Wat kunnen we leren van zeventig milieueffectrapporten bij omgevingsvisies? Met deze vraag ging stagiaire Ellen Blankesteijn in 2024 aan de slag bij de Commissie voor de milieueffectrapportage (Commissie mer). Haar onderzoek onder gemeentes, adviesbureaus en deskundigen leverde waardevolle inzichten op die de praktijk van omgevingsvisies en MER kunnen verbeteren.
“Gemeentes vinden onze kritiek soms lastig te verteren, maar achteraf zeggen ze vaak: ‘Jullie hadden eigenlijk wel gelijk.’” – Daan de Wit
"Gemeentes vinden onze kritiek soms lastig te verteren, maar achteraf zeggen ze vaak: ‘Jullie hadden eigenlijk wel gelijk.’" Daan de Wit, woordvoerder en teamleider bij de Commissie mer, vat hiermee een van de opvallendste conclusies samen uit het onderzoek.
De Commissie mer had een duidelijke vraag: wat kunnen we leren van de zeventig milieueffectrapporten (MER-en) die tot nu toe zijn opgesteld bij omgevingsvisies? Om dit te onderzoeken werd Ellen Blankesteijn, masterstudent aan de Wageningen Universiteit (WUR), aangetrokken voor een afstudeerstage.
"We hadden behoefte aan een frisse blik op hoe het proces in de praktijk verloopt", legt Daan uit. "De stage van Ellen was een perfecte gelegenheid om systematisch te leren van de ervaringen die we hebben opgedaan met omgevingsvisies en bijbehorende MER-en."
Ellen interviewde adviesbureaus, gemeentes, voorzitters, secretarissen en leden van de Commissie mer. Pieter Jongejans, secretaris bij de Commissie mer en al achttien jaar betrokken bij mer, begeleidde Ellen samen met Daan: "We wilden niet alleen onze eigen indrukken toetsen, maar echt begrijpen hoe andere partijen het proces ervaren."
Verrassende inzichten
Een van de opvallende uitkomsten was de houding van adviesbureaus ten opzichte van de kritische adviezen van de Commissie mer. "Adviesbureaus vinden ons soms te kritisch", vertelt Daan. "Maar wat mij verraste was dat ze onze feedback wel serieus nemen en hun volgende MER-en daadwerkelijk verbeteren op basis van ons commentaar."
Ook de meerwaarde voor gemeentes werd duidelijk uit het onderzoek. "Het hele proces van een MER opstellen wordt door gemeentes als zeer waardevol ervaren", zegt Pieter. "Je gaat objectief kijken naar de huidige situatie, je gaat je ambities objectiveren, je maakt keuzes en brengt ruimteclaims met elkaar in verband."
Timing is cruciaal
Een centraal thema in het onderzoek was het belang van tijdig starten met het opstellen van een MER. Daan gebruikt een treffende vergelijking: "Een MER kan je helpen bij vragen als: wat voor vloer wil ik, welke kleur, hoe duurzaam moet het zijn? Al die vragen zijn superhandig als je een vloer gaat kopen. Maar als die vloer al gelegd is en je een jaar later met al die vragen aankomt, denk je: 'moet dat nou nog?'"
Zo is het ook met een MER: in het begin van het proces is het een waardevol hulpmiddel, achteraf wordt het al snel een verplicht nummer. "We moeten ervoor zorgen dat gemeentes al vroeg in het proces de waarde van mer inzien", benadrukt Daan.
“Hoe vager de visie, des te moeilijker is het om een goed MER te maken.” – Pieter Jongejans
Worstelen met abstractie
Een van de grootste uitdagingen blijkt de abstractie van omgevingsvisies te zijn. "Hoe vager de visie, des te moeilijker is het om een goede MER te maken", legt Pieter uit. "Dan wordt het lastig om alternatieven goed te vergelijken of concrete effecten te beoordelen."
Interessant is dat gemeentes die al een omgevingsvisie hebben opgesteld, nu soms merken dat ze een nieuwe versie nodig hebben. "We zien dat gemeentes na een eerste abstractere visie behoefte hebben aan een concretere versie", vertelt Pieter. "Ze merken dat ze scherpere kaders nodig hebben om echt richting te geven aan de ontwikkeling van hun gemeente."
