelijkheden tot samenwerking liggen. Een van de belangrijkste partners voor Nederland is Duitsland. Daarom bracht op 5 september jl. een delegatie van verschillende ministeries (Buitenlandse Zaken, Defensie en Justitie & Veiligheid) een bezoek aan Berlijn om daar met collega’s van het Auswärtiges Amt (Duitse BZ) te spreken. Hoe ziet zo’n dag eruit en wat gaat er aan vooraf?
Bilateraal bezoek aan Berlijn
Een bilateraal bezoek aan Duitsland moet natuurlijk goed voorbereid worden. De voorbereidingen gingen dan ook niet alleen over de inhoudelijke, maar zeker ook over de logistieke zaken. Toen dit allemaal besproken was, kon de interne en interdepartementale afstemming over de Nederlandse bijdrage aan het project beginnen. Daarnaast is het belangrijk om met partners in de regio en de ambassades te bespreken wat er voor hen belangrijk is. Concrete aanleiding was een verzoek vanuit de EU-capaciteitsopbouwmissie aan NL om een bijdrage te leveren aan de oprichting en operationalisering van Nigerese mobiele grensteams om grensbeheer te versterken.
Het lijkt misschien vreemd om de Nederlandse bijdrage aan een EU-missie bilateraal met de Duitsers te bespreken. Maar het is natuurlijk veel beter om aansluiting te zoeken bij andere projecten en landen die al operationeel zijn, dan om zelf het wiel uit te vinden. Hierdoor kunnen de Nederlandse mensen en middelen zo effectief mogelijk worden ingezet.
Wat is er afgesproken?
Nederland heeft samen met Duitsland afgesproken om de kosten voor dit project te dragen. 20 september is er een workshop geweest met de Nigerese autoriteiten en EUCAP Sahel Niger waarin de weg vooruit is besproken. Belangrijke thema’s voor Nederland zijn het respecteren en waarborgen van de mensenrechten, en dat het project na afloop van de eerste drie jaar zelfstandig door de Nigerese autoriteiten gedragen kan worden.
De uitkomst van de gesprekken in Berlijn zijn meegenomen in de artikel-100 brief die op 14 september jl. naar de Tweede Kamer is gegaan. In deze brief is uiteengezet hoe de Nederlandse inzet in de Sahel de komende jaren (2019 t/m 2021) er uit zal gaan zien. Binnenkort zal er een Algemeen Overleg plaatsvinden waarin de Tweede Kamer de Nederlandse veiligheidsinzet zal bespreken. Ook daar zullen de ministers over het voetlicht brengen waarom en hoe Nederland samen met Duitsland, de EU, de VN en andere partners, werkt aan stabiliteit en veiligheid in de Sahel – en daarmee dus ook aan de veiligheid in Nederland.
