Tekst Ana de Velde Harsenhorst
Het Non-Proliferatieverdrag (NPV) vormt de basis van het Nederlandse nucleaire ontwapenings- en non-proliferatiebeleid. Tot het NPV in 1970 in werking trad was er geen enkele wereldwijde rechtsregel die het bezit van kernwapens verbood of tot ontwapening verplichtte.
Leestijd: 4 minuten
Het NPV heeft het aantal kernwapenbezitters onder de tien kunnen houden en is daarom een onmisbare bouwsteen van de internationale orde. Bovendien heeft het verdrag de verspreiding en het gebruik van kernenergie en technologie voor vreedzame doeleinden op grote schaal mogelijk gemaakt.
In 2021 is het NPV nog steeds het enige wereldwijde verdrag dat juridisch bindende verplichtingen bevat om landen te verbieden kernwapens te produceren en over te gaan tot algehele nucleaire ontwapening. Het NPV telt 191 lidstaten (uitzonderingen zijn India, Israël, Pakistan, Noord-Korea en Zuid-Soedan) en bevat verplichtingen voor zowel de erkende kernwapenstaten als niet-kernwapenstaten op het gebied van nucleaire ontwapening, non-proliferatie en vreedzaam gebruik. Essentieel is dat de vijf kernwapenstaten – Verenigde Staten, Rusland, Verenigd Koninkrijk, China en Frankrijk – aan deze regels zijn gebonden.
Toch bestaat er ook onvrede over het NPV. Zo stellen critici dat het ontwapeningsproces te traag gaat. Maar voor Nederland is het cruciaal dat het NPV, ondanks de huidige geopolitieke spanningen, overeind blijft.
Toetsingsconferentie
De implementatie van de NPV-verplichtingen wordt geverifieerd tijdens de toetsingscyclus. Eens per vijf jaar houden de NPV-landen een toetsingsconferentie van vier weken. Tijdens de conferentie wordt onderhandeld binnen drie pijlers: 1. Ontwapening, 2. Non-proliferatie en 3. Vreedzaam gebruik. De tiende toetsingsconferentie was gepland voor 2020, maar is door COVID-19 uitgesteld en vindt nu waarschijnlijk plaats in januari 2022. Het is de eerstvolgende kans om nieuwe afspraken te maken m.b.t. nucleaire ontwapening, non-proliferatie en vreedzaam gebruik.
Nederland zet zich in op verschillende thema’s die ontwapening dichterbij moeten brengen, zoals transparantie, verificatie, het verbod op de productie van splijtbaar materiaal (FMCT), het kernstopverdrag (CTBT), risicovermindering, en ook vreedzaam gebruik van nucleaire technologie, het versterken van het NPV toetsingsmechanisme, de ontwikkeling en verbetering van nucleaire waarborgen door het IAEA en aandacht voor nieuwe technologieën.
Naast onze nationale vertegenwoordiging, bekleedt Nederland tijdens de tiende toetsingsconferentie het vicevoorzitterschap. Ambassadeur Henk-Cor van der Kwast, de Nederlandse vicevoorzitter, licht deze rol hieronder toe.
Wat houdt het vicevoorzitterschap in?
Het vicevoorzitterschap betekent dat Nederland zitting heeft in het ‘NPV-bureau’, dat bestaat uit de President van de conferentie (Argentijns Ambassadeur Gustavo Zlauvinen) en de voorzitters van de Main Committees: Nederland, Polen en Maleisië. De Main Committees behandelen elk een pijler van het NPV: ontwapening, non-proliferatie, en vreedzaam gebruik. Nederland is voorzitter van Main Committee 3. In praktijk betekent dit dat er twee Nederlandse delegaties voor de toetsingsconferentie zijn: een nationale delegatie en het team van de voorzitter.
Wat is de Nederlandse aanpak geweest?
Nederland heeft regionale NPV-conferenties geïntroduceerd als nieuw platform voor de voorzitter om voorafgaand aan de bijeenkomsten outreach te doen. Door op die manier contact te leggen met meer landen dan gewoonlijk, wordt de inclusiviteit en transparantie van het voorzitterschap (en dus van het NPV-proces) enorm verhoogd. Dit voorbeeld oogstte alom lof en de praktijk van ‘regionale conferenties’ is voortgezet door Polen en Argentinië.
Hoe kan Nederland ervoor zorgen dat de tiende Toetsingsconferentie een succes wordt?
We hebben naast regionale outreach ook thematische discussies gevoerd: het belangrijkste voor ons is een evenwichtige benadering waarin iedereen zich gehoord voelt en zijn standpunt terugziet in de uiteindelijke rapporten. Dit is van groot belang voor het behoud van de steun voor het NPV.
Nederland zet zich in voor een duidelijke toekomststrategie. De evaluatie van de laatste vijf jaar is belangrijk, maar een resultaatgericht actieplan voor de komende vijf jaar is nog belangrijker. Proactief doelstellingen formuleren zal de kans op succes, ook in Main Committee 3, verhogen.
Nederland heeft vertrouwen als voorzitter. Wij zijn een sterke nationale speler op het gebied van ontwapening en non-proliferatie. Nederland is coördinator van het Non-Proliferation and Disarmament Initiative, actief lid van het Stockholm Initiative for Nuclear Disarmament, vicevoorzitter van het International Partnership for Nuclear Disarmament Verification én van het initiatief Creating an Environment for Nuclear Disarmament. Nederland is een bruggenbouwer en heeft ook in het verleden veel initiatieven genomen (b.v. CTBT en Hague Code of Conduct). Als NAVO-lidstaat rust ons beleid op twee benen: nucleaire afschrikking enerzijds en ontwapening en wapenbeheersing anderzijds gaan hand in hand. Hierdoor spreken wij regelmatig met een uiteenlopende groep spelers.
Wat zijn interessante invalshoeken in Main Comittee 3?
Belangrijk is dat alle NPV-lidstaten inzetten op een succesvolle uitkomst op alle drie de pijlers van het verdrag. M.b.t. vreedzaam gebruik is er nu een unieke kans. Nucleaire wetenschap en technieken kunnen oplossingen bijdragen voor de grootste uitdagingen in de 21ste eeuw, o.a. nucleaire toepassingen voor inzet tegen COVID (d.m.v. testkits), de bestrijding van plastic vervuiling, kanker, zoönose, plaagdieren en andere ziektedragers, duurzame landbouw en klimaatadaptie (kernenergie). Het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) levert hier al een belangrijke bijdrage aan. Op 22 september jl. organiseerde Nederland bij het IAEA een bijeenkomst over vreedzaam gebruik, gericht op de toetsingsconferentie.