KNMI Jaaroverzicht 2016

KNMI Jaaroverzicht 2016

Deze printvriendelijke versie bevat niet de volledige inhoud van het online magazine, maar alleen de teksten en een beperkte selectie foto´s. Het hele online magazine met alle foto´s, video´s en multimedia kan worden bekeken op:
https://magazines.rijksoverheid.nl/knmi/knmi-jaaroverzicht/2016/01

Nog een tip voor het geval u het magazine wil printen: Heeft u een Windows-computer en bekijkt u het magazine met het programma Chrome? Dan adviseren we u voor het afdrukken alleen gebruik te maken van het zogenoemde dialoogvenster (Ctrl+P).

Dit artikel hoort bij: KNMI Jaaroverzicht 2016

2016, een jaar met alle weertypen

Foto met bloemen die in de sneeuw staan

Aan afwisseling geen gebrek dit jaar. Eén van de zachtste winters in drie eeuwen, maar ook extreme ijzel, een kletsnatte junimaand met dagelijks wateroverlast en hagelstenen als tennisballen. En als toegift van de zomer: tropische warmte nadat de herfst allang was begonnen.

De samenleving wordt steeds vaker geconfronteerd met extremen in weersituaties. Klimaatverandering is niet langer een prognose, maar in 2016 realiteit. Wij zien de duidelijke veranderingen zoals het KNMI eerder aankondigde in de KNMI’14 Klimaatscenario’s.

Het KNMI lanceerde in 2016 een nieuwe methode om aan te kunnen geven in hoeverre extreem weer te rijmen is met klimaatverandering. Dat levert uitspraken op als “iets dat vroeger eens in de honderd jaar voorkwam gebeurt nu eens in de tien jaar”. Ook nieuw is de Weer- en klimaatpluim, die de 15-daagse weersverwachtingen combineert met dagelijks een schat aan weer- en klimaatinformatie. Een wereldprimeur zelfs:  Nederland is  het eerste land dat zijn klimaatdata op deze manier presenteert. In het jaar na het Klimaatakkoord van Parijs is de vraag naar duiding van het actuele weer nog groter geworden. Nu het ene warmterecord steeds meteen weer wordt ingehaald door het volgende, en de extremen wereldwijd toenemen, is de consensus over de menselijke invloed op het klimaat groter dan ooit. De kennis over de veranderingen in het klimaat drukt ons nog meer met de neus op de feiten en de noodzaak om maatregelen te nemen.

Volgens KNMI hoofddirecteur Gerard van der Steenhoven is de urgentie van ‘Code Oranje voor het klimaat’, zoals het KNMI eind 2015 afgaf, nog onverminderd groot. “Het klimaatakkoord van Parijs was een groot succes, maar we mogen geen kostbare tijd verliezen. Verdere beperking van CO2-uitstoot is cruciaal voor de toekomst van onze aarde.”

2016 bracht ook nog ander nieuws. Zoals de nieuwe neerslagradar in Herwijnen, die vanwege de vele hoogbouw rondom De Bilt de daar bestaande radar moet vervangen. Nieuw is ook het tonen van aardbevingen die sterker zijn dan 1,5 op de schaal van Richter op de KNMI-radarkaart op onze website. En nieuw zijn de weerberichten en waarschuwingen voor Caribisch Nederland.  Een nieuwe uitdaging die goed past in het kader van het Early Warning Centre dat het KNMI in 2017 verder vorm gaat geven.

Dit artikel hoort bij: KNMI Jaaroverzicht 2016

Weerwaarschuwingen in 2016

Het KNMI waarschuwt als het weer een risico is. Zo dragen we bij aan een veilig en bereikbaar Nederland. Door tijdig te waarschuwen kunnen mensen zich voorbereiden op gevaarlijk weer waardoor de kans op schade en letsel beperkt wordt. De impact van gevaarlijk weer is het uitgangspunt voor de waarschuwingen van het KNMI. Welke gevolgen heeft het weer op de weg, op het water en in de straat.

In 2016 heeft het KNMI negen keer code oranje en twee keer code rood uitgegeven; waarschuwingen voor gladheid door ijzel, voor zware onweersbuien en voor overvloedige neerslag. Een code oranje waarschuwing betekent ‘Wees voorbereid’, er is een grote kans (60% of meer) op gevaarlijk weer. Code rood, ook wel weeralarm genoemd, betekent ‘Onderneem actie’, er is grote impact op de samenleving.

Het KNMI verzorgt sinds 1 januari 2016 ook de weersverwachtingen en -waarschuwingen voor Caribisch Nederland. Dit zijn de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Voor Bonaire heeft het KNMI in september een code roze uitgegeven voor zware regen en ruwe zee veroorzaakt door de langstrekkende orkaan Matthew. Het was de eerste keer in de geschiedenis van het KNMI dat er een code roze is uitgegeven.

Het KNMI geeft de waarschuwingen uit per provincie. Hieronder is te zien welke oranje, rode en roze waarschuwingen we in 2016 hebben uitgegeven. Klik op de plusjes voor meer informatie over de waarschuwingen in die provincie.

