Tekst Anne de Ruijter
Foto Ministerie van Defensie

Bijna 14.000 blauwhelmen uit meer dan 60 landen van over de hele wereld heeft hij onder zijn hoede. Samen met hen probeert luitenant-generaal Kees Matthijssen stabiliteit te brengen in Mali, als Force Commander van de VN-missie MINUSMA (Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali). Maar wat doet een Force Commander eigenlijk? De redactie van de Veiligheidsdiplomaat ging hierover met Kees in gesprek.

Leestijd: 5 minuten

Wat doet MINUSMA precies?

“De Verenigde Naties (VN) heeft in 2013, na intern conflict in Mali, op verzoek van de Malinese regering een missie gestuurd om de Malinese overheid te helpen de stabiliteit te herstellen. MINUSMA bestaat uit drie componenten. De civiele component ondersteunt het Malinese vredesproces en de politieke transitie en coördineert humanitaire activiteiten. De politiecomponent traint en begeleidt de Malinese politie. De militaire component tot slot – onder leiding van de Force Commander – draagt bij aan stabiliteit, veiligheid en schept daarmee voorwaarden voor het politieke proces en het werk van de civiele spelers.”

“MINUSMA is een geïntegreerde missie, waarin nauw wordt samengewerkt tussen de civiele en militaire kant. Als Force Commander geef ik leiding aan het militaire deel van deze missie, met bijna 14.000 militairen uit meer dan 60 landen van over de hele wereld. Ik stuur eenheden aan maar vertaal ook het mandaat in militaire opdrachten. Ik probeer het voor de militairen zo concreet mogelijk te maken, zodat als ze de poort uit gaan, ze weten wat ze moeten doen. Maar ik ben in mijn rol ook op het strategische niveau bezig als onderdeel van het leiderschap van de Missie in zijn geheel. Dat maakt dat ik betrokken ben bij de brede aanpak.”

Kees Matthijssen
Ministerie van Defensie

Hoe ziet jouw dag eruit?

“Mijn dagen zijn zeer divers en er is geen dag hetzelfde. Dat heeft enerzijds te maken met de enorme dynamiek op dit moment en anderzijds met het niveau waarop ik functioneer. Ik heb enorm veel contacten. Ik noem het wel eens ‘3D-schaken’. Op het ene moment zit ik in een videoconferentie met het hoogste niveau in New York om te praten over de ontwikkelingen in deze missie, het andere moment ben ik met een eenheid op patrouille. Dan word ik meegenomen naar een dorp waar ze contact hebben met de lokale dorpsoudsten.”

“Daarnaast heb ik natuurlijk veel contact met het civiele leiderschap van de missie waarmee ik regelmatig overleg. Tenslotte spreek ik natuurlijk met andere VN-organisaties hier in Mali. Maar het is niet alleen 3D-schaken. De functie van commandant vraagt ook leiderschap. Mensen willen duidelijkheid over de richting. Die probeer ik te bieden. Maar daarom is het ook belangrijk van de mensen zelf te horen.”

“Dat alles maakt het zeer uitdagend en boeiend, maar het is ook wel illustratief voor de complexiteit. Aan mij de taak om al die onderdelen in al hun complexiteit samen te brengen, zodat we als MINUSMA onze opdracht hier zo goed mogelijk kunnen uitvoeren.”

Kees Matthijssen
Ministerie van Defensie

Ga je ook het veld in?

“Ik ga als commandant regelmatig op bezoek bij de sectoren. Dat is voortdurend belangrijk, voor mijn eigen beeld, maar vooral ook om zichtbaar te zijn voor de mensen in het veld die het moeilijke werk doen in pittige omstandigheden. Het wordt enorm gewaardeerd als je komt en de tijd neemt om met ze te praten en de gelegenheid biedt hun zorgen te delen. Naast gesprekken met mijn directe ondercommandanten of de niveaus daaronder, praat ik met de Heads of Office in de Sector, de civiele kant, om een breder beeld te krijgen van de ontwikkelingen in de sector. Ook op het politieke, sociaal-economische terrein.”

“Belangrijk is ook het bezoeken van de eenheden. Dan kan ik horen wat de mensen bezighoudt en vooral ook gevoel krijgen bij de moeilijke omstandigheden waarin zij hun werk doen. De mensen die dagelijks de poort uit gaan, op de patrouilles met alle risico’s die daarmee samengaan. Met de kennis die ik tijdens deze bezoeken opdoe, kunnen wij als missieleiding de juiste randvoorwaarden creëren, zodat zij zo goed en zo veilig mogelijk hun werk kunnen doen, en een bijdrage leveren aan stabiliteit.”

