Tekst Bas Bauer, Loes van Bergen, Amerens Jongsma

Joost Flamand is sinds februari 2021 directeur van de Directie Veiligheidsbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarvoor was hij onder andere de Nederlandse ambassadeur in Italië en directeur van de Directie Integratie Europa. In een persoonlijk gesprek blikt deze veiligheidsdiplomaat terug op 25 jaar DVB, en kijkt hij vooruit naar de toekomst van veiligheidsthema’s en nieuwe uitdagingen.

Leestijd: 4 minuten.

Binnen jouw diplomatieke carrière heb je je voornamelijk gericht op Europees beleid; hoe ben je daar terecht gekomen?

'Dat ik terecht ben gekomen bij Europees beleid was in eerste instantie eigenlijk puur toeval. Door mijn achtergrond in Europees Recht ben ik na mijn afstuderen eerst bij de directie Europa en daarna bij de directie Integratie Europa terechtgekomen.

Het was toen een spannende tijd in Europa: toen ik begon bij BZ in 1991 was de Berlijnse Muur relatief recent gevallen, de eerste Golfoorlog net voorbij, hield de Sovjet-Unie op te bestaan en viel Joegoslavië uiteen. Een tijdperk van chaos en hoop tegelijkertijd. Eigenlijk had ik geluk met de functie, want op deze manier werd mijn kennis over Europa enerzijds vergroot en anderzijds had ik ook daadwerkelijk het gevoel een toegevoegde waarde te kunnen leveren met mijn achtergrond in rechten.'

Hoe was het om het diplomatieke leven te combineren met je gezin?

'Inmiddels ben ik getrouwd en heb ik vijf kinderen gekregen, waarvan er vier studeren en een nog op school zit. Als gezin hebben we veel gereisd en op meerdere plekken gewoond voor mijn werk. Dat vroeg vooral veel van mijn vrouw, en naarmate de jaren vorderen vraagt dat steeds meer. Onze kinderen waren flexibel en zijn ook nu nog positief over het wonen in verschillende landen. We hebben er wel altijd voor geprobeerd te zorgen dat Nederland het land is waar we ons het meeste thuis voelen, ons “thuis".'

'Voor mij is diplomatie cruciaal om Nederlandse belangen en waarden te verdedigen.'

Naast Europees beleid heb je ook veel affiniteit met veiligheidsonderwerpen; hoe is dat zo gekomen?

'Veiligheid is een essentiële voorwaarde voor het voortbestaan van onze maatschappij, voor wat wij willen bereiken in dit land en voor de toekomst van onze kinderen. Voor mij is veiligheid echt een centraal begrip. Via de Europese Unie of de NAVO heb ik het gevoel bij te dragen aan dat doel.

Continue samenwerking, debat en discussie, in plaats van ons voor te bereiden op een gewapend conflict; daaraan bijdragen is voor mij de moeite waard en inspireert me iedere dag. Dat is zo gekomen door mijn opvoeding, denk ik.

Mijn moeder, die tijdens en in de naweeën van de Tweede Wereldoorlog opgroeide, heeft me een sterk rechtvaardigheidsgevoel bijgebracht. Van huis uit werd erop gehamerd dat oorlog nooit meer mag gebeuren. Nooit meer macht boven recht. Macht, recht en vrede zijn grote begrippen, en de kunst is om ze klein en behapbaar te maken voor iedereen: een belangrijk onderdeel van diplomatie. Daarmee begint ook begrip.'

Hoe zijn volgens jou de grote veiligheidsuitdagingen veranderd de laatste 25 jaar?

'Het 25-jarige jubileum van DVB in het najaar van 2021 is een mooie mijlpaal. Daarvoor heette het directie Atlantische Veiligheid, en werd veiligheid nog puur uitgedrukt in ‘Atlanticisme’: de band met de Amerikanen en Canadezen. Vijfentwintig jaar geleden is dus eigenlijk al besloten dat het denken over veiligheidsbeleid breder moest worden.

Toen ik voor het eerst bij DVB werkte, bestond de directie alleen uit de ‘klassieke’ afdelingen Veiligheids- en Defensiebeleid, Crisisbeheersing en Vredesoperaties, en Wapenbeheersing. Veiligheid was een thema van en tussen staten. Daaraan is sindsdien toegevoegd Terrorisme en Nieuwe Dreigingen en de Taskforce Cyber.

Nu groeit de aandacht voor thema’s als economische veiligheid en opkomende technologieën. De afgelopen 25 jaar is er dus een interessante verschuiving ontstaan op veiligheidsgebied en in het maken van veiligheidsbeleid: het is vele malen diffuser en breder geworden, met veel meer betrokken actoren en organisaties.'

Hoe zie je de toekomst van het veiligheidsbeleid?

'De combinatie van conventionele en nieuwe dreigingen maakt veiligheidsbeleid steeds complexer. De kunst is om te reageren op een manier die het meest effectief is op alle dreigingsvlakken. Het is daarom belangrijk voor ons niet te blijven denken in beproefde modellen en methodes, maar ons te blijven focussen op het creëren van nieuwe oplossingen voor nieuwe veiligheidsuitdagingen. Dat vraagt ook om moderne diplomatie.

Gelukkig kunnen we via internationale samenwerking veel van elkaar leren. In de Baltische staten zijn ze bijvoorbeeld compleet opnieuw gaan nadenken over veiligheidsbeleid en nationale weerbaarheid nadat Estland in 2007 getroffen werd door een cyberaanval.

Voor mij is diplomatie cruciaal om Nederlandse belangen en waarden te verdedigen. Daarbij probeer ik steeds – zoals voormalig VN-ambassadeur Samantha Power in haar boek schreef – ‘shrink the change’: concentreer je op zaken die je ook daadwerkelijk kan beïnvloeden, en die bijdragen aan het gestelde einddoel.

Open staan voor de overtuigingen van anderen helpt om dat einddoel scherp te houden. En houd een “esprit de critique”. Diplomaten zullen voortdurend lastige vragen moeten blijven stellen, in binnen- en buitenland. Ik hoop dat wanneer ik aan het eind van mijn carrière terugblik op mijn tijd bij DVB, dat het ons gelukt is om een antwoord te vinden op de dreigingen van vandaag, en daarbij een open blik te houden op de toekomst.

Zonder dat we de lessen van vroeger zijn vergeten, natuurlijk.'