Tekst Anneclaire Kniese

De Veiligheidsdiplomaat sprak met Lars Roobol over het bestrijden van nucleair terrorisme, zijn drijfveren en zijn verwachtingen voor de aankomende internationale Nuclear Detection Working Group (NDWG) op 25-26 januari 2018, bij zijn instituut, het RIVM in Bilthoven.

Lars is afdelingshoofd bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en houdt zich daar bezig met straling en radioactiviteit. Vanuit zijn achtergrond in de experimentele natuurkunde en ervaring als stralingsdeskundige is Lars al jaren betrokken bij de veiligheid van Nederland.

Veldoefening in Karlsruhe, twee mensen in beschermende pakken

Nucleair terrorisme en GICNT

Het voorkomen van nucleair terrorisme staat hoog op de internationale agenda en is een prioriteit van Nederland. Een terroristische aanslag met een geïmproviseerd nucleair wapen of een ‘vuile bom’ zou onvoorstelbare schade kunnen veroorzaken en zou wereldwijde gevolgen hebben. Daarom werken landen samen om de noodzakelijke maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat dit nooit gebeurt. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan.

In 2006 hebben de Verenigde Staten en Rusland daarom de koppen bij elkaar gestoken. Zij richtten een informeel internationaal partnerschap op om te focussen op technische aspecten van het bestrijden van nucleair terrorisme. Deze samenwerking heet het Global Initiative to Combat Nuclear Terrorism (GICNT). Het GICNT richt zich met name op het verbeteren van nationale systemen van detectie van nucleair en radiologisch materiaal bij landsgrenzen, nucleair forensisch onderzoek en de responsmaatregelen in geval van een aanslag. Met deze focus speelt GICNT een belangrijke rol op het gebied van nucleaire beveiliging.

Veldoefening in Manzanillo, Mexico

De Nuclear Detection Working Group

Lars heeft veel ervaring opgedaan op het gebied van straling en radioactiviteit, hij was o.a. stralingsdeskundige bij het AMC, manager van het laboratorium voor radioactieve medicijnen bij de kernreactor in Petten en onderzoeker bij het Kernfysisch Versneller Instituut in Groningen. Met al deze expertise op zak was Lars van 2013 tot 2015 voorzitter van de Nuclear Detection Working Group (NDWG), één van de drie vaste werkgroepen van het GICNT. In deze werkgroep werken stralingsexperts uit de hele wereld samen om nationale capaciteiten voor de detectie van smokkel van nucleair en radioactief materiaal te verbeteren.

Lars vervulde zijn rol als voorzitter ook met humor. Overdag onberispelijk in pak en ’s avonds in T-shirt en spijkerbroek. Zijn befaamde T-shirts bevatten meestal spraakmakende teksten, zoals keep calm and let lars handle it. 'Ik pak er altijd een paar in, voor de fans', zegt Lars over de GICNT/NDWG-bijeenkomsten.

De NDWG brengt beleidmakers en experts samen om beter te worden in het opsporen van illegale nucleaire activiteit. De groep organiseert bijvoorbeeld veldoefeningen en stelt richtlijnen op. Onderdeel van de bijeenkomst in januari is een veldbezoek aan de haven van Rotterdam, waar Nederland bijzonder geavanceerde technologie inzet om straling te detecteren in ladingen uit de hele wereld. Zo wordt smokkel van nucleair materiaal en de verspreiding van radioactief afval voorkomen – een belangrijke component van onze nucleaire beveiliging. Het systeem trekt internationale belangstelling.

"Keep calm and let Lars handle it"

Internationale betrekkingen en het bestrijden van nucleair terrorisme

Nederlandse inzet en beleid op het gebied van nucleaire beveiliging wordt vormgegeven door de afdeling Non-proliferatie, Ontwapening en Nucleaire Aangelegenheden (directie Veiligheidsbeleid) van het ministerie van Buitenlandse Zaken (DVB/NW). Nederland speelt al jaren een leiderschapsrol op het gebied van nucleaire beveiliging. Nederland was in 2014 gastland van de Nuclear Security Summit, een bijeenkomst waar meer dan 50 wereldleiders concrete afspraken maakten en verplichtingen zijn aangegaan om de beveiliging van nucleair materiaal en instellingen te verbeteren.

De Nederlandse inzet in GICNT is een verlenging van deze voortrekkersrol. Van 2015 tot 2017 was Nederland als internationale coördinator van GICNT verantwoordelijk voor de coordinatie van de drie vaste GICNT werkgroepen: detectie, forensisch onderzoek en respons. Nederland is tegenwoordig speciale adviseur van het GICNT.

Mede door zijn samenwerking met DVB/NW, is Lars anders gaan denken over de relatie tussen onze internationale betrekkingen en nucleaire beveiliging. 'Hoe Nederland als klein land soms echt het verschil kan maken, als gastland voor een Nuclear Security Summit bijvoorbeeld'.  

Om de wereld veilig te houden, vindt Lars, moet je ook goede persoonlijke relaties opbouwen. Zelf haalt hij voldoening uit het smeden van netwerken en het verbinden van mensen. Lars hoopt dat hij met zijn persoonlijke stijl als voorzitter heeft kunnen bijdragen aan het vertrouwen en de samenwerking tussen mensen, en misschien zelfs tussen landen.  

Lars (links) toont samen met de medewerkers van het Amerikaanse State Department de exercise map van het NDWG in Helsinki.

Drijfveren

Over zijn drijfveren vertelt Lars graag. Hij wil dat zijn vakgebied op orde is en blijft. Dat betekent degelijke wetgeving, controle op de industrie, voorbereiding op rampen en goed onderwijs. Daarnaast vindt hij de afwisseling in zijn baan heel leuk. Het ene moment voert hij discussies over de ethiek van stralingsbescherming en het andere moment staat hij in het lab, waar regenwater wordt gemeten op radioactiviteit.

Lars op een vrije middage in Seoul
Lars op een vrije middag in Seoul

NDWG op 25 en 26 januari

Bij de volgende NDWG-bijeenkomst op 25 en 26 januari verwacht Lars dat de NDWG kan overgaan van theorie naar praktijk. Na een aantal jaar onderzoek te hebben gedaan naar de opbouw van een effectieve detectie-architectuur voor een land, gaat de NDWG nu over tot het testen van deze aanbevelingen. Lars hoopt dat landen niet alleen slimme ideeën zullen uitwisselen maar het ook zullen delen waneer ze tegen uitdagingen aanlopen.

Lars begint vol goede moed aan de bijeenkomst eind januari, waar hij als gastheer optreedt. Met het gevoel dat de wereld een stukje veiliger wordt, als gevolg van het sterke netwerk waaraan hij heeft meegebouwd.