“Tijdens de sectorbezoeken kan ik de zaken die tot mij komen in verslagen en terugkoppelingen ook met mijn eigen ogen zien en ervaren. Maar ook juist een goed beeld krijgen van de lokale context en de relatie met de bevolking. Zo heb ik kortgeleden tijdens mijn bezoek aan Kidal gesproken met het gere-integreerde bataljon van de Malinese landmacht. In het vredesakkoord zijn afspraken gemaakt tussen strijdende partijen om voormalige strijders te ontwapenen, te demobiliseren en te re-integreren, en dus eigenlijk op te nemen in de Malinese strijdkrachten. Een van onze taken is om hen te helpen een volwaardige eenheid binnen de Malinese strijdkrachten te worden.”

Kees Matthijssen
Ministerie van Defensie

Wordt jullie aanwezigheid overal geaccepteerd?

“Een concreet voorbeeld van ons werk is de post in Aguelhok, gelegen in het oosten van Mali. Aguelhok is van oudsher een kruispunt van smokkelroutes, met veel onveiligheid. Door daar een post van de missie te plaatsen, heeft MINUSMA daar veiligheid kunnen brengen. Tegelijkertijd wordt de locatie nog wel bestreden. Vorig jaar hebben tientallen strijders met voertuigen en zware wapens de post aangevallen. De Tsjadische eenheid heeft zich krijgshaftig geweerd, waardoor ze de post hebben weten te behouden. Helaas zijn er wel vier slachtoffers gevallen en is een tiental collega’s gewond geraakt.”

“De onveiligheid is ook de realiteit van deze missie. Het heet een peacekeeping-missie, maar de omstandigheden op de grond zijn niet eenvoudig en zijn gevaarlijk. MINUSMA is de gevaarlijkste VN-missie op dit moment. Tegelijkertijd is Aguelhok ook een voorbeeld van de goede verstandhouding die we hebben met de bevolking. De Malinezen zien dat door onze aanwezigheid de stabiliteit en veiligheid wordt vergroot. Maar eerlijk is eerlijk, zo wordt het niet overal gezien. Er zijn ook gebieden waar de bevolking en ook de regering vindt dat we te weinig zichtbaar zijn, te weinig doen en soms zelfs als bron van onveiligheid worden gezien. Ook dat is mijn realiteit en uitdaging, om te werken aan een betere prestatie acceptatie en van MINUSMA bij de bevolking.”

Kees Matthijssen
Ministerie van Defensie

Wat is de grootste uitdaging voor MINUSMA?

“Mali is een enorm land en de huidige situatie is enorm complex. Er is een veelheid aan gewapende groeperingen actief, sommige Al-Qaeda-gerelateerd, maar we zien ook IS-gerelateerde groepen. Deze groeperingen streven hun eigen doelstellingen na en willen gebieden onder controle krijgen/houden, naar bijvoorbeeld een op Sharia gebaseerde samenleving. Er zijn ook intercommunale conflicten. Sommigen van deze worden ook weer door de gewapende groeperingen benut. Het is moeilijk de complexiteit goed te doorgronden en te begrijpen.”

“Daarnaast is het zo dat de gewapende groeperingen gebruik maken van irreguliere tactieken en niet schromen bruut en meedogenloos geweld te gebruiken tegen burgers, soms als vergelding omdat bijvoorbeeld burgers de operaties van de Malinese strijdkrachten gesteund zouden hebben. De Malinese overheid staat voor een enorme opgave om ten eerste te werken aan de veiligheid van de Malinese bevolking, maar ten tweede ook perspectief te bieden aan diezelfde bevolking. Perspectief op verbetering van basisvoorzieningen en perspectief op de toekomst. MINUSMA is er om de Malinese regering daarbij te helpen en de militaire Force is belangrijk om bij te dragen aan veiligheid.”

“Dan heb ik het nog niet gehad over de terugtrekking van de Fransen, de andere bilaterale partner waarmee de Malinese krijgsmacht samenwerkt. Of de nog grotere problemen zoals klimaatverandering die Mali zeker ook treft. Het is deze complexiteit die maakt dat de uitdaging voor MINUSMA groot is om de Malinese regering op weg te helpen naar een veilige en stabiele toekomst.”

Wat is het krachtigste punt van MINUSMA?

“De missie heeft een enorme diversiteit, meer dan 60 landen zitten in de force. Met bijna een derde van de lidstaten van de VN proberen we de wereld een stukje beter te maken, specifiek natuurlijk hier in Mali. Dat maakt het heel bijzonder en maakt mij ook trots dat ik daar leiding aan mag geven. Dat ik leiding mag geven aan mannen en vrouwen die zo betrokken zijn bij hun werk in deze missie.”

“Die diversiteit brengt ook verschillende perspectieven. Afrikaanse collega’s kijken toch soms met een wat andere nuance naar de situatie dan anderen. Dat zorgt er ook voor dat ikzelf een beter beeld krijg van de situatie en anders naar dingen ga kijken. Dat is de kracht van deze missie.”

Lees het volgende artikel: NAVO-uitbreiding met Finland en Zweden: hoe gaat dat in zijn werk?