Tekst Manon van de Schootbrugge
Foto Aad Meijer
Diplomatiek contraterrorismenetwerk even terug op BZ
"Grenzeloos terrorisme vraagt om een actief buitenlandbeleid gericht op functionerende internationale contraterrorismestructuren en goede internationale samenwerking" (uit: Kamerbrief Versterkingen in de Veiligheidsketen, februari 2015). Deze Kamerbrief vormde de basis voor de oprichting van het diplomatieke contraterrorismenetwerk (CT-netwerk): een wereldwijd netwerk van regionale veiligheidscoördinatoren en beleidsmedewerkers op ambassades, waarmee de Nederlandse inzet op terrorismebestrijding in het buitenland flink werd uitgebreid. Hiermee beoogde Nederland een actieve rol in internationale fora als de Anti-ISIS Coalitie, het Global Counter Terrorism Forum (GCTF) en de Europese Unie. Daarnaast wilde Nederland, door meer kennis en capaciteit in high risk areas, de nationale en internationale inspanningen op terrorismebestrijding beter op elkaar laten aansluiten.
Leestijd: 4 minuten
Het Nederlandse diplomatieke CT-netwerk bestaat uit Regionale Veiligheidscoördinatoren (RV’s), CT-beleidsmedewerkers en GCTF-liaisons. De RV’s zijn allen geplaatst in regio’s waar de terroristische dreiging hoog is, bijvoorbeeld omdat er regelmatig terroristische aanslagen plaatsvinden of omdat vanuit die gebieden veel foreign terrorist fighters (FTFs) zich hebben aangesloten bij terroristische organisaties in het buitenland. De GCTF-liaisons en CT-beleidsmedewerkers ondersteunen de Nederlandse CT-agenda op permanente vertegenwoordigingen bij de VN en de EU, maar ook op posten die belangrijk zijn voor het co-voorzitterschap van het GCTF, zoals Rabat en Washington. Sinds 2016 zijn zij wereldwijd actief en komen zij jaarlijks terug naar Den Haag om met de afdeling Terrorismebestrijding en Nationale Veiligheid van de directie Veiligheidsbeleid (DVB) bij te praten over het buitenlandbeleid op contraterrorisme. Afgelopen zomer vond de derde editie van deze CT Terugkomdagen plaats. Deze editie stond in het teken van behaalde successen, uitdagingen in de toekomst en aansluiting van de inzet in het buitenland op de nationale aanpak.
Succes: Nederland als invloedrijke speler op het internationale CT-toneel
In korte tijd is een sterk netwerk opgebouwd in voor Nederlandse veiligheid belangrijke regio’s en landen. Door ervaringen en expertise te delen, bijvoorbeeld over de omgang met gevangenen die voor een terroristisch misdrijf zijn veroordeeld, heeft Nederland een stevige positie verworven op het internationale toneel. Die positie wordt ondersteund door kleinschalige, doelgroepgerichte projecten. De Nederlandse wijkagentenaanpak wordt bijvoorbeeld ingezet in gemeenten in Tunesië om politieagenten meer benaderbaar te maken voor jongeren in achterstandswijken. Door niet alleen te praten met lokale overheden en andere stakeholders, maar ook te 'doen', is Nederland een internationaal gewaardeerde partner geworden. Die positie maakt dat Nederland invloed heeft op de internationale CT-agenda. Dankzij die positie wordt Nederland ook geraadpleegd in de ontwikkeling van nationale Countering Violent Extremism (CVE) strategieën in landen waar gewelddadig extremisme en terrorisme een probleem is. Hierbij maakt Nederland zich hard voor een balans tussen enerzijds de harde veiligheidsaanpak en anderzijds de waarde van preventie. Immers, voorkomen is goedkoper en duurzamer, maar vergt ook een lange adem, politieke betrokkenheid en vooral ook investeringen. Een ander groot goed is de flexibiliteit om je inzet snel aan te kunnen passen aan de lokale dreiging en dynamiek. In de woorden van Angèle Samura, RV in Bangkok: "In mijn regio (Zuidoost Azië red.) word ik als vertegenwoordiger van Nederland gezien als een autoriteit op het gebied van contraterrorisme. Door goede relaties met lokale politie maar ook think tanks heb ik een waardevolle informatiepositie verworven. De flexibiliteit waarmee ik kan inspelen op veranderende terrorismedreiging in de regio is daarvoor essentieel."
