Tekst Ronald Sonnemans en Louise van Gend

Hij werkte afgelopen 3,5 jaar als regionale veiligheidscoördinator (hierna RV genoemd) in Algerije, Tunesië en Libië. Ronald Sonnemans reisde van het ene naar het andere land om terroristische dreigingen in kaart te brengen en samen te werken met die landen. Nu staat Ronald op het punt te vertrekken en blikken we met hem terug op zijn tijd als ‘RV’ in Noord-Afrika.

Ronald Sonnemans is regionale veiligheidscoördinator in Algerije, Tunesië en Libië.

Reizen

Je hebt de afgelopen jaren gewerkt als regionale veiligheidscoördinator in Algerije, Tunesië en Libië. Daarvoor reis je heel wat af om de uitdagingen van terrorisme en radicalisering in kaart te brengen en een informatienetwerk op te bouwen. Kortom, jouw agenda zal behoorlijk vol zitten. Hoe heb je dit vele reizen ervaren? Hoe ziet een typische werkdag eruit?

"Het klopt dat er heel wat gereisd is in de afgelopen jaren, met name naar Algerije en in iets mindere mate naar Libië. Ik heb daarbij altijd geprobeerd om mijn tijd zoveel mogelijk te verdelen tussen de verschillende locaties. Dit heb ik nooit echt als een last ervaren, al leidden de vele vertragingen nogal eens tot ellenlange uren wachten op vaak saaie luchthavens.

Er zijn haast geen “typische” werkdagen geweest. In de eerste maanden van mijn verblijf in Tunis was ik met name druk om in kaart te brengen op welke gebieden Nederland kon bijdragen aan een veiliger Tunesië, Algerije en Libië. In deze periode heb ik talrijke overleggen met de Tunesische, Algerijnse en Libische overheid gevoerd. Daarna lag de focus meer op het afstemmen met andere landen die ook actief zijn op het terrein van veiligheid.

De rest van mijn tijd heb ik grotendeels besteed aan analyseren van de politieke en veiligheidsontwikkelingen in de Maghreb. Kortom, typische dagen waren er niet, wel een heel gevarieerd palet aan werkzaamheden op meerdere locaties."

Van wijkagenten tot leiderschap

De drie landen verschillen aanzienlijk in context en dreigingsbeeld. Waar lag jouw focus qua thema’s op het gebied van terrorismebestrijding en preventie van radicalisering?

"Onze inzet verschilt per land in mijn focusregio inderdaad behoorlijk. Zo vielen in Tunesië de ideeën over de Nederlandse geïntegreerde wijkaanpak en de inzet met “wijkagenten” in de strijd tegen extremisme in goede aarde. Ook was er ruimte om met de autoriteiten te werken aan de re-integratie en rehabilitatie van extremistische gevangenen en terugkerende ISIS strijders. In Algerije richt onze inzet zich meer op het vergroten van burgerschap en maatschappelijke betrokkenheid onder gemarginaliseerde jongeren middels leiderschaps- en Life Skills projecten. In Libië proberen we lokale overheden te helpen bij het versterken van hun veiligheidsapparaat. Burgers zijn op deze manier minder snel geneigd  zich te richten op milities voor hun veiligheid."

"Wakker liggen doe ik niet zo snel, zorgen maken over hoe de Maghreb, maar ook Europa hier een vuist tegen kan maken wel."

Zorgelijke situatie?

Afgelopen jaren is Tunesië geteisterd geweest door verschillende aanslagen. Die op het strand in Sousse (2015) is daarvan de bekendste. Eind juni 2019 werd Tunis nog opgeschud door twee aanslagen. Het kalifaat van ISIS is gevallen, maar de aantrekkingskracht blijft nog bestaan. Lig je daar wel eens wakker van?

"Wakker liggen doe ik niet zo snel, zorgen maken over hoe de Maghreb, maar ook Europa hier een vuist tegen kan maken wel. In deze regio zijn de onderliggende (grond)oorzaken voor gewelddadig extremisme (en migratiedruk) onder jongeren terug te leiden op een paar hoofdfactoren.

Allereerst de welhaast uitzichtloze sociaaleconomische situatie voor het gros van deze jongeren.  De overheid wordt hiervoor door de Tunesiërs verantwoordelijk gehouden. De werkeloosheid blijft torenhoog en de politiek heeft hier vooralsnog geen antwoord op. Zonder goede contacten en een netwerk, kom je er haast niet tussen op de arbeidsmarkt. De baantjes die er zijn leveren vaak te weinig op om van te kunnen leven.

Ten tweede wordt het, in de ogen van jongeren vaak harde optreden van  veiligheidsdiensten genoemd als reden voor hun afkeer van de samenleving en hun hang naar het extremisme. Zowel in Europa als hier in Noord- Afrika blijft het betrokken houden van jongeren bij de samenleving het belangrijkste wapen in de strijd hier tegen. Dit kan onder andere door aanpassingen in het curriculum van maatschappijleer in het onderwijs, het verbeteren van de dialoog tussen politie en jongeren en last but not least; het vergroten van de kansen op de arbeidsmarkt voor jongeren. Dit alles vereist voortdurende aandacht van overheden en het maatschappelijk middenveld.

