Tekst Jochem Tissink
Foto VN

Met het vierde NAP1325 (2021-2025) voor de deur, blikken we ook terug op het derde NAP1325 (2016-2020). Een belangrijk jaar dat er uitspringt is 2018, het jaar dat Nederland niet-permanent lid van de VN Veiligheidsraad was.

Leestijd: 3 minuten

Nederland niet-permanent lid van de Veiligheidsraad

De drie prioriteiten accountability, conflictpreventie en moderniseren van vredesoperaties vormden onderdeel van het Nederlandse DNA tijdens het lidmaatschap van de VN Veiligheidsraad. Deze drie breed geformuleerde prioriteiten boden ruimte voor Nederland op veel onderwerpen in te zetten met een duidelijk Nederlands stempel. 

De highlights op het gebied van Women, Peace and Security

Ook op het gebied van Women, Peace and Security (WPS) waren erhighlights tijdens het Nederlands lidmaatschapsjaar.

Op 8 maart 2018, internationale vrouwendag, zat Minister Kaag de Veiligheidsraad-sessie voor over de verlenging van de VN-missie in Afghanistan. Als penvoerder had Nederland de ruimte genomen om WPS verder in het mandaat te verankeren, en twee vrouwelijke civil society vertegenwoordigers uitgenodigd om de raad vanuit hun perspectief te briefen. Nederland had lidstaten verder opgeroepen om met zoveel mogelijk vrouwelijke vertegenwoordigers deel te nemen aan de sessie. De Nederlandse delegatie bestond volledig uit vrouwen en ook aan de rest van de tafel zaten overwegend  vrouwen – waarschijnlijk een unicum. Het leverde een sterk beeld op (ook opgepikt door de NOS) en onderstreepte tevens de inzet van Nederland in die vergadering: het belang van een betekenisvolle rol van vrouwen in het vredesproces in Afghanistan. Of zoals minister Kaag het formuleerde: “Zonder vrouwen heeft vrede geen schijn van kans.”

Een tweede diplomatiek succes voor Nederland was op het terrein van Seksueel Geweld in Conflict. In hedendaagse conflicten wordt seksueel geweld structureel ingezet als oorlogswapen om samenlevingen te ontwrichten en vormt daarmee  een bedreiging voor internationale vrede en veiligheid. Veel VN-resoluties gaan hier op in, maar hoe kan de VN een rol spelen bij het aanpakken van daders van seksueel geweld? Nederland organiseerde hierover o.a. een Arria (een open VN-meeting, hier terug te kijken) met de centrale vraag: hoe kan de VN sancties tegen seksueel geweld inzetten om straffeloosheid aan te pakken en een meer afschrikkende werking van sancties te doen uitgaan? In die Arria stond een concrete maatregel centraal, namelijk het opnemen van Seksueel Geweld als een stand-alone criterium binnen bestaande sanctieregimes. Volgens eerder onderzoek van Georgetown was die optie nog onvoldoende gebruikt door de VN.

In januari 2017, een jaar voor het Nederlandse VNVR lidmaatschap, werd seksueel geweld voor het eerst als een stand-alone listing criterium opgenomen in een VN-sanctieregime (voor de Centraal Afrikaanse Republiek). Daarvoor viel seksueel geweld onder mensenrechtenschendingen (zoals in VN-sanctieregimes Soedan en Democratische Republiek Congo). Het resultaat van de Nederlandse inzet? In 2018 werd seksueel geweld als listing criterium opgenomen in maar liefst drie VN-sanctieregimes (Libië, Somalië en Zuid-Soedan). Minister Blok zei daar in het geval van Libië het volgende over: “Seksueel geweld tegen migranten zien we terug op de hele migratieroute via Libië. Daarom is het goed dat een van de sanctiegronden dit nu expliciet benoemt. Hiermee liggen de directe en indirecte daders van deze gruweldaden onder het internationale vergrootglas.”

Legacy

Een goede overdracht richting de Belgische en Duitse collega’s die het stokje overnamen van Nederland zorgde er mede voor dat dit in 2020 verder steeg naar vijf sanctieregimes (Jemen). Daarnaast zetten zij de Nederlandse lijn door om vrouwelijke vertegenwoordigers uit het maatschappelijk middenveld te laten briefen in de Veiligheidsraad. Daarmee kunnen we ook stellen dat Nederland wat dat betreft ook de legacy heeft kunnen borgen, zoals omschreven in de Kamerbrief. In diezelfde brief staat overigens ook dat het Koninkrijk zich in 2033-2034 wederom wilt kandideren voor de VNVR. Op naar 2033 dus!