Bakfietsmonteurs in Amsterdam

De keuze maakte Feenstra initieel niet uit idealisme, maar uit frustratie over de drukte in de stad. ‘We probeerden het probleem eerst op te lossen met elektrische busjes, maar ook daarmee kwamen we de stad niet goed in. Toen ontstond de samenwerking met onze partner DOCKR. We zijn gewoon gaan proberen of een elektrische bakfiets werkt’, vertelt Van den Beld. ‘Dat we hiermee ook direct bijdragen aan onze duurzaamheidsambities is een mooie bijkomstigheid.’

Meer voordelen

En het werkt. ‘Natuurlijk kunnen we ons op de fiets makkelijker en sneller verplaatsen en hebben we geen problemen meer met het zoeken naar een parkeerplek. Dat was het doel, maar Feenstra ervaart meer voordelen’, weet Van den Beld. ‘Ons moederbedrijf wil fossielvrij leven binnen één generatie. Daar dragen we op deze manier aan bij. Tijdsbesparing naar de stad toe is een ander voordeel. Met z'n allen in de file staan om de stad in of uit te komen, behoort tot het verleden. We rijden nu langs de file en zijn zo nog vitaal bezig ook.’

Van auto naar fiets

Veel voordelen, maar er komt ook nogal wat kijken bij het overstappen op elektrische bakfietsen. Van den Beld en zijn team kwamen daar al gaande achter. ‘Wij bevoorraden onze bussen ’s nachts, maar op de fiets kan je natuurlijk minder meenemen. Daarom kijken we of we dat niet ook overdag moeten doen. Aan groothandels vragen we of bepaalde onderdelen niet in kleinere verpakkingen kunnen om ruimte te besparen.’

Feenstra heeft op een centrale plek nabij het centrum van Amsterdam een zeecontainer staan van waaruit de fietsen ’s nachts worden bevoorraad (een hub). Van den Beld: Stel dat een monteur eerst met de auto een rondje door Weesp moet en daarna in de stad moet zijn. Dan kan je bij de hub de spullen wisselen van auto naar fiets en zo de stad in fietsen.’ Al deze dingen bekijkt het bedrijf samen met de Hogeschool van Amsterdam, die met het onderzoeksproject Gas op Elektrisch kijkt naar elektrisch vervoer voor servicelogistiek.

De toekomst

Feenstra kan nu ook andere monteurs aantrekken. Twee 16-jarigen wilden bij het bedrijf graag een opleiding doen en werken. Dat is nu mogelijk omdat monteurs geen rijbewijs nodig hebben. Toen Feenstra begon met de overstap, organiseerden ze een sessie samen met DOCKR om alle fietsen te laten zien zodat het personeel kon ervaren of het werkte. Steeds meer mensen worden enthousiast, ziet van den Beld. Dat komt volgens hem ook omdat veel mensen door corona, net als het kantoorpersoneel van Feenstra, thuiswerken. Daardoor zijn de parkeerplekken in de stad nog schaarser geworden. Het vinden van andere vervoermiddelen wordt nog urgenter.

‘Dit is de toekomst’

Van den Beld: ‘Toch is niet iedereen enthousiast. De bus is een soort statussymbool. Iemand zei ooit een ander bedrijf te zoeken als hij op de fiets moest. Maar dit is de toekomst, dit gaan andere bedrijven ook doen. Door strengere regelgeving is het straks veel moeilijker om met een busje in de stad te komen. We zien nu al dat sommige con-collega’s niet langer diensten binnen drukke stadscentra verlenen. Dit neemt alleen maar toe in de toekomst, zeker wanneer gemeenten besluiten over te stappen op emissievrije wijken.’

Af van de vervuiling

Van den Beld ziet dan ook een toekomst voor zich waarin alle vervoer binnen de ring op de fiets gebeurt. Nu heeft het bedrijf nog een beperkt aantal fietsen ter beschikking. ‘Buiten de ring willen we elektrische busjes inzetten, of andere elektrische voertuigen. We kijken bijvoorbeeld naar tuktuks en de kleine busjes die supermarktketen Picnic gebruikt. We willen echt af van vervuiling. Vandaar dat we eerder al kozen voor een aantal elektrische bussen.’