Tekst Afdeling Terrorismebestrijding en Nationale Veiligheid
Foto Guido Koppes

Hoe zorg je ervoor dat het maatschappelijk middenveld niet wordt misbruikt door terroristische groeperingen, zonder dat zij onnodig hinder ondervinden van maatregelen of wet- en regelgeving tegen terrorismefinanciering? Recent zijn er in Oeganda bankrekeningen van diverse maatschappelijke organisaties bevroren zonder dat daar bewijzen voor werden aangevoerd. De reden? Omdat deze organisaties zich schuldig zouden maken aan terrorismefinanciering. Het is duidelijk dat maatregelen noodzakelijk zijn, maar ze mogen niet worden misbruikt om organisaties de mond te snoeren. Om mogelijk negatieve effecten van terrorismefinanciering het hoofd te bieden heeft Nederland het afgelopen jaar samen met Marokko, de Verenigde Naties (VN) en implementing partner Global Center on Cooperative Security aanbevelingen ontwikkeld binnen het Global Counter Terrorism Forum (GCTF) die daarop toezien. Welke oplossingen zijn naar voren gekomen?

Leestijd: 5 minuten

Het speelveld

Er zijn verschillende organisaties en partijen die zich bezighouden met het tegengaan van terrorismefinanciering. Logischerwijs zijn de private sector, zoals banken en creditverstrekkers belangrijke partijen, want zij willen net als overheden niet dat geld onbedoeld in de handen van partijen als ISIS of Al Qaida terechtkomt. Ook internationaal zijn er verschillende instanties. Neem bijvoorbeeld de Financial Action Task Force (FATF), zij ontwikkelen standaarden die lijken op wetgeving, die landen dienen te implementeren. De aanbevelingen zien op het tegengaan van witwassen, terrorismefinanciering en proliferatiefinanciering. Voldoet een land niet aan de standaarden? Dan komt er een opvolgprocedure, die mogelijk kan leiden tot plaatsing op de grijze lijst van de FATF (Jurisdictions under Increased Monitoring). Uiteraard spelen ook de VN en de EU een belangrijke rol. Zij kunnen sancties in het leven roepen, die kunnen bestaan uit financiële maatregelen zoals het bevriezen van bankrekeningen.

Er is dus een grote groep belanghebbenden die zich bezighoudt met het tegengaan van financiering van terrorisme en gewelddadig extremisme. Hoewel non-profitorganisaties (NPO’s) zelf geen wet- en regelgeving opstellen, zijn zij wel cruciaal in het bestrijden van terrorisme(financiering). Sterker nog, zonder het maatschappelijk middenveld is het moeilijk duurzame oplossingen te ontwikkelen. Dit komt omdat non-profitorganisaties meestal een breed netwerk hebben. Zij weten vaak wat er ‘on the ground’ gebeurt en spelen daarom een cruciale rol in het tijdig signaleren maar ook bestrijden van terrorisme en gewelddadig extremisme, evenals het bevorderen van stabiliteit en vrede.

Ondanks alle inzet om financiering van terroristische activiteiten tegen te gaan en de internationale erkenning dat non-profitorganisaties moeten worden beschermd, blijven er signalen opkomen dat ze hun werk hierdoor niet goed kunnen uitvoeren. Tegelijkertijd wordt er ook geconcludeerd dat sommige kwetsbaar zijn en misbruikt kunnen worden door groeperingen met kwade bedoelingen. Een spanningsveld dat aan beide kanten negatieve gevolgen met zich mee kan brengen in de strijd tegen terrorisme.

Van lancering tot aanbeveling

Om dit probleem bespreekbaar te maken heeft Nederland samen met de VN en Marokko in het najaar van 2020 een initiatief binnen GCTF gelanceerd met de voornaamste taak alle bovengenoemde partijen bijeen te brengen met als doel “versterking van de dialoog en coördinatie tussen regeringsvertegenwoordigers, regelgevende instanties, terrorismebestrijdingswerkers, maatschappelijke organisaties, humanitaire actoren en andere relevante belanghebbenden, waaronder de particuliere sector”1.  Een belangrijke spreker tijdens de lancering was de VN Speciaal Rapporteur voor mensenrechten en CT. Zij stond stil bij het belang van een goed functionerend maatschappelijk middenveld en riep leden van de GCTF op om zich in te zetten voor een zogeheten veiliger civic space.

