Tekst Metka Hagen
Foto Louise van Gend
Spannend en ontzettend leuk: zo vat Maarten Boef zijn nieuwe standplaats samen. Nog even en hij zit met zijn gezin in het vliegtuig naar Washington, waar hij zal gaan werken als plaatsvervangend ambassadeur. Momenteel is hij plaatsvervangend directeur Veiligheidsbeleid én hij is de oprichter van dit magazine, ‘De Veiligheidsdiplomaat’.
"Leestijd: 3 minuten"
Terugkeer naar de VS
Enorme bekers cola en een gratis refill, dat is hoe zijn zoontje zich de rondreis door de Verenigde Staten van twee jaar geleden herinnert. Maarten is druk bezig om samen met zijn vrouw hun twee kinderen, van zeven en negen jaar, Engelse les te geven. Dat hij mag terugkeren naar de Verenigde Staten vindt hij fantastisch. “Mijn passie voor de VS is ontstaan toen ik een jaar in Pennsylvania studeerde. Ik heb daar mooie herinneringen aan, het is een geweldig land.”
De Amerikaanse verkiezingen – die in november zullen plaatsvinden – maken van 2020 een belangrijk jaar, ook voor Nederland. “Wie de president van de VS ook wordt, het zal voor Nederland een belangrijk contact zijn. Als paal boven water staat dat onze banden op het vlak van economie, politiek, veiligheid en cultuur heel hecht zijn.” Maarten heeft dit ook benadrukt tijdens een recente lunch met zijn toekomstige ambtgenoot, de huidige plaatsvervangend ambassadeur van de VS in Den Haag.
Preventie
Als plaatsvervangend directeur van de directie Veiligheidsbeleid kan Maarten terugblikken op vier betekenisvolle jaren. “Veiligheid zie je vaak niet, maar geloof me, er gebeurt ontzettend veel achter de schermen. Ons werk is preventief: veiligheidsdiplomaten voorkomen onveilige situaties. Het is niet vanzelfsprekend dat Nederland veilig is.”
Het werken op onderwerpen die regelmatig de krantenkoppen halen, geeft veel voldoening. Iedere ochtend slaat Maarten met een kop koffie de krant open. “En tijdens het bladeren denk ik: daar is deze collega mee bezig en met dit onderwerp die collega. Het is bijzonder mooi om zo direct iets te kunnen bijdragen aan een veilig Nederland.”
Dat veel Nederlanders geen idee hebben wat veiligheidsdiplomaten nu precies doen, is één van de redenen geweest waarom Hester Somsen, Directeur Veiligheidsbeleid, en Maarten Boef dit magazine 'De Veiligheidsdiplomaat’ wilden oprichten. Inmiddels bestaat de Veiligheidsdiplomaat al bijna vier jaar. “Waar zijn wij diplomaten nu écht mee bezig? En hoe kunnen we ons beleid toelichten aan een breder publiek? Deze vragen wilden we beantwoorden met dit magazine. Natuurlijk zijn we als ambtenaren wat terughoudend om over politiek gevoelige zaken te schrijven, maar we kunnen wel de meerwaarde van de veiligheidsdiplomatie belichten.”
Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie
Als een rode draad door Maartens vier jaar bij de directie Veiligheidsbeleid loopt het beleidsstuk Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie (GBVS). Alle aspecten van het Nederlandse veiligheidsbeleid worden in deze strategie belicht. Maarten realiseerde dit project samen met de medewerkers van zijn directie en in nauwe samenwerking met alle ministeries in Den Haag, die zich met deze onderwerpen bezighouden. Het beleidsstuk illustreert dat het Nederlandse veiligheidsbeleid gebaseerd is op drie uitgangspunten: voorkomen, verdedigen en versterken.
Hoewel de strategie dateert uit 2018, is deze ook nu nog zeer relevant. Onlangs is er een tussenrapportage gestuurd naar de Tweede Kamer. Hieruit blijkt dat op hoofdlijnen de strategie die in 2018 uitgestippeld werd, de juiste was. “Wat ook nog steeds uiterst relevant is, en waar we dus goed op hebben geanticipeerd, is bijvoorbeeld de economische veiligheid. Denk hierbij aan het beschermen van technologie, intellectueel eigendom en hoe om te gaan met overnames door buitenlandse bedrijven. Dit onderwerp is urgenter geworden.”
Ook de coronapandemie heeft een grote invloed gehad op het Nederlandse veiligheidsbeleid. Trends die al twee jaar geleden zichtbaar waren, hebben zich nu in rap tempo verdiept en versneld. “Het coronavirus versnelt de digitalisering van de wereld. Cybersecurity is daarom belangrijker dan ooit.”
Interdepartementale samenwerking
Naast de inhoud van het werk, vindt Maarten het werken aan een Rijksbrede strategienota zoals de GBVS ook vanwege de contacten met andere ministeries inspirerend. “Bijvoorbeeld het samenwerken met het ministerie van Defensie. Ruim tien jaar geleden was ik bij Buitenlandse Zaken hoofd van een taakgroep die samen met Defensie de Haagse kant van de militaire missie in Uruzgan coördineerde. Daar heb ik een groot netwerk bij Defensie aan overgehouden. Veel van de mensen waarmee ik toen werkte, ben ik nu weer tegengekomen. Dat is niet alleen leuk, maar ook heel nuttig.”
Het interdepartementale aspect zal voor Maarten ook terugkomen op de Nederlandse ambassade in Washington. Daar zijn bijna alle Nederlandse ministeries vertegenwoordigd. “De ambassade in Washington is dus eigenlijk een Den Haag in het klein. Ik zal me er snel thuis voelen!”