Tekst Marijn Gerretsen
Foto Bart van Vliet

Edwin Ouwejan, regio-ambassadeur Oost-Nederland bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, vertelt over zijn functie en de samenwerking tussen het Rijk en de regio Arnhem-Nijmegen.

Wat houdt jouw functie als regio-ambassadeur precies in?

“Ik noem het vaak een oliemannetje tussen het Rijk en de regionale partijen. Deze partijen kunnen van alles zijn: gemeentes, provincies, bedrijven, kennisinstellingen. Mijn doel is om te zorgen dat we langdurig contact houden, helpen bij het vormgeven van nieuwe ontwikkelingen, beleidskeuzes uitleggen, maar ook de impact daarvan kunnen duiden aan de regio. Dus eigenlijk alles om te zorgen dat je als Rijksoverheid een goede relatie opbouwt én behoudt met de regionale partijen.”

Wat is volgens jou het doel van die samenwerking tussen Rijk en regio?

“We doen dit, in abstracte termen, om Nederland beter te maken. Problemen oplossen, kansen verzilveren, zorgen dat dingen anders of beter gaan en politieke doelen die we hebben vastgesteld verwezenlijken. Ik denk dat heel lang gedacht is dat het Rijk, het Haagse, daar de belangrijkste speler in is. Gelukkig komt het besef steeds meer dat je het echt met elkaar moet doen. Dus met gemeente, provincie, brancheverenigingen, bedrijven. Die zijn net zo belangrijk. Alléén gaat het niet lukken. Waarvoor Rijk en regio echt nauw samenwerken is bijvoorbeeld het aantrekken van buitenlandse investeerders en het aandeelhouderschap in een aantal regionale ontwikkelmaatschappijen.”

Hoe pak je het in de praktijk aan om dat doel te bereiken?

“We doen veel verschillende dingen. In de praktijk zie je dat de agenda’s van mij en mijn collega’s vol staan met overleggen en bezoeken die we gaan afleggen. Die afspraken kunnen soms heel erg door problemen of zaken gedreven zijn, neem bijvoorbeeld de droogte of een bedrijf met een financieringsprobleem. Daar stappen we dan op af om te kijken of we samen iets kunnen doen. Daarnaast hebben we standaard overleggen met bestuurders, zoals gedeputeerden van provincies en wethouders. Onze taak is dan, als er qua beleid iets gebeurt in Den Haag of in de provincie, om er duiding aan te geven. Moeten we er iets mee of niet? Dat houden we voortdurend in de gaten.”

Wat zijn specifieke uitdagingen in jouw regio?

“Wat ik bijzonder vind aan Oost-Nederland, dus Gelderland en Overijssel, is dat het er op veel vlakken heel goed op orde is. Het is bijna een luxe situatie, omdat je er geen grote problemen tegenkomt in vergelijking met andere regio’s, maar meer op zoek bent hoe je de goede dingen die er al zijn nog meer kunt benutten of anders kunt gebruiken. Bijvoorbeeld met het thema energie. Hoe kunnen we dat verder brengen en hoe past dat binnen wat er vanuit het Rijk wordt gedaan?”

Edwin Ouwejan, Regio-ambassadeur Oost-Nederland bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Een van de middelen die jullie inzetten zijn de ‘Van Buiten Naar Binnen Tafels’. Wat houdt dat in?

“Het idee hierachter is dat het Rijk contact met de regio opzoekt omdat dit te weinig gebeurt. Daardoor weet de Rijksambtenaar niet altijd goed wat er in de regio speelt en andersom. Ik noem het een soort ontmoetingsplek tussen de ambtenaar van het Rijk en de regio, maar ook tussen de regionale partijen onderling. Vooral als ik zie dat er bepaalde thema’s zijn waarbij het handig is dat Rijk en regio elkaar ontmoeten, omdat ze er beide mee te maken hebben, zet ik ‘een tafel’ als middel in. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is als uitvoerder van Rijksbeleid betrokken met de inzet van kennis en netwerken, waarmee we er samen voor zorgen dat Rijk en regionale partijen elkaar beter kunnen vinden. RVO doet dit niet alleen voor Oost maar voor alle landsdelen van Nederland. Ik hoop dat de tafels wederzijds begrip opleveren. Dus dat de Rijksambtenaar weet wat er in de regio speelt, maar óók dat de regio weet wat het belang is van bepaalde dingen voor het Rijk en daar vervolgens op in kan spelen. Zo’n tafel is dan een mooie start: dé kans voor een eerste gesprek.”

In de regio Arnhem-Nijmegen zijn food, health, energy en Hightech Systemen & Materialen (HTSM) de belangrijkste thema’s. Waarom?

“Regio’s willen zich steeds meer profileren met bepaalde thematiek om duidelijk te maken: hier zijn wij van, hier zijn wij goed in. Arnhem-Nijmegen heeft gekozen voor food, health, energy en HTSM. Food is vrij voor de hand liggend vanwege de WUR. De keuze voor health heeft onder meer als reden het ziekenhuis en de universiteit in Nijmegen en daarnaast de technologische bedrijven die zich flink bezighouden met innovatieve zorg. Het thema energy is wat meer een zoektocht hoe je je daar echt mee onderscheidt, aangezien andere regio’s er ook mee bezig zijn. Daar moet de regio zich nog verder in ontwikkelen. Het past natuurlijk wel heel goed bij het ambitieuze coalitieakkoord. HTSM zit in regio Arnhem-Nijmegen vooral sterk rond de chips en semiconductors vanwege grote bedrijven zoals NXP die hiermee internationaal aan de weg timmeren.”

Wat is jouw belangrijkste doel voor de regio Arnhem-Nijmegen?

“Ik zou het fijn vinden als de komende tijd duidelijk wordt bij welke van de thema’s de Rijk-regio samenwerking concrete vormen krijgt en waar de regio het zelfstandig gaat doen. Mijn doel is eigenlijk dat die thema’s als puzzelstukjes in elkaar gaan klikken. En dat we door die puzzel te leggen ook vanzelf zien waar we moeten samenwerken en wat de regio zelf kan, zonder hulp van het Rijk.”