Tekst Manon van de Schootbrugge, Layla van Wieringen
Wat hebben ambassadeurs en burgemeesters met elkaar gemeen wanneer het aankomt op de bestrijding van terrorisme? In het kader van de Ambassadeursconferentie organiseerden de afdeling Terrorismebestrijding en Nationale Veiligheid van de directie Veiligheidsbeleid een sessie met de burgemeester van Arnhem, Ahmed Marcouch. De gemeente Arnhem kwam eind vorig jaar uitgebreid in het nieuws in verband met de aanhouding van zeven terrorismeverdachten. Mede met het oog op deze gebeurtenissen, sprak de burgemeester tijdens de sessie met ambassadeurs over hoe de Nederlandse lokale aanpak van gewelddadig extremisme eruit ziet en hoe de kennis en ervaringen uit het buitenland deze kunnen versterken. Want zowel in Nederland als in het buitenland, worden de effecten van terrorisme en terrorismebestrijdingsmaatregelen, vaak lokaal het sterkst gevoeld.
Leestijd: 4 minuten
Waar lokaal en internationaal terrorismebeleid elkaar raakt
Centraal in het gesprek stond de link tussen enerzijds het lokale terrorismebestrijdingsbeleid, waarin gemeenten een cruciale rol spelen, en anderzijds de internationale dimensie van terrorismebestrijding, die onderdeel is van het Nederlandse buitenlandbeleid. Deze link lijkt op het eerste gezicht niet vanzelfsprekend. En gezien ambassadeurs en burgemeesters op grote afstand van elkaar werken, komt het niet vaak voor dat zij de kans krijgen het gesprek met elkaar aan te gaan en ervaringen uit te wisselen. Dat neemt niet weg dat er geen raakvlakken tussen beide werkterreinen bestaan. Integendeel zelfs, zo bleek tijdens de sessie.
De afgelopen jaren heeft de rise and fall van ISIS in Syrië en Irak immers zowel in binnen- als buitenland de gemoederen bezig gehouden. Nederland heeft te maken gekregen met ruim 300 mannen en vrouwen die zijn uitgereisd om zich aan te sluiten bij de gewapende strijd. Veruit het grootste deel van de Foreign Terrorist Fighters (FTF’s) die zich bij ISIS hebben aangesloten, is echter afkomstig uit landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan Tunesië, Saudi-Arabië, Jordanië en Turkije – landen waar ook Nederlandse ambassadeurs gestationeerd zijn, en die in hun werk dus ook met deze vraagstukken te maken krijgen.
De zeven aanhoudingen: een succesverhaal van de lokale aanpak
In een openhartig gesprek tussen ambassadeurs, burgemeester Marcouch en de directie Veiligheidsbeleid van BZ, deelde Marcouch zijn visie op de aanhoudingen van afgelopen najaar. De verdachten zouden mogelijk een van de grootste aanslagen in Nederland aan het plannen zijn geweest.
Dat het zover kon komen heeft verschillende oorzaken. Marcouch pleitte voor meer inzicht in drijfveren zoals salafistisch gedachtegoed en opportunisme vanuit een gemarginaliseerde positie in de samenleving. Immers, dat zich onder de verdachten een persoon bevond die eerder al was veroordeeld voor een poging tot uitreizen naar ISIS-gebied, geeft aan dat deze personen zich al langere tijd op een radicaal pad bevonden. Hier moet oog voor zijn en ook moeilijke onderwerpen moeten bespreekbaar worden gemaakt, ook wanneer de overheid niet de eerst aangewezen partner is om op te treden.
In deze complexe situatie beschouwt Marcouch de aanhoudingen een succesverhaal van de lokale aanpak: alleen door een goede samenwerking tussen de gemeente Arnhem, inlichtingendiensten, het Openbaar Ministerie, de politie en andere lokale partners kon de aanslag tijdig verijdeld worden. Het liefst voorkom je gewelddadig extremisme natuurlijk veel eerder en dat doen we in Nederland met een lokale aanpak, waar op individueel niveau professionals uit zorg, onderwijs, veiligheid en politie en justitie om de tafel zitten en de beste aanpak bespreken. Zo kunnen harde en zachte maatregelen goed op elkaar worden afgestemd. Zo wordt de lokale aanpak een steeds krachtiger onderdeel van het Nederlandse terrorismebestrijdingsbeleid.
Een inspirerend gesprek
Nederland zet zich, mede via zijn ambassadeurs, actief in om elementen van de Nederlandse aanpak ook in het buitenland te stimuleren. Nog niet in alle landen is het gebruikelijk om te investeren in een preventieve aanpak van gewelddadig extremisme. Onze ambassadeurs en Regionale Veiligheidscoördinatoren voeren het gesprek met buitenlandse veiligheidsautoriteiten, om hen alert te maken op de meerwaarde van een preventieve benadering. Zo werken we in Tunesië samen om radicalisering in gevangenissen te voorkomen en tegen te gaan, en worden met landen die zelf met grote aantallen FTFs te maken hebben gesprekken gevoerd over opvang, vervolging en re-integratie.
Door stil te staan bij deze raakvlakken werd de – vaak toch vrij abstracte – link tussen lokaal en internationaal opeens heel concreet. Marcouch verwelkomde het contact met de Nederlandse ambassades in het buitenland, en de ambassadeurs herkenden zich in de dilemma’s die ook in Nederland op lokaal niveau spelen. Al met al een inspirerend gesprek waarin verbinding centraal stond, dat hopelijk toekomstige informatie-uitwisseling stimuleert.