Tekst Noah Kleijne

Australië, Japan, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea – samen bekend als de Indo-Pacific Four (IP4) – zijn ook dit jaar weer aanwezig op de NAVO-top. Hun aanwezigheid is zeker geen diplomatieke beleefdheid. Het weerspiegelt een geopolitieke realiteit: de veiligheid van Europa en die van de Indo-Pacific zijn nauwer verbonden dan ooit tevoren.

Samenwerking NAVO-landen en de IP4

Sinds de val van de Berlijnse Muur heeft de NAVO haar blik verbreed. Wat ooit begon als een Euro-Atlantisch verdedigingspact, is uitgegroeid tot een wereldwijd netwerk van samenwerkingsrelaties. Inmiddels telt de NAVO meer partnerlanden dan bondgenoten.

De samenwerking met Australië, Japan, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea kreeg vorm tijdens de hoogtijdagen van NAVO’s crisisbeheersingsactiviteiten. In de jaren na 2000 verschoof de focus naar dreigingen buiten het verdragsgebied, zoals terrorisme en regionale instabiliteit. Tijdens de NAVO-geleide ISAF-missie in Afghanistan leverden de vier Indo-Pacifische landen militaire capaciteiten en gaven ze politieke steun.

Ook buiten Afghanistan vonden NAVO en IP4 elkaar: tijdens maritieme operaties in de Indische Oceaan en in de gezamenlijke strijd tegen cyberdreigingen, terrorisme en de nucleaire ambities van Noord-Korea – sinds 2006 een veelvoorkomend onderwerp op de agenda van de Noord-Atlantische Raad. Als blijk van de goede samenwerking formaliseerde de NAVO de samenwerking met IP4-landen tussen 2012 en 2014 via afzonderlijke Individual Partnership and Cooperation Programme-overeenkomsten.

De oorlog in Oekraïne: een keerpunt

Hoewel het partnerschap tien jaar geleden al stevig stond, bracht de Russische inval in Oekraïne in februari 2022 een nieuwe strategische urgentie. De IP4 noemden de oorlog expliciet een keerpunt in hun veiligheidsbeleid. In hun strategiedocumenten trekken ze parallellen tussen Russische agressie in Europa en de spanningen in de Indo-Pacific.

En die spanningen zijn concreet. Aan de uiterste noordrand van Noord-Korea, op slechts 253 kilometer van de Chinese grens, begon eind april 2025 de bouw van een nieuwe brug over de Tumenrivier. 850 meter beton, gepland door Moskou en Pyongyang. Officieel bedoeld voor handel, maar in de praktijk een strategische corridor. Noord-Korea levert al bijna twee jaar lang grote hoeveelheden artilleriegranaten aan Rusland. Volgens Zuid-Koreaanse inlichtingen zijn bovendien zo’n 4.700 Noord-Koreaanse strijders in Oekraïne gesneuveld aan Russische zijde – een illustratie van hoe ver de militaire samenwerking inmiddels reikt.

Maar Pyongyang is niet de enige steunpilaar van de Russische oorlogseconomie. China vormt een minder zichtbare maar minstens zo belangrijke steunpilaar. Via de export van drones, microchips en andere gevoelige technologieën ondermijnt het de westerse sancties. Tijdens de NAVO-top in Washington (2024) werd China dan ook voor het eerst expliciet genoemd als decisive enabler van Russische agressie.

Het belang van structurele samenwerking

De IP4 en de NAVO intensiveren hun samenwerking tegen de achtergrond van China’s toenemende assertiviteit. Dat wordt diplomatiek steeds zichtbaarder. Tijdens een bezoek aan Japan in april 2025 benadrukte NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte het belang van structurele samenwerking. Ondanks fel Chinees protest – en het Franse veto in 2023 tegen een NAVO-liaisonkantoor in Tokio – heeft Japan inmiddels een ambassadeur aangesteld bij het NAVO-hoofdkwartier in Brussel. Een symbolische én praktische stap vooruit.