Een ecosysteembenadering
Het onderzoek heeft volgens Daan duidelijk gemaakt dat de praktijk van omgevingsvisies en milieueffectrapporten als één ecosysteem moet worden benaderd. "We kunnen dit niet alleen als Commissie mer oplossen. We moeten samenwerken met gemeentes, provincies en adviesbureaus om de praktijk te verbeteren."
“We worden vaak gezien als een soort examinator, terwijl we onszelf zien als een partner die meedenkt.” – Daan de Wit
Deze benadering vraagt een andere houding van de Commissie mer. "We worden vaak gezien als een soort examinator, terwijl we onszelf zien als een partner die meedenkt over hoe je het milieubelang een volwaardige plek geeft", zegt Daan. "Door Ellens onderzoek zien we dat we die rol als partner nog nadrukkelijker kunnen en moeten vervullen."
Concrete verbeteringen voor de Commissie mer
De inzichten uit het onderzoek leiden tot diverse verbeterplannen. "We willen meer kennisdelingssessies organiseren", vertelt Daan enthousiast. "Vooral voor gemeentes die nog aan het begin staan van het proces. We kunnen delen wat we geleerd hebben van de eerste zeventig MER-en."
De Commissie mer werkt aan een animatie die laat zien wat de meerwaarde is van mer aan het begin van het proces. Ook wil de Commissie mer de resultaten van het onderzoek met adviesbureaus bespreken. "We hebben behoefte aan meer dialoog met adviesbureaus", zegt Pieter. "Niet alleen om onze kritiek uit te leggen, maar vooral om samen te werken aan verbetering van de praktijk."
Een concrete aanbeveling waar de Commissie mer mee aan de slag gaat, is het aanpassen van de toon van hun adviezen. "We zijn aan het kijken of we onze communicatie kunnen verbeteren, zodat we constructiever overkomen zonder aan inhoudelijke scherpte in te boeten."
Een succesvolle samenwerking
Het onderzoek van Ellen werd enthousiast ontvangen binnen en buiten de Commissie mer. "Haar presentatie op onze deskundigendag leidde tot veel positieve reacties", vertelt Daan. "De vragen en opmerkingen toonden aan dat de bevindingen herkend werden en dat er behoefte is aan verbetering."
Blik op de toekomst
Daan is optimistisch over de impact van het onderzoek. "Het heeft ons denken echt veranderd. We kijken nu veel meer naar het gehele ecosysteem van gemeentes, adviesbureaus en de Commissie mer. Samen kunnen we de praktijk van omgevingsvisies en MER-en verbeteren."
"We hebben in ons oprichtingsbesluit van 35 jaar geleden al twee opdrachten meegekregen", vertelt Daan. "Het toetsen van MER-en én het verbeteren van de praktijk. Met dit onderzoek geven we nog beter invulling aan die tweede opdracht."
Pieter vult aan: "Uiteindelijk gaat het erom dat de milieueffectrapportage bijdraagt aan betere besluitvorming. Met de inzichten uit Ellens onderzoek kunnen we dat doel beter bereiken."
De Commissie mer blijft de ontwikkelingen rond omgevingsvisies nauwlettend volgen. "Alle gemeentes moeten in 2027 een omgevingsvisie hebben", benadrukt Pieter. "Dat betekent dat er nog veel gemeentes aan de slag moeten. Met de kennis die we nu hebben, kunnen we hen beter ondersteunen in dat proces."
"Ik hoop dat we over vijf jaar kunnen zeggen dat omgevingsvisies en mer echt hand in hand gaan", besluit Daan. "Dat gemeentes mer niet zien als een verplicht nummer, maar als een waardevol instrument dat hen helpt bij het maken van moeilijke keuzes. Ellens onderzoek is een belangrijke stap in die richting."
Leren van elkaar: vijf lessen en verbeterpunten
Voor gemeenten en adviesbureaus:
- Begin vroeg: neem de mer vanaf het begin mee.
- Maak het concreet: hoe concreter de visie, hoe effectiever de mer.
- Vergelijk alternatieven: durf verschillende scenario’s te doordenken.
- Werk samen: omgevingsvisie en mer vragen om gezamenlijke inzet.
- Leer van anderen: benut de lessen van gemeenten die al ervaring hebben.
Voor de Commissie mer:
- Optreden als partner in plaats van examinator.
- Kritiek constructiever en duidelijker communiceren.
- Meer kennisdelen en dialoog met gemeenten en bureaus.
- Praktische ondersteuning bieden, bijvoorbeeld met animaties.