Uitdaging: veranderende terrorismedreiging
Naast successen zien we ook toekomstige uitdagingen. Ruim twee jaar na het aantreden van de CT-diplomaten is de internationale terrorismedreiging veranderd. Tussen 2013 en 2014 maakten veiligheidsdiensten zich zorgen over uitreizigers naar strijdgebieden in Irak en Syrië. Nu het territorium van ISIS verkleint, worden Nederland en likemindedlanden in toenemende mate geconfronteerd met het vraagstuk hoe om te gaan met terugkerende foreign terrorist fighters. In het laatst gepubliceerde Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN 48) wordt ingegaan op deze veranderende dreiging. Minder grondgebied betekent bovendien niet dat de invloed die organisaties als ISIS en Al-Qa’ida op mogelijke volgelingen kunnen uitoefenen afneemt: deze groepen zullen vermoedelijk op zoek gaan naar andere manieren om hun 'volgelingen' aan zich te blijven binden. Die dreigingsvraagstukken gelden zowel voor Nederland als voor de regio’s waarin de RV’s actief zijn. In verschillende sessies werd tijdens de Terugkomdagen dan ook ingegaan op veranderende terrorismedreiging en de rol van BZ daarbinnen. Sessies over terugkerende FTFs en de groei van de gewelddadig jihadistische beweging in Nederland werden onder andere verzorgd in samenwerking met de zogenaamde ketenpartners, ministeries en uitvoerende diensten die zich ook met terrorismebestrijding bezighouden.
'Nederlandse inzet': in het buitenland staat de lokale aanpak centraal
In terrorismebestrijding in het buitenland zet Nederland in op een goede aansluiting van de internationale inzet op het nationale veiligheidsbeleid en vice versa. Dat betekent dat niet alleen met de autoriteiten wordt gesproken over nationale CT- en CVE-strategieën, maar dat ook intensief wordt samengewerkt met lokale veiligheidsautoriteiten en het maatschappelijk middenveld. Die lokale aanpak is het uitgangspunt, zowel in Nederland als in het buitenland. Om dit tastbaar te maken, bezocht het CT-netwerk de Gemeente Den Haag. Daar kregen zij uitleg over de ‘Haagse 360-gradenaanpak’. Ook namen ze deel aan een simulatie van een casusoverleg, waarin meerdere organisaties de casus van een terrorismeverdachte bespreken. Hoe vertaalt zich dat naar de praktijk in het buitenland? RV Onno Koopmans, gestationeerd in Nairobi, licht toe "Het streven is dat lokale organisaties en veiligheidsautoriteiten onderling elkaar beter weten te vinden om gewelddadig extremisme te voorkomen en te bestrijden. Door elkaar beter te kennen en te weten wat je aan elkaar hebt, kan vaak het onderlinge wantrouwen worden verminderd. In mijn regio (Hoorn van Afrika red.) is Nederland, naast de VS en VK, een van de weinige actieve bilaterale partners. Nederland speelt een ondersteunende rol in het bij elkaar brengen van die verschillende partijen in de regio."
Een goede samenwerking internationaal en nationaal vertaalt zich dan ook in concrete voorbeelden vanuit ons CT-netwerk. Zo zijn het afgelopen jaar verschillende uitwisselingen georganiseerd tussen Nederlandse en buitenlandse organisaties uit de veiligheidsketen. Daarbij staat het delen van kennis en expertise centraal. Hoe gaan we in Nederland of in Qatar om met het vervolgen van een terrorismeverdachte? Wat kunnen Nederlandse en Tanzaniaanse veiligheidsprofessionals van elkaar leren om meer bewust te zijn van potentiële terroristische dreigingen? Welke voorbeelden van lokale aanpak zijn bruikbaar voor de wereldwijde strijd tegen terrorisme onder leiding van de secretaris-generaal van de VN, Antonio Guterres? Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de afgelopen jaren. Over hoe de aansluiting van lokale en internationale inzet op terrorismebestrijding verder wordt verbeterd, lees je meer in de volgende editie van de Veiligheidsdiplomaat!