Dit artikel hoort bij: KNMI Jaaroverzicht 2016

Het weer in 2016

2016 was voor Nederland een zeer warm jaar. Met een gemiddelde temperatuur van 10,7 graden komt 2016 in de top tien van warmste jaren sinds het begin van de metingen. Dit past in de trend van een opwarmend klimaat.

2016 was zeer zonnig met landelijk gemiddeld 1880 uur zon tegenover 1640 uur normaal. Aan de kust scheen de zon het meest, in Zuid-Limburg het minst, maar nog altijd 140 meer zonuren dan normaal.

2016 was een vrij droog jaar met landelijk gemiddeld 758 mm neerslag tegenover 849 mm normaal. Het noorden was het droogst, in het westen en zuiden van het land was het iets natter dan normaal.

2016 was wereldwijd het warmste jaar sinds het begin van de metingen in 1880. Een sterke El Niño met warmer oceaanwater bij de evenaar heeft met name in de eerste maanden van het jaar bijgedragen aan de warmte. Ongeveer 0,2 van de 1,2 graden opwarming ten opzichte van 150 jaar geleden komt door El Niño. De overige 1 graad is het gevolg van de uitstoot van broeikasgassen door de mens. Naast de wereldwijde temperatuur zijn de concentraties broeikasgassen in de atmosfeer ook record hoog.

Dit artikel hoort bij: KNMI Jaaroverzicht 2016

Onderzoek in 2016

Het KNMI combineert als publieke kennisorganisatie wetenschappelijk onderzoek met kennisintensieve dienstverlening. Een unieke koppeling tussen operatie en wetenschap. Praktijkervaringen kunnen meteen wetenschappelijk onderzocht worden. Kennis kan direct ingezet worden ten behoeve van de operationele diensten van het KNMI.

Interactieve Weer- en Klimaatpluim

De interactieve Weer- en klimaatpluim van het KNMI combineert de 15-daagse weersverwachting met klimaatkennis. In één oogopslag is te zien welk weer de komende twee weken verwacht wordt, wat normaal is voor de tijd van het jaar, welke extremen er zijn geweest en wat het weer zou kunnen zijn rond 2050. Met deze nieuwe Weer- en klimaatpluim geeft het KNMI duiding aan het weer van morgen en wat we in een warmer Nederland kunnen verwachten. De interactieve grafiek koppelt weer en klimaat aan elkaar om klimaatverandering beter te kunnen plaatsen en te begrijpen.

CINDI-2 meetcampagne

In september vond de internationaal meetcampagne CINDI-2 voor meting van luchtverontreiniging plaats op het terrein rond de KNMI-meetmast in Cabauw nabij Lopik. CINDI-2 is de tweede ‘Cabauw Intercomparison of Nitrogen Dioxide Measuring Instruments’, waarbij zo’n honderd onderzoekers uit alle uithoeken van de wereld naar Cabauw kwamen om hun luchtverontreiniging metende instrumenten met elkaar te vergelijken. CINDI-2 was een essentiële stap om te zorgen dat deze instrumenten op hun beurt, eenmaal terug op hun eigen plaats in de wereld, hun rol kunnen spelen als referentie voor satelliet instrumenten die vanuit de ruimte luchtverontreiniging meten.

Windmetingen met heteluchtballon

In mei 2016 maakten onderzoekers van het KNMI en Wageningen Universiteit een experimentele ballonvaart om te kijken of windgegevens af te leiden zijn uit de beweging van een heteluchtballon. In de omgeving van de KNMI-meetmast in Cabauw zijn metingen gedaan in de grenslaag, de onderste paar honderd meter van de atmosfeer. Het bleek dat de met GPS vastgelegde beweging van de ballon voldoende informatie oplevert om de richting en snelheid van de wind te kunnen bepalen. Deze informatie zal ons helpen om in de toekomst meetgegevens verkregen van heteluchtballonnen te kunnen gebruiken en verbeteren.

Klimaatanalyses van extreem weer

Onderzoekers van het KNMI en de universiteiten van Oxford en Melbourne hebben een methode ontwikkelt om na extreem weer een analyse te doen van de klimaatfactoren die daarbij een rol speelden. Hiervoor worden statistische analyses gebaseerd op waarnemingen van het echte weer gebruikt en simulaties met globale en regionale klimaatmodellen van het mogelijke weer. Door gebruik te maken van klimaatmodellen kunnen veel meer 'weerjaren' gegenereerd worden dan dat er waarnemingen zijn, en kunnen trends beter van het toevallige weer worden onderscheiden. Met deze methode konden we binnen een week na de overstromingen in Parijs begin juni berekenen dat de kans op zo veel regen in de Seine ongeveer twee keer zo groot is geworden dan een eeuw geleden door klimaatverandering. In augustus hebben we hetzelfde gedaan voor extreme regen in Louisiana (VS), samen met GFDL/NOAA, waar de toename na twee weken analyse meer dan 40% bleek te zijn. Ook de zware regenbuien in juni en de warme septemberdagen in Nederland werden zo in een klimaatcontext geplaatst.

