“In februari heb ik al last van hooikoorts. Soms zelfs het hele jaar door. Ligt dat aan klimaatverandering?”
Door de opwarming is het groei-en bloeiseizoen van veel planten en bomen langer geworden waardoor er eerder en langer pollen in de lucht zitten. Mensen die allergisch zijn voor pollen, hebben hierdoor langer last van hooikoorts. Dat zijn in Nederland ongeveer 15 tot 20 procent van de mensen.
Universiteit Wageningen heeft aan de hand van de KNMI’14-klimaatscenario’s berekend dat het seizoen voor berken- en graspollen rond 2050 gemiddeld circa tien dagen eerder begint. Het begin van het pollenseizoen verschilt trouwens sterk van jaar tot jaar.
Hooikoorts is een voorbeeld van een indirect effect van klimaatverandering op de gezondheid. Andere indirecte effecten zijn voedselvergiftiging, ziektes verspreid door teken en muggen of vergiftiging door algen of botulisme. De opwarming van de aarde leidt tot wereldwijde ecologische, economische en sociale veranderingen. Deze kunnen ook invloed hebben op de gezondheid van mensen.
Nederland is in vergelijking met andere landen minder kwetsbaar voor infectieziekten dankzij het hoge niveau van de gezondheidszorg, inspectiediensten en welvaart. Zo is de kans dat malaria terugkeert in Nederland nihil. Maar de afgelopen vijftien jaar is het aantal gevallen van de ziekte van Lyme in ons land wel verdrievoudigd. Deze ziekte wordt overgebracht door geïnfecteerde teken. Door de hogere temperaturen zijn de teken gedurende een langere periode actief.
Wageningen Universiteit heeft van 2006 tot 2014 op dertien locaties in Nederland tekentellingen gehouden. Deze geven inzicht in de relatie tussen weersomstandigheden en het aantal teken. Zo blijken er in december meer teken voor te komen, als het in november warmer was.
Een direct effect van klimaatverandering op de gezondheid is extreem weer zoals noodweer en hittegolven. Mensen kunnen verrast worden door onweersbuien, snel stijgend water of modderstromen door extreme regen, met alle gevolgen van dien. Ook de toename van hitte heeft gevolgen voor de volksgezondheid. In Nederland zien we een stijgende trend in zeer warme dagen. Kwetsbare groepen zoals ouderen en zieken lopen hierdoor een groter risico door hitte eerder te overlijden.
Vooral in steden zijn mensen extra kwetsbaar vanwege het ‘stedelijk hitte-eilandeffect’. In steden is het enkele graden warmer dan in een landelijke omgeving. Een stad brengt veel warmte voort, terwijl beton, stenen en asfalt warmte vasthouden. Omdat er in een stad vaak nauwe straten zijn, is er weinig verkoelende luchtcirculatie. Beperkte begroeiing en water verhoogt de stadshitte nog meer.
De opwarming heeft overigens ook positieve effecten voor de gezondheid. Zo neemt in Nederland de kans op sterfte door kou in de winter af en hebben mensen met bijvoorbeeld reuma of artrose baat bij warm weer.