Hoe kun je als gemeente efficiënter omgaan met milieueffectrapportage (mer) bij omgevingsbeleid? Om die vraag te beantwoorden, sloegen tien gemeenten de handen ineen. Een van de resultaten is de handreiking 'De mer-basis op orde', een modulair instrument dat gemeenten helpt om slimmer met mer om te gaan. "We moeten het niet hebben over wat we moeten met mer, maar over wat we kunnen en willen met mer."
"De modulaire opzet van de handreiking is heel sterk. Gemeenten kunnen die elementen eruit halen die voor hen relevant zijn en stap voor stap hun mer-basis opbouwen." – Eelke Nijmeijer
"De gemeente Uithoorn voorzag dat ze binnen anderhalf tot twee jaar tijd drie á vier keer een milieueffectrapportage moesten uitvoeren. Dat moet toch slimmer kunnen dan iedere keer weer een bureau inschakelen en dat hele traject doorlopen", vertelt Just Verhoeven, ruimtelijk strateeg bij Antea Group. Hij nam in 2023 samen met Uithoorn het initiatief voor deze leerkring, dat zou uitgroeien tot een landelijke samenwerking met tien gemeenten.
Uithoorn, een relatief kleine gemeente, zocht contact met Antea Group. Samen besloten ze al snel het vraagstuk breder te trekken. "Zij konden dit als kleine gemeente niet alleen dragen. Dus hebben we gezocht naar gemeenten die met ons wilden meedenken en gezamenlijk de ontwikkelkosten wilden dragen", aldus Verhoeven. Uiteindelijk sloten negen kleine en grote gemeenten zich bij Uithoorn aan: Altena, Amersfoort, Amsterdam, Edam-Volendam, Den Haag, Lansingerland, Roosendaal, Rotterdam en Utrecht. Ook het ministerie van IenW, het ministerie van BZK via het programma 'Aan de slag met de Omgevingswet' en de Commissie voor de milieueffectrapportage deden eraan mee.
Leren van elkaar in leerkringen
Het initiatief kreeg vorm in een 'leerkring': gezamenlijke sessies waarin de deelnemers kennis uitwisselden over hoe je efficiënter met mer kunt omgaan. "We hebben vooraf bekeken welke onderwerpen we wilden bespreken en die samen bij de kop gepakt", vertelt Verhoeven. "We hebben hier en daar een specialist iets laten vertellen, maar vooral de gemeenten vanuit hun eigen praktijkervaring aan het woord gelaten."
Ook voor mer-adviseur bij de gemeente Utrecht Eelke Nijmeijer brachten de leerkringen waardevolle inzichten: "Je krijgt een beter beeld van hoe de beleidshuizen er in andere gemeentes uitzien en hoe de beleidscyclus wordt ingericht. Het was een diverse groep, met zowel grote als kleine gemeenten, wat de uitwisseling heel interessant maakte."
"De huidige werkwijze botst met de realiteit: mer wordt gekoppeld aan eenmalige besluiten, terwijl de beleidscyclus constant in beweging is en zich steeds vernieuwt." – Just Verhoeven
“Wij van de gemeente Utrecht hadden vooral een leervraag,” vertelt Nijmeijer. “Veel andere gemeenten waren al verder met hun mer bij hun omgevingsvisie en wij wilden graag leren van hun aanpak. Die inzichten nemen we nu mee naar onze eigen strategen en beleidsmakers.”
Modulaire handreiking
De opgedane kennis en best practices zijn gebundeld in een handreiking waarin wordt uitgelegd hoe gemeenten hun 'mer-basis' op orde kunnen brengen. "Het is eigenlijk een andere manier van werken waardoor je efficiënter met mer kunt omgaan", legt Verhoeven uit. "Zo moet je je informatie goed op orde brengen, waardoor je sneller aan de slag kunt en geen tijd hoeft te steken in het verzamelen van gegevens vanuit het project."
Een belangrijk sterk punt van de handreiking is de modulaire opzet. "Je kunt er gewoon die stukken uithalen die voor jouw gemeente relevant zijn", zegt Nijmeijer. "Het is best overweldigend als je denkt dat je dat allemáál moet doen. Maar je kunt heel goed met de voor jou relevante elementen beginnen en dat dan verder uitbouwen. Begin ergens en bouw daaromheen aan die mer-basis."
Verder is er veel aandacht voor de mer-strategie: hoe ga je binnen de organisatie om met de mer? En wanneer doe je een mer? "Die laatste lijkt een makkelijke vraag, maar hij is vaak lastiger te beantwoorden dan je in eerste instantie denkt", aldus Nijmeijer.
