Tekst Bram van der Velde
Vanuit het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is in 2018 de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL) opgestart. In de proeftuin worden boeren geholpen om de nieuwste technieken toe te passen. Daar komen ze zelf door drukte of onderbezetting niet aan toe.
“Er is een heleboel techniek beschikbaar zoals satellietbeelden, inzet van drones, sensoren”, weet Corné Kempenaar, senior onderzoeker bij de Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR) en in die hoedanigheid betrokken bij de proeftuin. “Alleen zijn al die toepassingen nog geen plug-and-play-systemen. Ze zijn daardoor niet direct toepasbaar voor de boeren, ook niet bij moderne bedrijven. In de proeftuin helpen wij de boeren om alles op elkaar af te stemmen.”
Maatschappelijke doelen behalen
“Wanneer een boer op jaarbasis 20 euro aan bestrijdingsmiddelen kan besparen, maar daarvoor eerst 25 euro moet investeren in een drone, voelt hij geen directe urgentie”, legt Kempenaar uit. “Maar voor de overheid zijn er maatschappelijk doelen te behalen bij het optimaliseren van landbouw. Denk aan het omlaag brengen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen of minder CO2-uitstoot. Daar is de Proeftuin Precisielandbouw ook voor.”
Kringlooplandbouw
Voor een periode van 4 jaar heeft LNV 3,2 miljoen euro beschikbaar gemaakt. LNV zet met dit geld in op de ontwikkeling van kringlooplandbouw. Bij kringlooplandbouw is de boer niet alleen gericht op een goede opbrengst en zuinig omgaan met grondstoffen en energie, de belasting van klimaat, milieu en natuur is ook veel lager.
In 2018 is de proeftuin begonnen met zes boeren en tuinders verspreid over heel Nederland. Het afgelopen jaar zijn daar nog eens tien boeren aan toegevoegd en het komende jaar is er plek voor nog eens zes boeren en tuinders. De animo onder boeren was groot. In totaal waren er meer dan 100 aanmeldingen van boeren en tuinders die wilden meedoen.
Softwarepaketten beheersen
“We zijn ook bezig met hogescholen om het lespakket aan te passen aan de technologische ontwikkelingen”, vertelt Kempenaar. “Niet elk boerenbedrijf kan het betalen om een voltijd ICT’er in dienst te nemen. Ze moeten dus zelf leren om de softwarepakketten te beheersen. Dus daar komt extra aandacht voor tijdens de lessen.”
Twaalf toepassingen
Momenteel zijn er twaalf toepassingen waar aan gewerkt wordt in de proeftuin. Voorbeelden daarvan zijn onder andere de detectie en (tijdelijke) bescherming van gewenste weidevogels, gebruik van dronebeelden om onkruid gericht te kunnen verdelgen en het optimaliseren van een patroon van rijpaden met behulp van gps. “Het gaat nu vooral nog om vrij eenvoudige toepassingen”, licht Kempenaar toe. “Moet de boer meer of minder bestrijdingsmiddelen gebruiken. In de toekomst kunnen we verschillende datasets met elkaar combineren. En op den duur kunnen we ze zelfs combineren met historische datasets.”
Kijk voor meer informatie op www.proeftuinprecisielandbouw.nl