Tekst Thomas Abma

De Russische inval in Oekraïne deed Finland en Zweden besluiten om lid te willen worden van de NAVO. De meeste bondgenoten willen snel werk maken van het toetredingsproces, maar welke weg ligt er nog voor ons voordat Finland en Zweden lid kunnen worden van het NAVO-bondgenootschap? We leggen in dit artikel uit wat de stappen zijn en welke rol Buitenlandse Zaken in dat proces speelt.

Leestijd: 4 minuten

Einde aan neutraliteit

Met de historische lidmaatschapsaanvragen van Finland en Zweden kwam een einde aan een lange periode van neutraliteit. Ondanks het NAVO-lidmaatschap van buurlanden Noorwegen en Denemarken bleven Finland en Zweden tijdens de Koude Oorlog neutraal.

Met hun toetreding tot de Europese Unie in 1995 werd een eerste stap voorbij neutraliteit gezet. Vanaf de jaren negentig werkten Finland en Zweden als militair ongebonden landen ook al beperkt samen met de NAVO. Door de Russische annexatie van de Krim en het uitbreken van de strijd in Oost-Oekraïne in 2014 breidden Finland en Zweden hun officiële samenwerking met de NAVO uit.

Na de inval in Oekraïne sloeg het sentiment definitief om en steunde een groeiende meerderheid in zowel Finland als Zweden toetreding tot de NAVO. Op 18 mei 2022 dienden de hechte partners gezamenlijk hun toetredingsaanvragen in bij secretaris-generaal van de NAVO, Jens Stoltenberg.

Minister Hoekstra ontmoet zijn Zweedse collega Anne Linde tijdens de NAVO-top in Madrid, juni 2022.

NAVO-proces

Het indienen van de aanvragen is het startsein voor het NAVO-toetredingsproces. Eerst is de NAVO zelf aan zet, daarna buigen alle bondgenoten zich over de aanvragen door het zogenaamde toetredingsprotocol van de kandidaat-bondgenoot in overeenstemming met hun nationale procedures goed te keuren. Daarover later meer.

Stap één is een officiële uitnodiging namens alle bondgenoten aan Finland en Zweden om te starten met toetredingsbesprekingen met de NAVO. Aanvankelijk maakte Turkije kenbaar zorgen te hebben of toetreding van Finland en Zweden wel tot een versterking van de veiligheid zou leiden, en blokkeerde het opstarten van deze gesprekken. Op 28 juni kwamen Turkije, Finland en Zweden tot een overeenkomst, waardoor het toetredingsproces doorgang kan vinden. Op het moment dat alle bondgenoten hiermee formeel instemmen kunnen de toetredingsbesprekingen beginnen. Hierin worden de precieze voorwaarden voor toetreding uitonderhandeld en committeren kandidaat-leden zich aan de bondgenootschappelijke principes en –waarden. Ook bevestigen zij hun vermogen om aan de politieke, juridische en militaire verplichtingen van de NAVO te voldoen.

Na deze (korte) stap maken Finland en Zweden in een brief aan de secretaris-generaal officieel kenbaar aan deze voorwaarden en verplichtingen te zullen voldoen en worden de toetredingsprotocollen van beide landen opgesteld.

Nadat alle dertig bondgenoten hun handtekening onder de toetredingsprotocollen hebben gezet, kunnen de nationale goedkeuringsprocedures van start gaan en krijgen Finland en Zweden de status van NAVO-invitee. Hierdoor mogen zij aansluiten bij vrijwel alle NAVO-overleggen om de overgang naar lidmaatschap zo soepel mogelijk te laten verlopen. De permanente vertegenwoordigers bij de NAVO, ook wel NAVO-ambassadeurs genoemd, worden doorgaans door hun minister gemachtigd om namens hun land de toetredingsprotocollen te ondertekenen.

Nederlandse goedkeuringsprocedure

De nationale goedkeuringsprocedure voor de toetreding van aspirant-leden verschilt per land. Zo moet in de VS de Senaat met een tweederde meerderheid instemmen maar is in het VK geen parlementaire goedkeuring vereist.


Om de Nederlandse procedure zo snel mogelijk te laten verlopen, worden de toetredingsprotocollen van beide kandidaat-leden behandeld in één wetsvoorstel. De Ministerraad is als eerste aan zet. Hier wordt de parlementaire goedkeuringsprocedure in gang gezet. Ook moet het wetsvoorstel dat de regering naar de Tweede Kamer stuurt door de Raad van State van advies worden voorzien. Om het toetredingsproces van Finland en Zweden zo kort mogelijk te houden, kan de Raad van State bij hoge uitzondering door de ministerraad worden gevraagd de adviesaanvraag met spoed te behandelen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken (directies Veiligheidsbeleid en Juridische Zaken) bereiden de relevante documenten en overleggen voor.


Na het uitbrengen van dit advies buigen achtereenvolgens de Tweede Kamer en de Eerste Kamer zich over het wetsvoorstel. De rol van BZ in het parlementaire proces is bescheiden, maar de toelichting bij het wetsvoorstel, de zogenaamde Memorie van Toelichting, wordt door BZ geschreven. Ook de vragen van Kamerleden over de Fins-Zweedse toetreding worden door de minister van Buitenlandse Zaken beantwoord.


Nadat beide Kamers met het wetsvoorstel hebben ingestemd, kan Nederland de regering de van de Verenigde Staten, de depositaris  van het Noord-Atlantisch Verdrag, op de hoogte stellen van de goedkeuring. Pas wanneer alle bondgenoten dit hebben gedaan kunnen Finland en Zweden volgens hun eigen procedures het toetredingsproces voltooien. Beide landen zijn officieel lid wanneer zij hun akten van toetreding bij de VS hebben gedeponeerd.

Kwetsbare periode

Door de oorlog in Oekraïne is de veiligheidssituatie ook voor Finland en Zweden veranderd. Pas als zij daadwerkelijk zijn toegetreden, is ook artikel 5 van de NAVO van toepassing. In dat artikel is vastgelegd dat een aanval op één bondgenoot moet worden beschouwd als een aanval op allen. Finland en Zweden zijn dus tot aan toetreding tot de NAVO extra kwetsbaar voor Russische agressie. Het is daarom van belang dat de periode tot toetreding zo kort mogelijk wordt gehouden.

Nederland heeft, net als onder andere de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, in een publieke verklaring toegezegd dat het Finland en Zweden ook in de tussentijd op hun verzoek bij zal staan. Op die manier levert Nederland een bijdrage aan de veiligheid van partnerlanden Finland en Zweden.

Lees het volgende artikel: Afscheidsinterview met Huib Mijnarends: Speciaal Gezant Terrorismebestrijding