Verplaatsing seismisch moment Groningen naar het zuiden

De effecten van de reductie in de gaswinning lijken zichtbaar te worden in de seismologische metingen van het KNMI. Sinds 2014 is de seismiciteit rondom Loppersum afgenomen. Het zwaartepunt van het seismisch moment, een maat voor de vrijgekomen energie, verplaatst zich naar het zuiden van het Groningenveld. De oorzaak van de verplaatsing is een sterk afgenomen seismisch moment in het noorden en een licht toegenomen moment in het zuiden van het veld. Dit geeft de indicatie dat minder winning, mede rondom Loppersum, tot een vermindering van de seismiciteit heeft geleid. Aardbevingen zijn grillig, dus het is nog te vroeg om definitieve conclusies te trekken.

Nieuwe regenradar in Herwijnen

In 2016 heeft het KNMI de neerslagradars vernieuwd. In Herwijnen, Gelderland, is een nieuwe radar geplaatst die de radar in De Bilt gaat vervangen. Door de vele hoogbouw in de naaste omgeving van De Bilt is het zicht aan de horizon minder geworden en voldoet deze radar niet meer aan de eisen die het KNMI stelt. De neerslagradar in Den Helder is in 2016 vervangen door een nieuw exemplaar. De radars zijn uitgerust met de nieuwste technieken. Hiermee kunnen buien gedetailleerder worden gevolgd en kan er beter onderscheid gemaakt worden in neerslagsoort en neerslagintensiteit.

Diepte nucleaire tests Noord-Korea bepaald met infrageluid

Op 6 januari en 9 september 2016 voerde Noord-Korea nucleaire tests uit. Die werden wereldwijd waargenomen met seismische meetstations van het International Monitoring System. Daarnaast werden ook laagfrequente trillingen (infrageluid) in de atmosfeer gedetecteerd.

Door analyse van dit infrageluid hebben KNMI-onderzoekers kunnen vaststellen dat de nucleaire tests zijn uitgevoerd op een diepte van minimaal 675 meter, ongeveer 1,5 keer dieper dan een eerdere Noord-Koreaanse kernproef uit 2013.

Het International Monitoring System wordt gebruikt voor de verificatie van het kernstopverdrag. Het KNMI is het Nationaal Data Centrum (NDC) voor het kernstopverdrag en adviseert in die rol het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Luchtvervuiling meten met licht

Het ozonmeetinstrument (OMI) en vanaf 2017 het nieuw ontwikkelde instrument TROPOMI meten vanaf een satelliet de lucht om de aarde. Met lichtmetingen wordt berekend waar er vervuilende gassen in de atmosfeer zitten. SchoolTV: Hoe meet je luchtvervuiling?

Dit artikel hoort bij: KNMI Jaaroverzicht 2016

Aardbevingen in 2016

Kaart van het noordoosten van Nederland met daarop in gele (kleiner dan 1,5) en rode (1,5 en groter) rondjes de aardbevingen die daar in 2016 hebben plaatsgevonden.

Het KNMI verricht metingen en doet onderzoek naar sterkte, impact en oorzaak van trillingen in de ondergrond en atmosfeer. Doel hiervan is de samenleving informeren over de effecten van aardbevingen, explosies en vulkaanuitbarstingen.

Aardbevingen in Groningen

In 2016 zijn er 13 bevingen opgetreden in het Groningenveld met een magnitude hoger dan 1,5. Dit aantal werd voor het laatst in 2007 opgetekend. In de tussenliggende jaren werd een maximum aantal van 32 bevingen in 2013 bereikt. Sinds 2014 daalt het jaarlijks aantal bevingen. 

Nader onderzoek, uitgevoerd door verschillende kennisinstituten waaronder het KNMI, moet de positieve indicatie van het verband tussen de daling in seismiciteit en de afname van de gaswinning in de laatste jaren uitwijzen. Van belang is ook of de trend in de afname van het aantal aardbevingen in de toekomst standhoudt. Het KNMI zal dat nauwlettend in de gaten houden.

Nieuw in 2016

Wij willen de samenleving zo goed mogelijk informeren over aardbevingen en de effecten daarvan. In dat kader zijn in 2016 een aantal nieuwe seismologische producten ontwikkeld. Zo worden voelbare aardbevingen voortaan weergegeven op de KNMI-radarkaart op onze website, is het seismische meetnet uitgebreid met 7 instrumenten in Twente voor detectie van bodembewegingen als gevolg van waterinjecties in oude gasvelden, hebben we een nieuwe seismische hazardkaart voor Groningen gemaakt en brengen we het effect van een aardbeving aan het oppervlak in kaart in een zogenaamde shakemap.

Dit artikel hoort bij: KNMI Jaaroverzicht 2016

Colofon

KNMI Jaaroverzicht, 2016 Jaargang 1

Publicatiedatum
dinsdag 31 januari 2017
Productie
KNMI
Eindredactie
Femke Goutbeek, cluster Communicatie
Vormgeving
Jaap Kwakkel, grafisch centrum KNMI
Copyright
CC0 1.0 Universal