Tekst Arthur Simonse
Foto H-vision

“Onze energievoorziening moet drastisch veranderen. Willen we de doelstellingen van het Akkoord van Parijs halen, dan moet de CO₂-uitstoot omlaag. Het is tijd voor grote stappen. In het Ontwerp Klimaatakkoord is de inzet en het gebruik van waterstof - als vervanger van aardgas en kolen - door de industrie omarmd als een belangrijke verduurzamingsmaatregel. Waterstof kan voor een deel in hun energiebehoefte in de toekomst voorzien.”

Marco Schwegler, Adviseur energie-innovatie waterstof bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)

Marco Schwegler, adviseur energie-innovatie waterstof bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), is betrokken bij het begeleiden van projecten die met innovatieve ontwikkelingen rond waterstof bezig zijn. “Het is een zaak van de lange adem. Grootschalige productie van “groene” waterstof is nu nog te duur. Het project H-vision onderzoekt de haalbaarheid van een transitiepad. RVO heeft de subsidieaanvraag goedgekeurd van dit samenwerkingsproject uit het havenindustriegebied van Rotterdam.”

H-vision

H-vision is een samenwerkingsverband van zestien partijen (Deltalinqs, TNO, Air Liquide, BP, EBN, Engie, Equinor, Gasunie, GasTerra, Linde, ICI Nitrogen, Havenbedrijf Rotterdam, Shell, TAQA, Uniper en Koninklijke Vopak) dat onderzoekt of het economisch, technisch en financieel haalbaar is om zogenaamde “blauwe” waterstof op grote schaal in te zetten om de industrie te voorzien van CO₂-arme energie.

Waarom waterstof? Een lang verhaal kort en enigszins gesimplificeerd: we moeten de uitstoot van CO₂ drastisch reduceren om de klimaatdoelstellingen te halen. Elektriciteit uit wind- en zonne-energie is de belangrijkste vorm van duurzame energie. Veel industriële processen hebben echter hoge temperaturen nodig, die vooralsnog maar moeilijk met elektriciteit kunnen worden opgewekt. Met waterstof kan dat wel.

Op kleine schaal wordt al “groene” waterstof met duurzame elektriciteit geproduceerd, voor grootschalige industriële toepassingen is dat nu nog niet haalbaar. De beschikbare duurzame energie is nog te beperkt voorhanden en te kostbaar. Door het inzetten van “blauwe” waterstof - dat wordt verkregen door de omzetting van aardgas of industriële restgassen - kan nu al begonnen worden met de omschakeling. De bij de omzetting vrijkomende CO₂ kan worden afgevangen en opgeslagen en/of hergebruikt (in bijvoorbeeld de kassen of frisdrankenproductie). Het onderzoek en de infrastructuur waar nu in geïnvesteerd wordt, biedt straks een goede uitgangspositie voor een betere businesscase voor groene waterstof, temeer omdat de aanpassingen in infrastructuur en installaties voor blauwe waterstof straks ook voor de groene variant geschikt zijn. En die groene waterstof kan dan niet alleen gebruikt worden als schone energiedrager en groene grondstof voor de industrie, maar ook als schone brandstof voor auto’s, vrachtverkeer en scheepvaart.

Haalbaarheidsstudie

Marco Schwegler: “In de Kennis- en Innovatieagenda die door de Topsector Energie (in samenspraak met marktpartijen, kennisinstellingen, de departementen, en de Nationale Wetenschapsagenda) is opgesteld, heeft het belang van een CO₂-arme energievoorziening een centrale plek. H-vision is via het netwerk van Topsector Energie op het subsidieprogramma geattendeerd. Zij hebben vorig jaar bij ons een projectvoorstel ingediend voor de subsidieregeling voor waterstof.“

“Ieder project dat we binnenkrijgen, wordt langs een lijst met criteria gelegd en beoordeeld op bijvoorbeeld economische haalbaarheid, of het project een aantoonbare bijdrage levert aan beleidsdoelen, of het echt vernieuwend is, etc, etc. Dat gebeurt door een team van RVO-ers, daarbij ondersteund door een onafhankelijke expertcommissie. We zorgen er voor dat alle criteria glashelder op onze website staan, zodat iedereen er kennis van kan nemen. En we organiseren samen met Topsector Energie bijeenkomsten om de regelingen extra toe te lichten en mensen met elkaar in contact te brengen.”

Beheerder

“Wordt - wat in het geval van H-vision is gebeurd - het geld toegekend, dan blijven we het project volgen. We houden telefonisch contact, we leggen bedrijfsbezoeken af en ieder project wordt toegewezen aan een zogenaamde beheerder die de voortgang nauwlettend volgt. Mocht er op de één of andere manier stagnatie optreden, dan bekijken we hoe we kunnen ondersteunen om mogelijke barrières weg te nemen. En na afloop - een project eindigt altijd met een openbaar eindrapport - wordt het dossier ondergebracht in de projectendatabase, zodat ook andere partijen het resultaat kunnen raadplegen.”

“Als RVO houden we bij wat er – in mijn geval - op energiegebied aan projecten wordt ingediend.  Dat leggen we vast in onze Monitor publiek gefinancierd Energieonderzoek en rapporteren erover aan het ministerie van Economische Zaken & Klimaat. Op 1 april opent de nieuwe waterstof subsidieregeling van Topsector Energie. RVO staat er klaar voor.”