Dit artikel hoort bij: KNMI Jaaroverzicht 2020

Recordwarm en zeer zonnig

In 2020 werd het ene na het andere weerrecord gevestigd. Samen met 2014 was 2020 het warmste jaar sinds het begin van onze waarnemingen. De gemiddelde temperatuur lag met 11,7 °C ruim anderhalve graad hoger dan de normaalwaarde (10,1 °C). Dit past bij de trend van een opwarmend klimaat. Het jaar 2020 was namelijk het zevende warme jaar op rij.

Met landelijk gemiddeld 2026 zonuren was het een zeer zonnig jaar, vergeleken met het gemiddelde van 1639 uur. Hiermee is 2020 het op twee na zonnigste jaar sinds het begin van de metingen in 1901.

2020 was een jaar met grote verschillen in neerslag. Landelijk gezien was het een droger jaar met 785 mm neerslag tegenover een normaal van 847 mm. In het oosten en zuidoosten was het na 2018 en 2019 opnieuw zeer droog. Aan de westkust was het daarentegen een vrij nat jaar. Het landelijk neerslagtekort was zo hoog, dat 2020 binnen de bovenste vijf procent van droogste jaren valt.

Alhoewel januari koud begon, bleef echt winterweer uit. Deze winter was de op één na zachtste winter sinds 1901, het begin van de metingen. Met een gemiddelde temperatuur van 6,4°C tegen 3,4°C was de winter buitengewoon zacht.

Een groot deel van de tijd was het zacht en herfstachtig met regelmatig regen en wind. In februari viel er gemiddeld 136 mm neerslag, terwijl 55 mm het langjarig gemiddelde is. Op 9 februari trok storm Ciara over Nederland, met windstoten tot 129 kilometer per uur. Het was voor het eerst dat een storm in Nederland een naam kreeg.

De lente viel vooral op door de recordhoeveelheid zon: landelijk gemiddeld 805 uur tegenover 507 uur normaal. Het was daarmee de zonnigste lente sinds het begin van de waarnemingen. Verder was het nooit eerder zo vroeg in het jaar zo warm als op 16 februari (16,7°C) en 8 april (24,5°C). De lente was als geheel zacht en zeer droog.

De zomer werd gekenmerkt door een afwisseling van zeer warme perioden en koelere perioden. Ondanks een koele julimaand was de zomer zeer warm, met een gemiddelde temperatuur van 18,3°C (normaal 17,0°C). De zomer was ook erg zonnig. Gemiddeld scheen de zon 677 uren, terwijl het normale gemiddelde 608 zonuren bedraagt.

Voor het derde jaar op rij kende ook deze zomer een hittegolf. In deze periode, van 5 tot 18 augustus, lag de maximumtemperatuur in De Bilt acht opeenvolgende dagen boven de 30,0°C lag. Dit is een recordaantal tropische dagen op rij sinds het begin van de metingen.

De herfst was zeer zacht en zonnig. Alle maanden waren warmer dan gemiddeld. De herfst telde één tropische dag (normaal geen) en drie zomerse dagen (normaal twee). Verder waren er zeventien warme dagen, normaal zijn dat er twaalf. Een landelijk gemiddelde van 375 zonuren tegenover het langjarig gemiddelde van 320 uur maakt deze herfst als geheel vrij zonnig.

De herfst was verder aan de droge kant met landelijk gemiddeld 206 millimeter, waar het langjarig gemiddelde 243 millimeter is. Hoewel het landinwaarts met circa 50 millimeter vrij droog was, was het in Zeeland veel natter dan gebruikelijk met plaatselijk meer dan 130 millimeter neerslag.