Tekst Sari Tollenaar
Foto Philippe Kropf en Sari Tollenaar

Middenin de Afghaanse provincie met uitzicht op uitlopers van de Hindu Kush, sta ik op één meter afstand van een Russische mortiergranaat. Over mijn scherfvest draag ik een knalblauw vestje en een doorzichtige beschermkap glijdt telkens van mijn voorhoofd af. Naast me gaat een man met een tuinschepje secuur door een berg zand heen.

Leestijd: 10 minuten

Mijn kantoor in Kaboel lijkt opeens wel heel ver weg. Samen met collega Stijn ben ik op bezoek bij, een ontmijningsorganisatie die de Afghaanse bodem stukje bij beetje schoonmaakt. Nederland steunt HALO-trust sinds 2002, met als doel een mijnvrij Afghanistan vóór 2023; zo wordt Afghanistan een stuk veiliger. Het is bijzonder om met eigen ogen te zien hoeveel daarbij komt kijken en hoe professioneel deze bijna volledig Afghaans gerunde organisatie in elkaar zit.

Op de terugweg passeren we een districtsgrens om weer terug te keren naar Mazar-e-Sharif, de op vier na grootste stad van Afghanistan met meer dan 400.000 inwoners. Even buiten de stad ligt Kamp Marmal, genoemd naar de gelijknamige bergketen. Het grootste deel van de ongeveer 160 Nederlandse militairen in de NAVO missie Resolute Support zit hier gelegerd. Deze week was Dutch Mountain, het Nederlandse deel binnen het kamp, mijn thuis.

Districtgrens

We rijden naar de trainingslocatie van de speciale politie-eenheid die door Nederlandse Special Forces getraind wordt; de gebouwen en omliggende natuur baden in goud zonlicht. De Afghaanse commandant van de nieuwe eenheid ATF-888 is apetrots op de mooie tuin en het standbeeld, die hij beide voor een groot deel uit eigen zak heeft betaald. We lopen door het gebouw met de Nederlandse commandant om te zien hoe de vrouwelijke agenten hun verblijf hebben ingericht, maar helaas zijn er twee met vakantie en zijn de andere twee al naar huis. De plaatsvervangend commandant is wel op de compound. Hij is een beetje beledigd dat we niet eerder hebben laten weten dat we op bezoek komen, want dan had hij tenminste een goede maaltijd voor ons kunnen klaarzetten. Toch zijn we welkom in zijn ruime kantoor en krijgen we een kop groene thee en grote schalen met Afghaanse nootjes en karamel.

Trainingslocatie

Wijdbeens licht hij toe hoe zijn troepen in een paar maanden al heel wat resultaten hebben behaald dankzij de training van de Nederlandse en Duitse Special Forces. Het belang van vrouwen in zijn eenheid is essentieel: “I need women to improve our operations”. De ATF-888 voert complexe arrestaties uit, bijvoorbeeld personen die verdacht worden van terrorisme of drugssmokkel. Als zijn troepen een locatie binnenvallen, durven zijn mannen het vrouwenvertrek niet te betreden. Uiteraard is dit bekend bij de boeven, die vaak wapens, drugs en geld verstoppen in vrouwenvertrekken of bij dames onder hun boerka schuiven. Inbeslagname van bewijsmateriaal wordt dus een stuk makkelijker met vrouwelijke troepen. Het is echter nog niet zo makkelijk om in de Afghaanse samenleving vrouwen te vinden die bij de politie of het leger willen.

Daarom organiseerde de Nederlandse Gender Adviseur van Resolute Support op 7 maart in het kader van Internationale Vrouwendag een bijzondere conferentie over de rol van vrouwen in de Afghaanse veiligheidssector en de noodzaak om laaggeletterdheid aan te pakken. De plaatsvervangend gouverneur van Balkh benadrukte het belang van de Afghaanse grondwet voor de vooruitgang op het gebied van vrouwenrechten. Hij sprak de wens uit dat de internationale gemeenschap zich in blijft zetten voor langdurige en houdbare vrede, waarbij vrouwenrechten niet in het gedrang komen. De aanwezigheid van veel hooggeplaatste militairen, zowel Afghaans als internationaal, bewees dat het onderwerp relevant en urgent is.

