Tekst Marijn van Blom / Jaap van Diggele / Hester Somsen
Foto Buitenlandse Zaken
Hester Somsen is plaatsvervangend Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid en directeur Cybersecurity en Statelijke Dreigingen. Jarenlang stond zij aan het hoofd van de Nederlandse veiligheidsdiplomatie, als directeur Veiligheidsbeleid bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Van 2013 tot en met 2016 was zij ambassadeur in Beiroet, waarover de documentaire Post Beirut werd gemaakt. Eerder werkte zij in regio’s zoals het Midden-Oosten, Afrika, Midden-Europa en de Balkan. In een bijzondere aflevering van het programma De Reünie keek Hester terug op hoe haar carrière bij BZ begon.
Leestijd: 3 minuten
Het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ), heeft veel aandacht voor de rol van vrouwen en meisjes in gewapend conflict.
Het Nationaal Actieplan 1325 is voor vrouwen in vredesmissies essentieel in het kader van de geïntegreerde benadering die Nederland voorstaat. En het Global Counter-Terrorism Forum is een belangrijk wereldwijd forum voor het verzamelen van beleid over contraterrorisme (CT), en draagt bij aan het formuleren van beleidsaanbevelingen om gender binnen de CT-context op een zinvolle manier op te nemen in nationale beleidsvorming.
Nederland draagt ook financieel bij aan het versterken van de weerbaarheid van vrouwen en het gezin, om te voorkomen dat gewapende groepen steun vinden in kwetsbare gemeenschappen.
In oktober verruilde Hester BZ voor de NCTV. De NCTV heeft steeds meer aandacht voor de individuele omstandigheden van mensen die dreigen te radicaliseren. Wat is hun omgeving, wat is hun verhaal? Vrouwen kunnen daarbij behalve slachtoffer ook dader of ‘agent of change’ zijn. Als daders of medeplichtigen moedigen zij bijvoorbeeld aan, zamelen geld in, passen op wapens, en plegen aanslagen. Zij kunnen ook een rol spelen om gedrag en extremistisch gedachtengoed te helpen veranderen en de deradicaliseren. Dit vergt een persoonsgerichte aanpak in nationale terrorismebestrijding en bij het voorkomen van radicalisering.
Kan je iets vertellen over wat je motiveerde om bij de NCTV te gaan werken?
In mijn functie als directeur Veiligheidsbeleid had ik intensief contact met collega’s van de NCTV. Een mooie organisatie met een duidelijke toegevoegde waarde waarmee het goed samenwerken is. Het werkveld van de NCTV op het gebied van Contra-terrorisme, cyber, statelijke dreigingen en crisisbeheersing kende ik. Met een andere focus. Jarenlang was mijn blik natuurlijk vooral op het buitenland gericht. Nu maak ik de vertaalslag naar de directe betekenis voor onze nationale veiligheid. Ik vind het een mooie opdracht om samen te werken met lokale overheden, het bedrijfsleven en andere ministeries om Nederland veilig te houden.
Kan je uit je ervaring in Libanon iets vertellen over de rol van vrouwen en meisjes zijn bij terrorismebestrijding en preventie van extremisme?
Je ervaart daar aan den lijve hoe belangrijk de rol van vrouwen en meisjes is. Vanuit de ambassade ondersteunden we programma’s die specifiek voor hen waren ingericht. Scholing, verbreding van de blik, het samenbrengen van groepen vrouwen die vanwege hun achtergrond tegenover elkaar stonden. Dat leidt tot het besef dat ze allemaal hetzelfde willen. Namelijk een menswaardig bestaan, werk voor zichzelf, hun mannen en zonen, stromend water, functionerende electriciteitsvoorzieningen en andere nutsvoorzieningen die wij heel normaal vinden. Ergens bij horen, niet achter worden gesteld op grond van je afkomst, je geloof, de wijk waar je vandaan komt. Dat besef is nodig om de vicieuze cirkel van aangewakkerde haat, van het afzetten tegen de ander, van intolerantie te doorbreken. Dan kan je samen verder bouwen. Misschien ben ik bevooroordeeld, maar mijn indruk was altijd dat vrouwen en meisjes het eerder doorhadden. En hoop dat zij op hun beurt dan weer de mannen en jongens in hun omgeving positief konden beïnvloeden. De vrouwen waren doorgaans ook wat praktischer ingesteld. Ze richtten zich op zaken die hun directe leefomgeving konden verbeteren en waren bereid dat samen met de ‘tegenstander’ te doen.
Hoe bevordert de NCTV de betrokkenheid en participatie van vrouwen, vrouwenorganisaties en diaspora organisaties hierin?
Bij de NCTV ligt de nadruk op de persoonsgerichte aanpak, met – waar nodig – aandacht voor gender.
We zijn ook gefocust op de invloed die vrouwen kunnen hebben binnen een bepaalde context. Bewustwording van deze rol, ook bij onze ketenpartners, is een pré voor kennisontwikkeling binnen het domein Contraterrorisme. Zo doen we bijvoorbeeld onderzoek naar intergenerationele overdracht van extremistisch gedachtengoed bij minderjarigen.
Ik noem ook graag projecten die zich richten op weerbaarheid. Denk daarbij aan Oumnia Works (opgezet in 2016-2017), dat door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ondersteund wordt. Oumnia Works is een bottom-up initiatief dat vanuit de behoefte van moeders uit Den Haag is ontstaan. Het is een programma door en voor opvoeders dat gezinnen d.m.v. trainingen ondersteuning biedt, met het doel om radicalisering van kinderen/jongeren in een vroeg stadium tegen te gaan.
Het stereotype is dat veiligheid een echt mannenonderwerp is. Hoe heb je dat als vrouw in jouw carriere ervaren?
Ach ja, dat is het mooie aan stereotypen – die kloppen doorgaans niet. Ik ben op alle niveaus keihard werkende mannen en vrouwen tegen gekomen in dit werkveld. En zoals overal, juist die mix zorgt voor een betere aanpak dan wanneer er geen diversiteit zou zijn. En soms ben je wel de enige vrouw. Ook dat heeft me nooit gehinderd. Je bent allereerst toch ambtsdrager en professional en je neemt daarin je eigen competenties en zienswijzen mee. Ik hoop ook van harte dat dat stereotype andere vrouwen niet weerhoudt van werken op dit prachtige beleidsterrein. Bij deze een oproep!