Begin maart 2024 vertrok het Nederlandse luchtverdedigings- en commandofregat Zijner Majesteits Tromp uit Den Helder naar de Golfregio en de Indo-Pacific. In de Rode Zee droeg de Tromp bij aan de bescherming van de commerciële zeevaart door deel te nemen aan operatie Prosperity Guardian en de EU-operatie Aspides. Daar vandaan zette het schip de reis voort via de Indische Oceaan richting de Indo-Pacific, waar Nederland inzet op goede diplomatieke, veiligheids- en economische banden met landen in de regio. Vanaf het havenbezoek in Singapore tot en met het bezoek aan Busan verbleef Sander Wit van het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) aan boord van schip als politiek adviseur van de commandant.

De bemanning van de Zr.Ms. Tromp zwaait naar een passerend schip van de Indonesische marine tijdens een passing exercise (PASSEX) na vertrek uit de haven van Jakarta. © Ministerie van Defensie.

Indo-Pacific

Met het reisdeel van de Zr. Ms. Tromp door de Indo-Pacific geeft Nederland invulling aan de intentie om de militaire aanwezigheid in de regio te versterken en de banden aan te halen met huidige en toekomstige partners in de regio. Er is een duidelijke noodzaak om de samenwerking tussen Europese en Indo-Pacifische landen te verdiepen. Veel landen in de regio maken zich zorgen over de toenemende geopolitieke spanningen tussen China en de Verenigde Staten.

Ook de toenemende frequentie van incidenten als gevolg van de territoriale disputen in de Zuid-Chinese Zee en de spanning in de Straat van Taiwan zijn reden tot zorg, ook voor Nederland. Net als in de Rode Zee vloeit veel van de Nederlandse en Europese handel met Azië door deze waterwegen. Instabiliteit daar raakt ons ook. De oceanen zijn de slagaders van de wereldeconomie en moeten vrij toegankelijk zijn voor iedereen. De aanwezigheid van Zr. Ms. Tromp in het gebied laat zien dat Nederland staat voor de internationale rechtsorde en de vrijheid van navigatie. Daarnaast komen we op voor de Nederlandse economische belangen.

Opstapper op een commandofregat

Het gebeurt regelmatig dat inhoudelijk adviseurs of andere experts ‘opstappen’ op een schip. Meestal werken zij bij het ministerie van Defensie. Het is dus wel even je draai vinden als BZ’er aan boord van een marineschip. Iedereen om je heen is in beweging en lijkt precies te weten wat ze doen. Waar moet je bij zijn? Wanneer? Waar laat je je diplomatiek-politieke input en advies? En waar haal je eigenlijk je beddengoed?

Politiek adviseur, Sander Wit, op de Zr.Ms. Tromp voor het reisdeel Singapore-Busan op de brug van het schip.

Rol van de POLAD

Bij niet iedereen is de rol van een politiek adviseur (POLAD) meteen bekend. Zo vaak gaan die ook niet mee met een marineschip. Kennismaken met leden van de bemanning ging vaak genoeg dan ongeveer als volgt:

– “Hallo, wij kennen elkaar nog niet. Ik zal mij even voorstellen. Ik ben Sander, de nieuwe POLAD aan boord.”

– “Aangenaam, welkom aan boord! Uh.. u bent de nieuwe wat?”

– “De POLAD. De politiek adviseur van de commandant.”

– “Aaah, oké.” Bedenkelijke blik. “Dus… wat doet u precies?”

Even wennen dus. En de meeste bemanningsleden hebben natuurlijk weinig te maken met een politiek adviseur. Nota bene kreeg Sander een rol als “slachtoffer #1” bij een brandoefening op het schip, want “anders heb jij toch geen nuttige rol”. Toch draaide Sander vanaf het begin mee als volwaardig onderdeel van het team. Elke dag zit je als adviseur bij de hoge officieren en de commandant aan tafel om politiek advies te geven. Het is namelijk echt wel bijzonder dat Nederland ook in de Indo-Pacific kan opereren, maar de geopolitieke spanningen daar maken dat wel een lastige diplomatieke balanceeract. De meeste landen in de regio verwelkomen de Nederlandse militaire aanwezigheid. Tegelijkertijd zijn zij waakzaam voor mogelijke escalatie van de spanningen, met name rondom betwiste gebieden. De hele regio kijkt dan ook mee. De POLAD ondersteunt de commandant door constant deze complexe politieke context waarin het schip opereert te duiden en advies te bieden bij het concreet invullen van de opdracht.

“Op mijn reisdeel bevond het schip zich elke week wel in een ander land voor een havenbezoek,” licht Sander toe. Zo meerde het schip aan in Singapore, Jakarta, Haiphong en Busan. Allemaal bezoeken in belangrijke partnerlanden, maar met elk van die landen ziet de diplomatieke relatie er toch weer heel anders uit. Een POLAD kan regiokennis inzetten om bij elk bezoek de gevoeligheden en belangen mee te geven aan de commandant, zodat zij in contacten met vertegenwoordigers van het gastland de juiste accenten kan leggen. Ook buiten de havenbezoeken om kan dit contact met het postennet verschil maken voor het schip, bijvoorbeeld bij onvoorziene omstandigheden.

Elke twee jaar met een Nederlands marineschip aanwezig in de Indo-Pacific

Ook voor een diplomaat vanuit Buitenlandse Zaken is het enorm waardevol om op deze wijze ook in de operationele uitvoering van een maritieme inzet onderdeel uit te maken van het team. “Ik ben enorm onder de indruk van de manier waarop de marine naast het oefenen met internationale partners in een handomdraai diplomatieke recepties kan verzorgen op het helikopterdek van het schip,” vertelt Sander. Commandanten van marine fregatten zijn zelf dan ook zeer bekwame diplomaten. Het is leerzaam om dit vanuit BZ mee te maken. We begrijpen elkaar ook beter als we echt met elkaar samenwerken op deze manier. Dat komt van pas gezien de toezegging van de voorgaande minister van Defensie om elke twee jaar met een marineschip aanwezig te zijn in de Indo-Pacific, bij voorkeur met Europese partners. Zo draagt Nederland bij aan de handhaving van de internationale rechtsorde, tonen wij onze betrokkenheid bij regionale veiligheid en stabiliteit, en zetten wij ons neer als betrouwbare partner voor landen in de regio.