Tekst Annet Tiessen-Raaphorst
Foto Ramon van Flymen (boven); EyeEm GmbH (onder)
Deze special laat zien dat sporters die actief zijn in groepsverband, sociale waarde toeschrijven aan hun sportgroep, club of vereniging. Velen waarderen de goede sfeer, ontmoeten er andere mensen, maken vrienden en ontvangen hulp en steun bij privézaken. Daarmee heeft sport een verbindende en overbruggende waarde. De sportvereniging wordt van oudsher al gezien als een bron van overbruggende en verbindende sociale contacten (Van der Meulen 2007), maar ook informele groepen en commerciële en andere aanbieders vormen een plek waarvan deelnemers sociale aspecten waarderen (Van den Berg et al. 2011). Zeker nu, in tijden van de coronacrisis, valt bij het wegvallen van de contacten op dat sportgroepen een verbindende schakel tussen mensen vormen, die de deelnemers nu missen. Vernieuwend online aanbod of contacten met elkaar via social media onderhouden kan dat wel deels ondervangen, maar wordt waarschijnlijk toch als anders ervaren.
Leden van sportverenigingen hechten meer waarde aan sociale aspecten dan sporters in informeel of commercieel verband. Een deel van dit verschil is verklaren door de persoonskenmerken van de deelnemers en door de kenmerken van het sportaanbod. Een hogere sportfrequentie, aanbod van teamsporten, deelname aan trainingen, lessen of evenementen en betrokkenheid bij de organisatie als vrijwilliger verhogen de sociale waarde. Kort gezegd: als men vaker en intensiever betrokken is bij de sportgroep, kent men er meer sociale waarde aan toe. Daarnaast houden persoonskenmerken als levensfase en opleidingsniveau verband met de sociale waarde: vrouwen, met of zonder kinderen, en middelbaar en hoger opgeleiden zijn naar verhouding vaker actief bij commerciële sportaanbieders; mannen met kinderen of ouder dan 40 jaar kiezen vaker voor informele sportgroepen. Deze sporters vinden daar blijkbaar een aanbod dat beter past bij hun wensen, veelal gerelateerd aan meer flexibiliteit zoals minder verplichtingen door vrijwilligerstaken, niet mee hoeven doen aan competitie of kunnen sporten op verschillende momenten.
De verschuiving van sportdeelname bij sportverenigingen naar deelname aan andere vormen van sportaanbod kan tot gevolg hebben dat de sociale waarde van sport afneemt. Met de opgaven voor sociale samenhang in het achterhoofd is dit een aandachtspunt voor het sportbeleid. Als commerciële aanbieders ook aandacht hebben voor sociale aspecten en deelnemers betrekken bij sociale en sportieve activiteiten, kan ook daar de sociale waarde toenemen. Bij informele groepen is de sociale waarde op sommige aspecten al hoog, meer waarde zou te creëren zijn als groepen vaker bij elkaar komen. De flexibiliteit die sporters hebben bij commerciële aanbieders, is ook een optie voor sportverenigingen om nieuwe sporters aan te trekken, zoals in recente initiatieven als SportOn1 zichtbaar wordt. Het is dan wel de vraag of deze tijdelijke passanten bijdragen aan de sociale waarde van de sportvereniging, of haar wellicht zelfs doet afnemen.
Als het gaat om de rol van sport in het streven naar meer sociale samenhang in de samenleving, is enige relativering op zijn plaats. Wie met anderen aan het sporten is, kan op dat moment niet toneelspelen of een andere vrijetijdsactiviteit ondernemen, dus er kan ook sprake zijn van substitutie (Van den Broek 2019). Uit analyses die naast sport ook andere vrijetijdsactiviteiten betreffen, blijkt dat van sport alleen geen effect waarneembaar was op tevredenheid met het leven of op eenzaamheid (Feijten et al. 2018). Dit betekent niet dat sportbeoefening op die vlakken niets zou betekenen, wel dat mensen naast sport ook andere activiteiten hebben om invulling aan hun leven te geven, zoals deelname aan culturele activiteiten of (vrijwilligers)werk.
De sociale waarde van commerciële en informele sportgroepen of -clubs is minder vaak onderwerp van studie of beleid, maar uit deze special blijkt dat ook daar deelnemers de sociale aspecten van hun sportgroep waarderen. Om de verbindende sociale waarde van sport optimaal te benutten met oog voor de verschuiving in voorkeuren van sportbeoefening, mogen deze organisatievormen niet buiten het beeld van beleidsmakers blijven. Beleidsmakers zowel op het gebied van sport als op andere terreinen binnen het sociaal domein, doen er dan ook goed aan om naast sportverenigingen zowel informele sportgroepen als commerciële en andere sportaanbieders te betrekken bij het inzetten van sport als sociaal bindmiddel. Zeker als alle sportvoorzieningen over enige tijd weer open mogen voor iedereen.
1 Zie voor dit initiatief in Rotterdam www.rotterdamsportsupport.nl/actueel/sporton-is-live-het-online-platform-voor-de-rotterdamse-multisporter.