Tekst Marijn Kamstra-Gerretsen
Foto Olivier Middendorp

De komende jaren gaat het kabinet samen met gemeenten ongeveer honderd bestaande wijken aardgasvrij maken. Eén daarvan is Klapwijk. Rindert Groeneveld, programmaregisseur energietransitie in de betreffende gemeente Pijnacker-Nootdorp, over het hoe en waarom.

Rindert Groeneveld, Programmaregisseur energietransitie bij de Gemeente Pijnacker-Nootdorp

De wijk Klapwijk wordt aardgasvrij met behulp van geothermie uit het kassengebied. Hoe gaat dat in zijn werk?

“Het bedrijf Wayland Energy boort, na bodemonderzoek op verschillende terreinen, in de komende jaren op meerdere plaatsen naar geothermie. Boren naar geothermie valt onder de Mijnbouwwet, daar moet je een vergunning voor aanvragen bij EZK. Die vergunning heeft Wayland Energy toegewezen gekregen voor het kassengebied net achter Klapwijk. Nu kan er dus in de grond geboord gaan worden met een enorme boorinstallatie, in dit geval zo’n twee kilometer diep. Dan stuit je op lagen water en omdat het zo diep zit, heeft dat water een bepaalde temperatuur. We verwachten, je weet het nooit helemaal zeker, rond de zeventig graden. Dat water kan je afvangen en transporteren in een buis. De businesscase van Wayland is in eerste instantie dat ze daar kassen mee verwarmen. Het verwachte vermogen van de bron is echter zo groot dat het ook mogelijk is de 1400 woningen in Klapwijk van warmte te voorzien. Een deel van die warmte vangen we af en gaat via retourbuizen terug de grond in. Vervolgens wordt dat water heel langzaam weer opgewarmd door de aarde en zo heb je een CO2-neutrale bron voor verwarming.”

Waarom doen jullie dit met geothermie?

“Wij hebben het gelukkige toeval in Zuid-Holland dat de bodemgesteldheid dusdanig is dat het hier heel goed kan. In het Westland zijn er al aardig wat boringen geweest en bij ons in de eigen gemeente, Pijnacker-Nootdorp, zijn er twee ondernemers die volledig op aardwarmte draaien. Eén daarvan heeft zelfs zoveel warmte in de grond zitten dat het lokale zwembad, een middelbare school en 470 huurwoningen er ook mee verwarmd worden. We zitten hier qua bodem dus heel goed op de warmte en dat geeft vertrouwen. Daarnaast past het ook in de bredere strategie die wij als gemeente hanteren.”

Wat is het tijdspad van deze aardgasvrije proeftuin?

“De aanpak voor het klimaat-adaptieve deel gaat ieder moment van start. Dat plan bestaat uit zes deelfases en gaat zes tot zeven jaar duren, dus tot 2026/2027. Wij kijken nu hoe we alvast voorbereidingen kunnen treffen met een soort ondergrondse infraplanning. Om bijvoorbeeld een reservering in de grond te maken voor een toekomstig leidingnetwerk. Als je daar nu al rekening mee houdt, zit je elkaar straks niet in de weg. De boring start naar verwachting in het najaar van 2022 en is hopelijk gereed in het voorjaar van 2023.  Ondertussen speelt ook de communicatie naar en participatie met bewoners een grote rol. Klapwijk heeft een actieve wijkvereniging die erg betrokken en aan boord is, dus dat is heel fijn.”

Tegen welke uitdagingen lopen jullie aan?

“Op de tekentafel ziet het er natuurlijk fantastisch uit. We denken ook dat het kan, mede omdat we al eerder van dit soort projecten in onze gemeente hebben gehad. Er zit dus ook echt interne kennis. Maar er zijn ook nog een aantal dingen niet helemaal helder, bijvoorbeeld omtrent de Warmtewet 2.0 die ergens de komende tijd in werking treedt. Daarin staan allerlei nieuwe bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor gemeentes als het gaat om transitie naar warmte. Hoe dat precies gaat uitpakken, weten we nog niet. Dus dat is zeker uitdagend.”

Hoe ervaren de bewoners van Klapwijk het?

“Dat is een beetje dubbel. Aan het begin van het traject hebben we via een online enquête de bewoners bevraagd. Bij de meer algemene vragen, vinden ze het vaak allemaal prima. Maar als je vraagt hoeveel een bewoner bereid is om extra te betalen, dan krijg je meer variëteit in de antwoorden. We hebben ook gevraagd of mensen zouden willen participeren in het warmtenet, zodat ze mede-eigenaar worden, zoals dat bijvoorbeeld ook bij windmolenparken kan. Daar werd dan weer enthousiast op gereageerd. Wat wij kunnen doen is gedurende het hele traject vooral heel transparant (blijven) communiceren naar de bewoners, zodat ze goed weten waar ze aan toe zijn.”