Een interview met Birgitta Westgren, directeur Klimaat bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, over de rol van EZK bij de totstandkoming én het vervolg van het Klimaatakkoord.
Welke rol heeft EZK gespeeld bij het Klimaatakkoord?
“De minister van EZK, Eric Wiebes, is verantwoordelijk minister voor klimaat en dat betekent dat hij, los van zijn eigen klimaatportefeuille (industrie en energie), ook een hele belangrijke verbindende rol heeft op dat dossier. In het regeerakkoord is een heel ambitieus klimaatbeleid neergezet wat niet alleen het beleid is van één ministerie, maar van het hele kabinet. We werken met heel veel departementen samen om dat klimaatbeleid vorm te geven. Dus vanuit het Haags perspectief is dat zijn rol. Verder was onze minister eigenlijk opdrachtgever van het Klimaatakkoord. Het kabinet heeft voor een aantal sectoren en doorsnijdende thema’s onafhankelijke voorzitters aangesteld en die hadden allemaal de opdracht om met een aantal partijen tot een akkoord te komen. Daarnaast is Wiebes ook nog de minister die in allerlei internationale verbanden rond het klimaatbeleid Nederland vertegenwoordigt.”
Wat zijn de belangrijkste klimaatschaakborden waarop EZK nu actief is?
“Waar wij superblij mee zijn is dat het klimaatbeleid echt een team effort is vanuit het kabinet. Ik was twee weken geleden bij een ontmoeting tussen de Duitse en Nederlandse klimaatministers en dan merk je echt dat ons kabinet als team opereert. Dat is heel mooi om te zien. Ik denk dat dit ‘team’, en dat zijn niet alleen de bewindspersonen maar ook alle mensen op de verschillende departementen, het belangrijkste netwerk is waarin wij werken op dit gebied. In het tweede belangrijke netwerk zitten alle maatschappelijke partners van de klimaattafels, zoals Greenpeace en VNO-NCW, maar ook de brancheorganisaties daaronder, de kennisinstellingen en de provincies, gemeenten en waterschappen. Dat is dus heel breed. Ook de jongeren die aan de tafels zaten behoren hiertoe. Daarnaast is de relatie met het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heel belangrijk, met name voor alle doorrekeningen. Daarvoor werken we heel nauw samen met hen.”
Hoe gaat het beleidsproces op klimaatgebied er de komende jaren uitzien?
“Aan de ene kant heb je de Klimaatwet die dit jaar is aangenomen door het parlement. Daarin zit een duidelijke cyclus, namelijk dat er eind dit jaar een Klimaatplan naar de Kamer gaat dat is ingevuld op basis van het Klimaatakkoord. Vervolgens komt er ieder jaar een Klimaatnota uit die gebaseerd is op enerzijds de voortgangsmonitor en anderzijds de KEV (klimaat en energie verkenning) van het PBL. Daarin wordt bekeken hoe we ervoor staan en of de doelen gehaald gaan worden. Aan de andere kant hebben we het Klimaatakkoord dat nu echt uitgevoerd moet gaan worden. Elke betrokken minister bedenkt daar zijn eigen structuur voor, maar het ziet er grofweg naar uit dat de vijf klimaattafels met een soort uitvoeringsoverleg gaan werken. Wat daarnaast nog een groot element is, is het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie (RES). Dat zijn de provincies, waterschappen en gemeentes die in dertig energieregio’s de regionale plannen in beeld gaan brengen, vaak in nauw overleg met de industrie en natuurlijk de energiesector.”
Wat betekent dit beleid voor de stakeholders van EZK?
Een hele belangrijke stakeholder voor EZK is natuurlijk het Nederlands bedrijfsleven. Zij staan met het Klimaatakkoord voor een ambitieuze opgave, hierbij zijn beleidsinstrumenten als een slimme CO2-heffing en een SDE++ heel belangrijk. Maar net zo belangrijk is de koplopersaanpak waarin clusters van bedrijven in de regio zelf concrete plannen gaan maken hoe zij met elkaar hun productieprocessen schoon kunnen vormgeven. Voor EZK als coördinerend Klimaatdepartement zijn al onze partners in het Klimaatakkoord onze stakeholder en is het de bedoeling dat iedereen nu hard aan de slag gaat met de uitvoering. Ik hoop dat we echt een golf door de Nederlandse maatschappij gaan zien. En ik hoop ook dat het besef komt dat het klimaat, en wat je eraan kunt doen, voor iedereen heel dichtbij is. Het hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn. Gewoon je eigen boodschappentas meenemen, het openbaar vervoer pakken in plaats van de auto en als je toe bent aan een nieuwe keuken een inductieplaat kiezen in plaats van een gasfornuis. Dat zijn voor de meeste mensen haalbare dingen, het is een kwestie van een bewuste keuze maken.”