Omdat de motivaties voor extremisme of de grondoorzaken voor radicalisering in Noord-Afrika dus veelal sociaal-economisch zijn, en niet zozeer ideologisch, hebben projecten die gericht zijn op deradicalisering of disengagementvaak meer succes. Hulp bij terugkeer in de samenleving en betere kansen op de arbeidsmarkt werpen hier echt vruchten af."

"De inzet van Nederland wordt gezien door de autoriteiten en door andere internationale partners."

Werk om trots op te zijn

Als RV heb je veel samengewerkt met lokale autoriteiten en NGO’s om de landen te ondersteunen om die grondoorzaken van radicalisering tegen te gaan. Maar ook in het voorkomen van terrorisme. Kun je een voorbeeld noemen van een specifieke samenwerking of project waar je het meest trots op ben?

"Ik ben trots op de nauwe samenwerking met het Tunesische ministerie van Binnenlandse Zaken en de politie bij de ontwikkeling van de geïntegreerde wijkaanpak in een tweetal steden van waaruit veel jongeren zich hebben aangesloten bij ISIS. Dit “Nederlandse” concept waarbij politie, maatschappelijke organisaties en jongeren de handen ineen slaan om te voorkomen dat deze laatsten “het foute pad” kiezen, wordt sinds een paar jaar steeds meer toegepast in Tunesië.  

Daarnaast ben ik blij met het feit dat Nederland in Tunesië covoorzitter is geworden van de internationale werkgroep tegen gewelddadig extremisme. In deze werkgroep wordt bepaald op welke wijze en op welke gebieden de internationale gemeenschap en Tunesië samenwerken op dit thema. Als covoorzitter kan Nederland hier duidelijk richting aan geven. De inzet van Nederland wordt gezien door de autoriteiten en door andere internationale partners."

Ronald met een deelnemer van het Life Skills project in een vluchtelingenkamp in Zuidwest Algerije.

Het was ook wel eens spannend

Je reisde soms ook af naar onveiligere gebieden in de Maghreb. Wat is het meest spannende wat je hebt meegemaakt? En wat heeft je het meest verbaasd?

Het meest spannende vond ik toch wel de bezoeken aan de vluchtelingenkampen van Polisario in Zuidwest Algerije. In deze kampen verblijven sedert 1975 zo’ n 175.000 mensen die steeds meer onderdeel worden van een “vergeten” conflict. Inmiddels groeit de vierde generatie op in deze kampen. De frustratie onder jongeren aldaar groeit gestaag en er zijn duidelijke aanwijzingen dat er in de kampen gerekruteerd wordt door gewelddadig extremistische organisaties.

Toch wordt met allerlei projecten ingezet om de vooruitzichten voor deze jongeren te versterken. Nederland zet met name in op de ontwikkeling van zogenaamde Life Skills, waaronder digitale capaciteiten, waardoor op afstand geld verdiend kan worden met bijvoorbeeld vertaalwerk en verkoop van producten uit de kampen.

Ook het bezoek aan de Libische stad Garyan staat in mijn geheugen gegrift. Het enthousiasme waarmee in deze stad met Nederlandse hulp wordt gewerkt aan de totstandkoming van een goed functionerend veiligheidsapparaat door vertegenwoordigers uit alle lagen van de bevolking heeft indruk op mij gemaakt.

Het meest verbaasd ben ik toch altijd weer over de enorme veerkracht waarover veel jongeren in deze regio beschikken. Zelfs in de meest uitzichtloze situatie, blijven ondanks alle teleurstellingen dromen overeind en zijn organisaties en jongeren te vinden die er veel aan gelegen is dat anderen bij de samenleving betrokken blijven."

"De belangrijkste les blijft om alles in voortdurende nauwe afstemming met de lokale overheden te blijven doen."

Naar een nieuwe uitdaging

Je gaat binnenkort naar Irak om daar aan de slag te gaan als politiek adviseur voor de NAVO-missie. Neem je specifieke ervaringen uit de afgelopen jaren als regionale veiligheidscoordinator mee in je nieuwe functie en wat dan precies?

Je neemt natuurlijk altijd ervaringen mee uit vorige plaatsingen. De NAVO-missie in Irak is een trainings- en adviesmissie gericht op het versterken van de weerbaarheid van Iraakse veiligheidsdiensten. De ervaringen uit projecten in Tunesië en Libië op dit terrein komen hierbij zeker van pas. De belangrijkste les blijft om alles in voortdurende nauwe afstemming met de lokale overheden te blijven doen. Laat de ideeën van hen komen, en bekijk op welke wijze Nederland (of in mijn nieuwe functie bij de NAVO) hieraan bij zou kunnen dragen.

Het netwerk

Sinds 2016 heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken een diplomaat contra-terrorisme (CT)-netwerk opgericht. Dit netwerk bestaat uit regionale veiligheidscoordinatoren (RV’s), CT-beleidsmedewerkers en Global Counter Terrorism Forum(GCTF)-liaisons. De RVs zijn geplaatst in regio’s waar de terroristische dreiging hoog is. Naast de Maghreb zijn ook de Sahel, de Hoorn van Afrika, het Midden-Oosten, de Westelijke Balkan en Zuidoost Azië focusregio’s. Deze diplomaten ondersteunen de Nederlandse CT-agenda in het buitenland, brengen dreigingen in kaart en bouwen een netwerk op met de landen en organisaties in de regio’s. Lees meer: Kamerbrief Versterkingen in de Veiligheidsketen, februari 2015.