Tekst Marijn Kamstra-Gerretsen
Foto Stentor
René Schutte is programmamanager waterstof bij Gasunie en begeleidt met HyWay 27, een onderzoek in opdracht van het kabinet, de inzet van het aardgastransportnet voor transport van waterstof. Wat houdt dat onderzoek precies in? Hoe wordt het aangepakt? En wat is de grootste uitdaging? René geeft antwoord.
Wat houdt HyWay 27 in?
“HyWay 27 is een onderzoek dat wordt uitgevoerd door Gasunie, TenneT en Havenbedrijf Rotterdam op verzoek van het kabinet. Het houdt in dat we aan het kijken zijn onder welke voorwaarden het bestaande gasnet kan worden ingezet voor het transport van waterstof. Dat heeft een aantal verschillende aspecten uiteraard. Eén component is simpel gezegd technisch: kan het allemaal wel en wat moet je aanpassen aan het net? Het tweede is de ontwikkeling van vraag en aanbod en het derde aspect zit ‘m in de wet- en regelgeving en de financiën. We staan nu op het punt waar er veel gesproken wordt over waterstof en het ook duidelijk is hoe hard we het nodig hebben voor de energiemix van de toekomst. Zonder waterstof krijgen we onze energiemix namelijk niet verduurzaamd. Maar er moet wel nog geld bijkomen om het allemaal mogelijk te maken, daar zijn we dus ook hard mee bezig.”
Hoe is de samenwerking tussen de verschillende partijen rond HyWay 27?
“De samenwerking is intensief, om mee te beginnen. We hebben een projectteam opgezet van ongeveer veertig personen. Dat bestaat uit mensen van de ministeries van EZK, IenW en Financiën en daarnaast van ACM, TenneT, Havenbedrijf Rotterdam en NetbeheerNederland. Over het projectteam heen zit een programmamanagementteam dat ik aanstuur en waarmee we wekelijks overleg hebben. En dan is er ook nog een stuurgroep onder leiding van EZK’er Ernst-Paul Nas, waar naast EZK ook TenneT, het ministerie van Financiën en Gasunie in vertegenwoordigd zijn. PWC voert analyses uit en schrijft het eindrapport.”
Wat is de aanpak van HyWay 27?
“We zijn begonnen met de kabinetsvisie die eind maart is uitgekomen. Vervolgens hebben we met EZK besproken wat we precies gaan doen in het onderzoek en wie er allemaal bij betrokken moeten zijn. In juni is het project van start gegaan met een kick-off en zijn de drie werkstromen gelanceerd. Volgens de planning van die drie werkstromen werken we nu naar half december toe wanneer er een 80%-versie van het eindrapport moet liggen. Ondertussen hebben we ook een stakeholdersessie georganiseerd met geïnteresseerde partijen om toelichting te geven op waar we precies mee bezig zijn. En momenteel organiseren we ook nog een klankbordgroep-bijeenkomst. Die klankbordgroep is samengesteld uit ongeveer twintig verschillende organisaties die groepen vertegenwoordigen. Hiermee gaan we reflecteren op wat we tot nu toe hebben gedaan en toetsen of we geen dingen missen. We willen het proces dus organiseren met aan de ene kant de clubs die er direct bij betrokken zijn en aan de andere kant een bredere groep om zo meer draagvlak te creëren.”
Wat is de grootste uitdaging hierbij?
“De grootste uitdaging is eigenlijk om van alle plannen en ideeën naar een realisatie te komen. Werken aan de toekomst is leuk, maar de onzekerheden waar je mee te maken hebt zijn gigantisch. Niemand heeft tenslotte een glazen bol. Dus uiteindelijk moet je toch zelf de besluiten nemen om morgen weer verder te kunnen gaan. Het zou veel makkelijker zijn om in 2050 te bepalen hoe we dit hadden moeten doen.”
Hoe kijk je naar de toekomst van waterstof?
“Ik denk dat waterstof een onmisbaar element is in de energietransitie. Als we van het aardgas af willen dan kan dat, maar het is op dit moment nog te cruciaal om te kunnen voorzien in vraag en aanbod. We hebben dus iets nodig om grootschalig energie op te kunnen slaan. Dat is een rol die waterstof kan vervullen. En zo is het op heel veel vlakken een uitstekend molecuul dat ons kan helpen bij de energietransitie. Het is niet zo dat waterstof hét wondermiddel is dat alles oplost, maar het is wel een essentieel onderdeel om de energietransitie efficiënt én betaalbaar te kunnen doen.”