De NAVO ziet de IP4 inmiddels niet langer als losse bilaterale partners, maar als een belangrijke groep landen met gedeelde belangen en veiligheidsdreigingen. In april 2022 ondertekenden de NAVO en de vier landen gezamenlijk de Agenda for Tackling Shared Security Challenges – een beleidskader dat hun samenwerking als collectief verankert. Bovendien zijn de IP4 sinds 2022 vaste gasten op NAVO-toppen. Hun deelname aan de top in Madrid markeerde het moment waarop de Indo-Pacific voor het eerst expliciet werd genoemd als regio van belang in het Strategisch Concept van de NAVO.

NAVO-top

Waar Madrid (2022) de IP4 en de NAVO op het diplomatieke podium verbond, kreeg het partnerschap in Washington (2024) tastbare inhoud. Vier gezamenlijke vlaggenschipprojecten zagen het licht, gericht op cyberverdediging, militaire gezondheidszorg voor Oekraïne, de strijd tegen desinformatie en samenwerking rond artificiële intelligentie. Stuk voor stuk strategische domeinen – maar nog zonder een hard-power component.

Daarin zou de top in Den Haag zou wel eens een kantelpunt kunnen zijn. Parallel aan de bijeenkomst vindt het NATO Defence Industry Forum plaats, waar kansen liggen om ook de industriële samenwerking met de IP4 te versterken. Met de NATO Industrial Capacity Expansion (NICE) Pledge als fundament – waarin afspraken zijn gemaakt over verdere dialoog over de ontwikkeling van de defensie-industrie met partners – zou verdere betrokkenheid van de IP4 een mogelijke vervolgstap kunnen zijn.

Verenigde Staten en de Indo-Pacific

De heroriëntatie van de Verenigde Staten op Azië geeft de rol van de IP4 tijdens de top extra gewicht. Tijdens de Shangri-La Dialoog in mei 2025 liet de Amerikaanse minister van Defensie, Pete Hegseth, er geen twijfel over bestaan: ‘America is proud to be back in the Indo-Pacific – and we’re here to stay. The United States is an Indo-Pacific nation… and we will continue to be one for generations to come.’

Die uitspraak maakt duidelijk: de Amerikaanse veiligheidsfocus verschuift steeds meer richting Azië. Voor Europa roept dat grote vragen op. Wat betekent het voor de NAVO als haar machtigste lidstaat naast zijn Atlantische paspoort nu ook een Indo-Pacifische identiteitskaart draagt?

Europese inzet

Enerzijds dwingt dat Europa tot volwassenwording op defensievlak: zelf verantwoordelijkheid nemen voor de veiligheid op het continent. Dat betekent niet alleen het verhogen van nationale defensie-uitgaven, maar ook het versterken van de Europese industriële defensiecapaciteit en samenwerking. Tegelijkertijd vereist de situatie ook meer Europese inzet ten behoeve van Oekraïne; de verantwoordelijkheid voor duurzame steun en afschrikking rust in toenemende mate op Europese schouders.

Anderzijds opent deze geopolitieke verschuiving ook nieuwe deuren. Europese bondgenoten krijgen strategische ruimte om mee vorm te geven aan NAVO’s betrokkenheid in Azië. Tot voor kort hielden landen als Frankrijk en Duitsland vaak de boot af als het ging om NAVO-samenwerking buiten het traditionele mandaat van het bondgenootschap. Maar tijden veranderen – zeker nu de Amerikaanse koers verschuift.

Een geglobaliseerde wereldorde

De aanwezigheid van de IP4 op de aankomende NAVO-top in Den Haag maakt in ieder geval één ding duidelijk: de NAVO is allang niet meer uitsluitend een Atlantische organisatie. De betrokkenheid van partners als Australië, Japan, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea weerspiegelt de realiteit van een geglobaliseerde veiligheidsorde.

De IP4 zijn zeker geen toeschouwers of gelegenheidsgasten. Ze zijn partners in een wereldorde die in beweging is. Wie op de NAVO-top van 2025 nog spreekt over “externe gasten uit de Indo-Pacific”, ziet misschien wel het schaakbord – maar mist het spel.

Volgend artikel: Achter de schermen bij een monsterklus