Om ook toegang tot de rechtsspraak voor vrouwen te vergroten steunt Nederland de Duitse NGO Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit (GIZ) die o.a. in de provincie Balkh een brug probeert te slaan tussen de formele en informele justitiële sector. Zo vormen Gender Focal Points (GFPs) in alle districten van de provincie een brug tussen het Directorate of Women Affairs (decentraal directoraat van het ministerie voor vrouwenzaken) en de vrouwen in de districten. Zowel sociale problemen als juridische zaken worden door vrouwen gedeeld met de GFPs, die indien nodig strafzaken kunnen doorverwijzen naar de overheid. Zo draagt het project bij aan de kennis van vrouwen over hun eigen rechten, ook in landelijke gebieden. De vrouwen geven aan dat alle partijen naar vrede snakken, inclusief zij zelf.  

Dit wordt bevestigd tijdens een bijeenkomst op de universiteit in Mazar-e-Sharif, waar een stuk of 12 rechtenstudentes over hun positie in de Afghaanse maatschappij en de toekomst van Afghanistan vertellen. Deze ambitieuze jonge vrouwen zijn het er met elkaar over eens dat ze een verantwoordelijkheid hebben om het beste uit zichzelf te halen voor alle vrouwen in Afghanistan. Ze geven aan dat het belangrijk is om een betekenisvolle positie te hebben; met name in overheidsinstellingen ontbreekt het aan vrouwen die daadwerkelijk besluitvormende macht hebben. De eerste stap is om vrouwen in de maatschappij kennis bij te brengen over de rechten die ze hebben.

Ook economische onafhankelijkheid is nodig om vrouwen zelfstandig te kunnen laten functioneren in de Afghaanse maatschappij, iets waar het Provinciale Vrouwennetwerk met steun van Nederlandse NGO Cordaid aan werkt. Eigenlijk net zoals vrouwennetwerken die we in bijvoorbeeld Nederland zien, brengen vrouwen binnen het netwerk elkaar op de hoogte van kansen op de arbeidsmarkt. Eén van die kansen is werken bij de politie, essentieel om uiteindelijk de veiligheid te vergroten – een enorme uitdaging die genoemd wordt door alle vrouwen die we spreken.

In schril contrast met deze sterke vrouwen staan de mensen die ontheemd zijn en terug moeten vallen op voedselhulp geleverd door het World Food Program.

Complete gezinnen zijn naar de stad getrokken omdat de veiligheidssituatie in hun districten verslechterde. De vrouwen hier hebben bijna allemaal een boerka om, want dit geeft ze een gevoel van anonimiteit en veiligheid. Ze hebben weinig hoop op verbetering op de lange termijn; het komen en gaan van diverse gewapende groepen in hun dorp hebben ze allemaal meermaals meegemaakt. Terwijl we in gesprek zijn spelen hun kinderen tussen de benen en boerka’s door. Hopelijk is hun onbezorgdheid in de toekomst ook mogelijk.

De burgemeester van Mazar-e-Sharif heeft zijn blik ook op de toekomst gericht; hij wil zo snel mogelijk een onafhankelijke gemeente zijn. “Don’t give us fish, but learn us how to fish”. Dit is precies waar het project van UN-Habitat, dat we samen met de burgemeester bezoeken, op is gericht. We zien hoe een kleine gemeenschap met financiële bijdrage van UN-Habitat en eigen inleg zelf een watertoren heeft gemaakt. Hiermee krijgen meer dan 3.500 mensen schoon drinkwater aan huis. Ook hebben ze het financieel zó geregeld dat na betaling voor het water er genoeg geld overblijft om eventuele reparaties aan het systeem uit te voeren.

Eenmaal op de terugweg naar Kaboel denk ik in het vliegtuig na over de toekomst van Afghanistan en hoop vurig dat 2019 inderdaad een jaar van vrede wordt. Vrouwen zouden wel eens een sleutelrol kunnen spelen in het vredesproces, denk ik. Hun kracht, ambitie en verantwoordelijke blik op de toekomst geeft me hoop.