Disclaimer: De situatie in Afghanistan verslechtert in een snel tempo. De Nederlandse ambassade in Kabul is verplaatst en niet meer bereikbaar op het oude mailadres en telefoonnummer. Voor dringende vragen kunt u mailen naar: kabul@minaz.nl of bellen met +31 24 72 47 247.
Lees de 'Kamerbrief situatie Afghanistan' en de 'Kamerbrief verbreding tolkenprocedure'. Vanwege het hoge tempo waarin de ontwikkelingen elkaar opvolgen is deze brief gebaseerd op de informatie die tot het moment van verzending bij het kabinet bekend is.
Onderstaande informatie is vanwege de snelle ontwikkelingen niet meer actueel.
Eind juni 2021 vertrokken de laatste Nederlandse militairen uit Afghanistan. Daarmee kwam er een eind aan bijna twintig jaar Nederlandse militaire inzet. Maar ook na afloop van de militaire missie blijft Nederland actief betrokken bij de ondersteuning van het land. De nu snel toenemende instabiliteit en onveiligheid maken duidelijk dat de eerder behaalde resultaten niet onomkeerbaar zijn. Caecilia Wijgers, de Nederlandse ambassadeur in de hoofdstad Kaboel, beantwoordt 5 vragen over onze inzet in Afghanistan. ‘We staan hier op een keerpunt in de geschiedenis.’
20 jaar inzet voor veiligheid, rechtsorde en stabiliteit in Afghanistan
Het begon in 2001, met de aanslagen van 11 september. Voor het eerst in de geschiedenis werd artikel 5 van het NAVO-verdrag ingeroepen: een aanval op een van de bondgenoten wordt beschouwd als een aanval op allemaal. Als antwoord op de terreurdaden vertrok een coalitie van NAVO-landen naar Afghanistan. Op dat moment waren daar de Taliban aan de macht, die onderdak boden aan terroristische groeperingen.
Na een zwaar offensief werd het Taliban-regime omvergeworpen en Al Qaida verdreven. Maar het land verkeerde in chaos.
Twintig jaar lang werkten Nederland en andere bondgenoten samen met de nieuwe Afghaanse regering, de plaatselijke bevolking, politie en krijgsmacht aan stabiliteit, rechtsorde en veiligheid. Hoe zag én ziet deze samenwerking eruit en hoe zorgen we dat de behaalde resultaten van kracht blijven? Aan de hand van 5 vragen legt ambassadeur Caecilia Wijgers het uit.
1. Wat hebben Nederland en de NAVO sinds 2001 in Afghanistan bereikt?
‘Door ontwikkelingssamenwerking, militaire en diplomatieke inzet zijn er belangrijke resultaten behaald. In de afgelopen jaren steeg de levensverwachting in Afghanistan van 44 naar 60 jaar. Onderwijs is toegankelijker geworden, vooral voor meisjes en vrouwen. Ook is er een stevige nieuwe basis gelegd voor de veiligheidssector, die met behulp van financiële steun en trainingsmissies nagenoeg van de grond af is opgebouwd. Er is inmiddels een democratisch verkozen regering en een divers maatschappelijk middenveld.
Maar de nu snel toenemende instabiliteit en onveiligheid maken duidelijk dat deze behaalde resultaten bepaald niet onomkeerbaar zijn.’
2. Waarom is het belangrijk om Afghanistan te blijven ondersteunen?
‘Je kunt veel ontwikkelingen in cijfers uitdrukken, maar wat er in Afghanistan ook is veranderd, is de volksgeest. De kracht en de wil vanuit de samenleving om positieve verandering teweeg te brengen. Dit is niet hetzelfde Afghanistan dat eind jaren negentig door de Taliban werd veroverd.
We staan hier op een keerpunt in de geschiedenis. Er is een nieuwe generatie Afghanen opgestaan, waaronder veel vrouwen die tot voor kort niet bang waren zich openlijk uit te spreken. Er staat nu een grote druk op hen, ze vrezen letterlijk voor hun leven. We moeten daarom deze mensen blijven ondersteunen. De door hen bereikte vooruitgang moet gewaarborgd blijven. Voor de veiligheid, stabiliteit en mensenrechten in Afghanistan zijn veel offers gebracht. Door Afghanen, maar ook door 25 Nederlandse militairen die hun leven hebben gegeven en vele anderen die gewond zijn geraakt.
En het werk is nog niet klaar.
Ook voor de rest van de wereld is een stabiel en veilig Afghanistan van belang. Om te voorkomen dat het land weer een vrijhaven wordt voor internationaal terrorisme. En om irreguliere migratie als gevolg van instabiliteit en conflicten in de toekomst tegen te gaan.’
3. Hoe verandert onze steun aan Afghanistan, nu de NAVO-troepen vertrekken?
‘Het is belangrijk dat we duidelijk maken dat Nederland en andere NAVO-bondgenoten er nog steeds zijn, ondanks het vertrek van de militairen. Zolang de veiligheid het toelaat is Nederland in Afghanistan vertegenwoordigd en werken we vanuit Kaboel samen met leiders in de Afghaanse samenleving en overheid. Want het einddoel is: langdurige en vooral zelfstandige stabiliteit in Afghanistan.
