Tekst Arthur Simonse
Foto Bart van Vliet

“Er lag best wel wat frustratie. Bij ondernemers: waarom het allemaal zo gedetailleerd moet. Waarom er zo onnodig veel eisen worden gesteld. En er werd gemopperd als er na een afwijzing weer geen goede motivatie volgde. Maar ook bij aanbestedende diensten: waarom er zoveel vragen gesteld worden of voorwaarden, en waarom sommige bedrijven voor het minste of geringste naar de rechter stappen. Nee, het werd tijd om ondernemers en aanbestedende diensten samen te laten werken aan oplossingen voor de praktijk; dat is de kern van Beter Aanbesteden.”

Annet Jonk, Directeur Mededinging en Consumenten bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Aan het woord is Annet Jonk, directeur Mededinging en Consumenten op het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. “Aan de Aanbestedingswet van 2012 zelf - dus hoe ‘ie geschreven en opgesteld was - bleek niet zoveel mis te zijn, het probleem lag bij de uitvoering van de wet. Kijk, idealiter biedt aanbesteden kansen: voor de overheden op een optimale realisatie van beleidsdoelen. En voor ondernemers op de mogelijkheid om een mooie opdracht binnen te halen. Maar dat ideaalbeeld werd vertroebeld door gekibbel over geschiktheidseisen, selectiecriteria, beoordelingssystematiek en gunningscriteria. Over technische punten dus, terwijl de onderliggende problemen meer in de communicatiesfeer leken te zitten.”

Oplossingen

“Omdat de problemen eigenlijk terug te voeren waren op een slechte samenwerking tussen ondernemers en aanbestedende diensten, vonden wij dat we daar - op en met de werkvloer - ook de oplossingen moesten zoeken.  Om een lang verhaal kort te maken: we hebben het land opgedeeld in 5 regio’s. In iedere regio hebben we, of liever gezegd de aanjager (die destijds door minister Kamp was aangewezen) een regiovertegenwoordiger aangesteld en die heeft een club mensen (ondernemers, inkopers) om zich heen verzameld aan de zogenaamde regiotafel. En aan die regiotafels werden de problemen die het aanbesteden met zich meebracht, geïnventariseerd en besproken. Die 5 tafels hebben hun bevindingen - en in een aantal gevallen ook al mogelijke oplossingen - doorgegeven aan een landelijk overleg. Dat overleg - bestaande uit de regiovertegenwoordigers, VNO-NCW/MKB-NL en enkele brancheorganisaties, VNG, PIANOo, wetenschappers en advocaten - heeft al die bevindingen bekeken, besproken, en soms samengevoegd tot wat er nu ligt: 23 actiepunten.”

Kansrijk

“Die actiepunten zijn heel divers. Het gebruiken van een evaluatieformulier om inschrijvers de gelegenheid te bieden de aanbesteding te beoordelen. Het verspreid door het land organiseren van marktdagen om de dialoog tussen de aanbestedende diensten en marktpartijen te vergemakkelijken. Of het opstellen van een handreiking tenderkostenvergoeding. Daar zijn we natuurlijk hartstikke blij mee: de identificatie van 23 probleemgevallen met ieder een kansrijke oplossing. Maar minstens net zo belangrijk als die oplossingen, vind ik het proces er naar toe. De regiotafels boden de partijen de mogelijkheid elkaar te spreken buiten een lopende aanbestedingsprocedure om. Dat werkte verhelderend, zorgde voor begrip voor elkaars situatie en dat maakte de geesten rijp voor ideeën over oplossingen. Ik heb veel waardering voor de teamleden. Ze zijn over hun eigen schaduw gestapt, ze hebben de bereidheid getoond naar elkaar te luisteren en ze hebben samengewerkt aan een cultuuromslag: hoe kunnen we onze manier van werken zodanig inrichten dat dit over en weer tot minder frustratie leidt.”

“Van die 23 actiepunten zijn er inmiddels acht opgeleverd. En op die vijftien anderen zit nog een hoop energie. Ik verwacht dat we die halverwege volgend jaar ook op de rit hebben. Is het dan daarmee over en uit met alle chagrijn in aanbestedingsland? Nee, want een aanbesteding kent nu eenmaal maar één winnaar. Maar we weten nu dat communicatie, het aangaan van de dialoog, helpt. Door die dialoog krijgen overheid en ondernemers in ieder geval meer begrip voor elkaars positie en worden onnodige problemen vermeden. Zie de actieagenda als een startpunt voor verbetering, als een begin van een aanpak om te komen tot een betere aanbestedingspraktijk. Wil die aanpak slagen, dan moeten we met elkaar blijven praten.”