Van obstakel naar strategisch instrument
Een belangrijk inzicht dat de leerkringen opleverde, is dat we met z’n allen meer moeten benadrukken dat mer strategische meerwaarde kan bieden. "We moeten het niet hebben over wat we met mer móeten, maar over wat we met mer kunnen en wíllen ", benadrukt Verhoeven. "Het kan een heel nuttig hulpmiddel zijn voor je besluitvorming, om duidelijkheid en onderbouwing te geven voor de keuzes die je maakt, maar ook om meer samenhang in je beleid te krijgen."
Nijmeijer voegt toe: "De mer wordt wel vaak als een drempel ervaren. Dan wordt gezegd: O ja, daar moeten we ook nog een mer voor doen, bij dat beleidsstuk. Door het efficiënter te maken wordt die drempel hopelijk als minder hoog ervaren. En belangrijker nog: informatie die je verzamelt gaat niet meer verloren, maar je borgt die en die blijft relevant in de beleidscyclus."
Vijf voordelen van werken met de mer-basis
- Efficiënter werken: Je hoeft niet steeds opnieuw het wiel uit te vinden.
- Meer samenhang: Het creëert verbinding tussen verschillende beleidsdocumenten.
- Lagere drempel: Eenvoudiger voldoen aan mer-verplichtingen.
- Betere informatiepositie: Gegevens zijn centraal beschikbaar en up-to-date.
- Strategischer inzet: mer wordt een beleidsinstrument in plaats van een wettelijke verplichting.
Toepassing in de gemeentelijke praktijk
"In Utrecht wordt nagedacht hoe we de omgevingsvisie kunnen actualiseren, dat is het perfecte moment om de mer-basis goed neer te zetten. We kunnen alle lessen uit de leerkringen direct toepassen in ons beleid." – Eelke Nijmeijer
De vraag hoe gemeenten de handreiking in de praktijk toepassen, verschilt per gemeente. "Utrecht bevindt zich in een interessante positie", vertelt Nijmeijer. "We hebben bij onze eerste omgevingsvisie geen overkoepelend MER gemaakt, wel voor delen. Bij een actualisatie kunnen we de mer-basis direct integreren in ons proces."
Utrecht gebruikt de handreiking en inzichten uit de leerkring bij gesprekken over de herziening van de omgevingsvisie. "Dat is het perfecte moment om de mer-basis goed neer te zetten voor het omgevingsbeleid", zegt Nijmeijer. "We kunnen de elementen uit de handreiking toepassen bij een actualisatie."
Dit sluit aan bij wat Verhoeven bij andere gemeenten ziet: "Iedere gemeente moet daar zelf zijn eigen ontwikkelmodel voor bepalen. Waar zit je momentum, waar zit je ambitie, waar zitten je financiën om dingen mee aan de gang te krijgen?"
Grote belangstelling voor de aanpak
De belangstelling voor de handreiking blijkt groot. Bij het webinar waarin de handreiking werd gelanceerd, waren meer dan 170 deelnemers aanwezig, waaronder vertegenwoordigers van ruim 50 gemeenten, alle provincies en diverse omgevingsdiensten. "Ten minste een derde van de gemeenten is inmiddels wel in aanraking geweest met de mer-basis", vertelt Verhoeven.
Inmiddels wordt de aanpak al in diverse gemeenten toegepast. "We zijn bij verschillende gemeenten bezig met mer-achtige vragen rondom het omgevingsbeleid, waarbij we de filosofie van de mer-basis inbrengen", vertelt Verhoeven. "De handreiking is dan een hulpmiddel om dingen concreet te maken."
De deelnemende gemeenten hebben afgesproken de leerkring in enige vorm voort te zetten. "Het model werkt goed. We gaan in 2025 nog een keer bij elkaar komen", zegt Verhoeven. "Gemeenten vinden het waardevol om met elkaar van gedachten te wisselen, zowel over hoe het zou moeten werken als over waar je tegenaan loopt."
Zo is uit het lokale initiatief van de gemeente Uithoorn een landelijke beweging ontstaan die het werken met milieueffectrapportage efficiënter maakt. "We zijn met z’n allen het werkveld aan het veranderen", concludeert Verhoeven. "Dat gaat niet ineens van nul naar honderd, maar de beweging is in gang gezet."
De handreiking 'De mer-basis op orde' is te vinden op de website van Platform31.