In verschillende expertsessies zijn bovengenoemde partijen daarna online bijeengebracht om de belangrijkste knelpunten te identificeren. Al snel werd duidelijk dat deze grofweg onder te verdelen zijn in:

  1. juridische definities en wettelijke kaders;
  2. risico van de NPO-sector op misbruik;
  3. de-risking en toegang tot financiële diensten;
  4. het opzetten van multi-stakeholderdialogen.

Definities zijn vaak het knelpunt in discussies over terrorisme. Voor het ene land is een bepaalde groepering terroristisch, terwijl anderen die zien als vrijheidsstrijders. Om hier richtlijnen voor op te stellen is moeilijk, daarom kan het handig zijn te verwijzen naar internationale afspraken zoals die van de VN2.  Daarnaast is het ook van belang dat er een op risico gebaseerde benadering wordt gehanteerd. Niet alle non-profitorganisaties kennen dezelfde soort risico’s op terrorismefinanciering, en als alle organisaties op dezelfde manier worden beoordeeld kan dit mogelijk nadeliger uitpakken dan noodzakelijk is. De aanpak moet dus gericht zijn op organisaties waar de kans groot wordt geacht dat terroristische organisaties worden gefinancierd.

2 “Technical guide to the implementation of UN Security Council resolution 1373 (2001) and other relevant resolutions,” S/2019/998, December 2019.

Soms is het voor non-profitorganisaties ook niet geheel duidelijk welke maatregelen ze zelf kunnen treffen om mogelijk misbruik tegen te kunnen gaan. Daarom zijn er zowel vanuit de overheid als de non-profitsector initiatieven om non-profitorganisaties van de juiste informatie te voorzien.3

3 Zie bijvoorbeeld ‘Risico op misbruik Non-Profit Organisaties voor financiering terroristische activiteiten’ – Ministerie van Financiën (2021) of ‘Best Practices – combatting the abuse of non-profit organisations (recommendation 8)’ – FATF (2015).

Tot slot wordt er veel waarde gehecht aan het uitwisselen van informatie tussen zij die regels maken en zij die te maken krijgen met deze regels. Betekenisvolle deelname van een divers maatschappelijk middenveld is cruciaal om tot regelgeving te komen die effectief en proportioneel is. Een belangrijke aanbeveling is daarom ook het verder versterken van multi-stakeholderdialogen en het opzetten van rondetafelgesprekken. Zo kunnen zorgen worden gedeeld en oplossingen aangedragen.

Het vervolg

En nu? De set aanbevelingen beloven een goede stap in de richting naar verbeterd begrip tussen enerzijds noodzakelijke wet- en regelgeving en anderzijds het beschermen van ruimte voor het maatschappelijk middenveld om hun werk te kunnen doen. Bovendien vormen ze een aanvulling op verschillende initiatieven die al lopen. Neem bijvoorbeeld de Global NPO Coalition on FATF (Engels). Om ervoor te zorgen dat deze aanbevelingen ook internationaal worden geïmplementeerd, is Nederland kort na de aanname, met het Global Center on Cooperative Security als implementing partner, een project gestart dat non-profitorganisaties op basis van de GCTF-aanbevelingen verder gaat helpen het gesprek met autoriteiten aan te gaan. Zodat zij hun werk kunnen doen en terrorismefinanciering geen kans maakt. Tijdens dit project zal wederom nauw worden samengewerkt met Marokko en de VN.

Wilt u alle aanbevelingen lezen die voortkwamen uit het GCTF-initiatief van Nederland, Marokko en de VN? Deze zijn terug te vinden in het Good Practices Memorandum for the Implementation of Countering the Financing of Terrorism Measures While Safeguarding Civic Space (PDF, Engels) >>