Tekst Bram van der Velde
“Wanneer je allerlei verschillende soorten weggebruikers digitaal in beeld hebt, is dat buitengewoon prettig”, vindt Caspar de Jonge, programmamanager Talking Traffic bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). “Als een vrachtwagen van 30 ton vol in de ankers moet, beschadigt het asfalt. Optrekken kost vervolgens 2 euro brandstof en zorgt voor extra uitstoot van uitlaatgassen. Daar valt veel winst te behalen met data en connectiviteit.”
Het Partnership Talking Traffic is een samenwerking van IenW, decentrale overheden en bedrijfsleven. De samenwerking met de verkeersindustrie, telecom- en internetsector en automotivebranche is opgezet om tot slimme oplossingen voor het steeds drukker wordende verkeer te komen.
Vijfjarig programma
In totaal investeren de partijen in een vijfjarig programma tot en met 2020 samen 90 miljoen euro. Daarvan komt 30 miljoen euro bij het Rijk vandaan. Gemeenten en provincies investeren 25 miljoen euro. Die 25 miljoen euro zijn voornamelijk kosten voor het vervangen van verkeerslichten die al begroot waren, maar nu naar voren zijn gehaald. Het bedrijfsleven investeert nog eens 35 miljoen euro.
Op kruispunten en trajecten die meedoen in het Partnership Talking Traffic zijn intelligente verkeersregelinstallaties (iVRI’s) geplaatst. Dat zijn verkeerslichten die door slim gebruik van data continue kunnen inspelen op de huidige verkeerssituatie en -stromen. Op kruispunten met gangbare verkeerslichten werden deze misschien eens in de vijf jaar opnieuw ingeregeld of soms zelfs helemaal niet meer.
“Hulpdiensten wil je het liefste een ‘groene loper’ door de stad geven, zodat ze overal kunnen doorrijden zonder ongelukken te maken. Wij kunnen dat organiseren”, beweert De Jonge. “Nu rijden ze met gillende sirenes op een rood verkeerslicht af. Dat gaat zo’n 70 keer per jaar mis, met alle gevolgen van dien. Daarbij komt dat ze ook nog te laat komen voor het ongeval waar ze in eerste instantie voor op pad waren gegaan. Slimme verkeerslichten weten dat de hulpdiensten eraan komen en kunnen hen dan overal groen geven op het juiste moment.”
Talking Traffic uitwisseling data
Een belangrijke uitdaging van Talking Traffic is dat de beschikbare data goed uitgewisseld wordt. Die data gaat verschillende kanten op: van weggebruikers via clouds naar verkeerslichten en weer terug naar de devices. Daarbij mag per verwerkingstap (in de app, in de cloud, in de regelapplicaties) maximaal 300 milliseconden tussen zitten die de data erover doet om van de ene schakel naar de andere te komen. Dat heet ‘latency’, ofwel vertragingswaarde. Zo ervaren de weggebruikers nooit een vertraging van langer dan een seconde. Dat is aanvaardbaar en in de praktijk ook gerealiseerd.
Hulpdiensten wil je het liefste een ‘groene loper’ door de stad geven
Bij Talking Traffic lopen er twee trajecten parallel aan elkaar. Aan de ene kant zijn dat de 1,5 miljoen weggebruikers die via apps en navigatie op de hoogte worden gehouden van wegwerkzaamheden, filestaarten, tijd tot rood/tijd tot groen bij verkeerslichten en dergelijke. De verwachting is dat dit aantal in 2020 gegroeid zal zijn naar 2,5 miljoen. Gekoppeld daaraan is er de samenwerking met transport, ov en hulpdiensten om op kruispunten en trajecten prioriteitsverlening met IVRI’s in te regelen en in gebruik te nemen.
Landelijke uitrol iVRI’s
Inmiddels zijn er ruim 250 iVRI’s werkend op straat. En zijn er nu vijf locaties waar die prioriteitsverlening met iVRI’s als start van een landelijke uitrol wordt ingeregeld. Dat is in Utrecht, Eindhoven, Helmond, Deventer en bij Groningen met deelname van het UMC. De komende periode werkt het partnership ook aan de uitrol van zogeheten ‘connected transport corridors’. Dat zijn de drukste trajecten voor transport in Nederland. Van Amsterdam, Schiphol, Aalsmeer, Naaldwijk, Westland, Oostland via de haven van Rotterdam en haven Moerdijk richting Antwerpen. En vanuit de Randstad via Breda, Tilburg, Eindhoven en Venlo richting het Ruhrgebied.
De belangrijkste factor of Talking Traffic een succes wordt, hangt volgens De Jonge af van hoe alle overheden hun verkeersdata op orde hebben. “Het gaat dan over de vraag of die data actueel, betrouwbaar, correct en continue beschikbaar is.” Minister van IenW, Cora van Nieuwenhuizen, wil nog dit najaar hierin een belangrijke slag slaan. Met haar medebestuurders bij provincies en gemeenten gaat ze afspraken maken over de kwaliteit, sturing en organisatie van hun publieke verkeersdata.
Met de nieuwe toepassingen kunnen weggebruikers en op termijn ook geautomatiseerde voertuigen onderweg elkaar voortdurend van actuele informatie voorzien. Zo kunnen ze tijdig en beter inspelen op het verkeer, wat goed is voor de verkeersveiligheid, efficiency, doorstroming en emissies.
Meer informatie is te vinden op www.talking-traffic.com.