De Afghaanse regering pleit voor de blijvende aanwezigheid van internationale partners. Nederland blijft ontwikkelingssteun bieden, zolang dat veilig en verantwoord kan gebeuren en de Nederlandse inzet duurzaam is en blijft. Onze financiering voor ontwikkelingssamenwerking loopt zolang dat mogelijk is door en we blijven onder andere bijdragen aan het Afghan National Army (ANA) Trust Fund. Ook de NAVO zal Afghanistan blijven steunen, bijvoorbeeld door financiering van de Afghaanse strijdkrachten. De VN blijft natuurlijk ook actief, hun #StayAndDeliver-campagne ondersteunen we volledig.
Met onze bilaterale steun worden onder andere de politie en justitiële sector verder opgebouwd en versterkt, draagt Nederland bij aan de verdere ontmijning van het land en worden Afghaanse burgers ondersteund in het vergroten van de veiligheid van hun gemeenschap.
Een voorbeeld van onze veiligheidssteun is het oprichten en steunen van Community Development Councils, een programma in samenwerking met UN-Habitat. Burgers kunnen via deze dorpsraden invloed uitoefenen op het lokaal bestuur in hun gebied. Het einddoel is een beter bestuur, zodat wonen, werken en naar school gaan, veiliger worden. Juist in deze onzekere tijden zijn dit manieren om burgers een stem te geven.’
4. Hoe kunnen we voorkomen dat de situatie in Afghanistan verslechtert?
‘De vredesonderhandelingen van de Afghaanse regering met de Taliban bieden de beste kans op een stabiel en veilig Afghanistan. Maar dat zal veel tijd en inspanning kosten. We zien dat de instabiliteit fors toeneemt, nu de Taliban steeds meer terrein in handen krijgen. Dit ondermijnt de kans op succes van de vredesonderhandelingen. Tegelijkertijd moet de internationale gemeenschap zich ervoor inzetten om de partijen uiteindelijk weer om de tafel te krijgen. Nederland blijft zich inzetten voor zo’n vreedzame oplossing. Uiteindelijk is iedereen het eens dat dit interne conflict geen militaire oplossing kent.
Voor ons geldt: eenmaal aan boord, kunnen we niet zomaar afhaken. Het is belangrijk dat we bij Afghanistan betrokken blijven. Zodat iedereen die zo moedig is om op te komen voor essentiële normen en waarden, kan worden gesteund. Zij zijn de agents of change. We zijn er nog steeds, voor hen en met hen.’
Nederland werkt in Afghanistan aan het versterken van de stabiliteit, veiligheid en rechtsorde (rule of law).
‘Voor stabiliteit en veiligheid is het belangrijk dat de Afghaanse politie blijft functioneren. Nederland heeft veel geïnvesteerd in community policing, een systeem waarbij de taken van de politie worden afgestemd op de veiligheidsbehoeften van de burgers. Bijvoorbeeld door extra te patrouilleren op wegen waarlangs kinderen naar school lopen. De politie is een civiele kracht in de samenleving, verantwoordelijk voor de veiligheid van de Afghaanse bevolking.
Binnen rule of law leggen we een focus op victim centered justice. Dit gaat over genoegdoening geven aan slachtoffers zodat zij weer verder kunnen met hun leven. Dat kan op vele manieren.
Door meer dan 40 jaar conflict, lijdt de Afghaanse bevolking aan een collectief trauma. Iedere familie heeft wel iemand verloren, of gedood zien worden. Voordat je als mens of als land over kunt gaan op duurzame ontwikkeling, moet je eerst uit de overlevingsstand. Om met elkaar in vrede verder te kunnen, moeten de verschrikkingen van het verleden worden verwerkt en is enige vorm van verzoening essentieel.
Steeds meer Afghaanse slachtoffers verenigen zich zodat hun stem gehoord kan worden. Bijvoorbeeld bij de vredesonderhandelingen in Doha, of bij het werken aan hun eigen economische ontwikkeling.
Nederland geeft samen met het hoofd van de United Nations Assistance Mission in Afghanistan (UNAMA) leiding aan een Group of Friends die dit proces ondersteunen, via diplomatie en programma’s.
Maar het conflict komt soms ook heel dichtbij. Na de aanslag op de meisjesschool in Kaboel in mei dit jaar waarbij meer dan 100 meisjes omkwamen, realiseerden we ons dat het goed zou zijn een plek in te richten op het ambassadeterrein om Afghaanse slachtoffers te herdenken. Onze Afghaanse collega’s zijn gekomen tot een herdenkingsbankje, dat we op kunnen zoeken als we behoefte hebben om al het leed, veroorzaakt door geweld te verwerken.’
5. Wat zou iedere Nederlander moeten weten over de situatie in Afghanistan?
‘De angst is op dit moment voelbaar. De Afghaanse bevolking is bang dat de Taliban weer aan de macht komt. Men maakt zich zorgen over de toekomst. Maar ondanks het toenemende geweld, staat het leven in Afghanistan niet stil. Kinderen gaan naar school en steeds meer vrouwen studeren. Op de universiteit van Herat bestaat zelfs meer dan de helft van de studenten uit vrouwen. Jonge mensen dromen nog steeds over hun toekomst. Ik ken de Afghanen als moedig en sterk, trots. Het zijn mensen die doorgaan, ondanks alles wat ze hebben meegemaakt en elke dag opnieuw letterlijk hun leven riskeren om hun werk te kunnen doen. Deze mensen kunnen we nu niet in de steek laten.
Afghanistan heeft veel potentie en kan de wereld veel brengen. Maar er is eerst vrede en stabiliteit nodig. Dat blijft de grootste uitdaging voor het land.’