Dit artikel hoort bij: Specials 01

Waardering van sport met anderen

Tekst Annet Tiessen-Raaphorst
Foto Rob Poelenjee (boven); Mediatheek (onder)

Om sociale waarde aan sport te kunnen ontlenen, is het allereerst van belang om mee te doen aan sport in club- of groepsverband. De helft (48%) van de Nederlanders van 12 jaar en ouder was in 2018 sportief actief in een sportvereniging, in een informele groep of bij een commerciële of andere aanbieder. Deze deelname is niet evenredig verdeeld over alle groepen in de samenleving: jongeren, hogeropgeleiden en mensen zonder fysieke beperkingen doen vaker aan sport in groepsverband (vgl. RIVM 2020, Pulles en Wendel-Vos 2018). Daarmee is ook al duidelijk dat de verbindende en overbruggende waarde van sport niet voor iedereen in de samenleving gelijk zal zijn (Van den Broek 2019).

De mensen die wel in groeps- of clubverband actief zijn in de sport, vinden vaak dat er een goede sfeer heerst bij hun club of groep (91% is het hier (zeer) mee eens, zie tabel 1 in de Bijlagen). Meer dan de helft is er ook trots op om bij de club te horen (58%). Veel mensen waarderen de contacten die ze maken in de sportgroep of -club. 61% vindt de sportclub belangrijk om andere mensen ontmoeten en de helft (51%) geeft aan nieuwe mensen te hebben leren kennen via de sport, die goede vrienden zijn geworden. Ruim een kwart (28%) ziet het leren kennen van andere culturen als een belangrijk aspect van sportdeelname in groepsverband. Dat dit percentage lager ligt dan het ontmoeten van andere mensen in het algemeen kan komen doordat migranten nog altijd minder aan sport doen (RIVM 2019) en ook andere takken van sport beoefenen (Vogels 2014), waardoor de kans om elkaar te leren kennen kleiner blijft.

De meeste sporters nemen deel aan het sociale verkeer door te praten met anderen dan de eigen team- of groepsleden (72%), door na een training of wedstrijd te blijven napraten (68%), of door deel te nemen aan sociale activiteiten als feestjes of familiedagen (57%). Twee op de vijf sporters (41%) verwachten steun of hulp van medesporters bij privézaken en ruim een derde (37%) geeft aan dat de sportgroep een van de belangrijkste groepen is waar ze bij horen.

Sociale waarde verschilt tussen organisatievormen

De beoordeling van de sociale waarde is niet voor alle organisatievormen gelijk (figuur 1). De sporters die lid zijn van een vereniging geven bij alle aspecten een hogere waardering dan de deelnemers van commerciële of andere aanbieders. De sporters die in een informele groep actief zijn, verschillen minder van de verenigingssporters: als het gaat om de sfeer, contact met andere sporters, steun bij privévragen en het ontmoeten van andere culturen is de waardering van informeel georganiseerde sporters even groot of zelfs groter als die van verenigingssporters. Een verklaring kan zijn dat sporters in deze informele groepen zelf meer zeggenschap hebben over de samenstelling van de groep en de groepen vaak wat kleiner van omvang zijn, waardoor iedereen elkaar kent (Van den Berg en Tiessen-Raaphorst 2010).

Commerciële sporters waarderen sociale aspecten ook

Dat sporters van commerciële en andere aanbieders de sociale aspecten als minder belangrijk waarderen dan de verenigingssporters en informele sporters, wil echter niet zeggen dat zij de sociale aspecten in het geheel niet belangrijk vinden. Ook van deze sporters vindt een meerderheid dat er vaak een goede sfeer in de groep is (89%), heeft bijna twee derde ook contact met niet-teamleden (60%) en blijft de helft na de les of training praten met anderen (49%). In vergelijking met de deelnemers van sportverenigingen en informele groepen geven de commerciële sporters een lagere waardering aan de deelname aan sociale activiteiten, het vinden van hulp en steun bij privézaken en de beoordeling dat het een van de belangrijkste groepen is waar ze bij horen. De sociale waardering lijkt zich daardoor wat strikter te beperken tot de sportactiviteiten zelf en niet zozeer te leiden tot binding buiten die setting.

Figuur 1

Sociale aspecten van een sportgroep naar organisatievorm, Nederlandse sporters in groepsverband van 12 jaar en ouder (n=1.406), 2018 (in procenten (zeer) mee eens)

Bron: SCP/CBS (VTO’18)

hardlopers