Zee stijgt sneller door smeltende gletsjers en poolijs

De aarde wordt voor een groot deel bedekt door water, ijs en sneeuw. Oceanen, gletsjers, ijskappen en bevroren ondergrond. De effecten van klimaatverandering op dit water in al zijn vormen zijn inmiddels wereldwijd duidelijk zichtbaar. Het smelten van gletsjers en ijskappen, het ontdooien van permafrostgebieden, de afname van de hoeveelheid zee-ijs en de steeds snellere stijging van de zeespiegel. Mens en natuur staan in toenemende mate onder druk door deze effecten. Deze bevindingen deed het IPCC in 2019 in het speciale rapport over oceanen, sneeuw en ijs (de cryosfeer) in een veranderend klimaat. In een e-magazine zette het KNMI de wetenschappelijke bevindingen op een rij. De focus ligt daarbij op zeespiegelstijging, nu en in de toekomst.

Cover van special over zeespiegelstijging

Amerikaanse prijs voor team satellietinstrument OMI

Als eerste Nederlander ontving KNMI’er Pieternel Levelt dinsdag 27 augustus de prestigieuze William T. Pecora Award voor het succesvolle OMI-satellietproject. Levelt is onderzoeksleidster van het OMI-project . NASA en de United States Geological Survey (USGS) roemen de bijdrage van OMI aan het jarenlange onderzoek naar de samenstelling van de aardatmosfeer.

De satellietmetingen van OMI hebben direct invloed op de samenleving. We kunnen de bronnen waar de luchtvervuiling vandaan komt nu veel beter onderscheiden. Dat is niet alleen belangrijk voor het begrijpen van luchtvervuiling, maar door de lange meetreeks van OMI ook voor het aangeven van trends in luchtvervuiling. Dankzij OMI kunnen we ook een zonkrachtverwachting geven, zodat in de zomer mensen gewaarschuwd kunnen worden bij een hoge UV-factor.

Jaarlijkse NO2-uitstoot boven Europa
Jaarlijkse NO2-uitstoot boven Europa van 2005 tot en met 2017 ©KNMI/BIRA
Pecora Award Pieternel Levelt
Johanna Tamminen (co-PI OMI, Finse Meteorologisch Instituut), Sandra Cauffman (NASA, Director Earth Science Division), Pieternel Levelt (KNMI), Joanna Joiner (co-PI OMI, NASA Goddard), Anne Douglass (former Principal Investigator NASA EOS-Aura Mission)

WMO Research Award voor KNMI-onderzoeker

KNMI-onderzoeker Karin van der Wiel heeft de WMO Research Award for Young Scientists toegekend gekregen. Van der Wiel heeft deze prestigieuze prijs, en een geldbedrag van 1000 dollar, gekregen voor haar onderzoek naar de invloed van klimaatverandering op het voorkomen van extreme neerslag aan de Amerikaanse Golfkust.

Het prijswinnende artikel beschrijft een klimaatattributiestudie naar aanleiding van hevige overstromingen in de Amerikaanse staat Louisiana in 2016 en geeft een schatting van de kans op voorkomen van neerslaghoeveelheden zoals in 2016 en hoe deze kans is veranderd door klimaatverandering. 

Karin van der Wiel
KNMI-onderzoeker dr. ir. Karin van der Wiel
Onderzoeksresultaten Karin van der Wiel
Schematische weergave van de onderzoeksresultaten, bron: NOAA Climate.gov, gebaseerd op Van der Wiel, et al., 2016, HESS.

Trends in opwarming van Nederland

De opwarming van de aarde laat zich in Nederland in allerlei facetten zien. Zo begint de lente tegenwoordig een paar weken eerder dan een eeuw geleden. Dat zien we in vrijwel het hele noordelijk halfrond. Er is geen officiële definitie van het begin van de lente maar je kunt bijvoorbeeld kijken naar de eerste week met gemiddelde maximumtemperatuur boven de 15 graden. Een eeuw geleden was dit rond half april, maar tegenwoordig schommelt het rond de laatste week van maart.

Andere trends die we zien zijn het aantal vorst- en zomerse dagen, kouderecords en hitterecords. In de zomer leidt opwarming tot meer hitterecords en een toename van het aantal zomerse en tropische dagen, terwijl we in de winter minder kouderecords en een afname in het aantal vorst- en ijsdagen zien. Vergeleken met de periode 1951-1980 zijn er dertien zomerse dagen bijgekomen en dertien vorstdagen verdwenen. In 2019 zijn er in De Bilt veertien hitterecords gevestigd, tegen één kouderecord.

Datum weekgemiddelde maximumtemperatuur boven 15 graden
Kaart van de datum waarop de weekgemiddelde maximumtemperatuur gemiddeld voor het eerst boven de 15 graden uitkomt. (Data: E-OBS 1950-2018)