Tekst Arthur Simonse
Foto Olivier Middendorp

“Het is niet voor niets dat het kabinet - als het gaat om het terugdringen van het Coronavirus - zich ook door gedragsexperts laat adviseren. Anderhalve meter afstand, mondkapjes op; het zijn belangrijke (gedrags)factoren in de strijd tegen het virus. Van die aanpak kunnen we veel leren, bijvoorbeeld bij de uitvoering van het klimaatbeleid.’

Menno Ottens, beleidsmedewerker bij de directie Klimaat en één van de trekkers van het Gedragsnetwerk van het DG Klimaat & Energie

Voor Menno Ottens (beleidsmedewerker bij de directie Klimaat én één van de trekkers van het Gedragsnetwerk van het DG Klimaat & Energie) staat het buiten kijf: met behulp van kennis van het menselijk gedrag kunnen we beter beleid maken. Beleid dat minder denkt in automatismen en wat minder snel grijpt naar vaak wat sleetse instrumenten als een subsidieregeling. “En dat moeten we ook wel. Onze directie staat voor een grote transitieopgave: we moeten minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen en we moeten onze klimaatdoelstellingen halen. Daarbij speelt het gedrag van burgers en bedrijven een cruciale rol.”

Aantrekkelijk

“We hebben lang gedacht dat als we maar aantrekkelijke regelingen maken, we iedereen wel mee zouden krijgen. Maar als de gesubsidieerde elektrische auto maar in één model te verkrijgen is, dan houdt de consument het ook snel voor gezien. Gedragsonderzoek leert je wat mensen écht drijft en aan welke knoppen je het beste kunt draaien. Daarom hebben we nu voortdurend het menselijk gedrag op onze radar. En heel soms krijgen we daarbij een onverwacht duwtje in de rug. Zo was het stimuleren van thuiswerken een van de doelstellingen uit het Klimaatakkoord, met een heel arsenaal aan kleine duwtjes, zoals sturen op parkeerplekken. Nu zien we dat een harde, top-down verplichting vanuit de overheid ook werkt. De grote uitdaging is natuurlijk om te zorgen dat we dit na de Coronacrisis zien vast te houden.”

 “Met behulp van het Behavioural Insights Team (BIT) van EZK en LNV hebben we binnen ons DG een eigen Gedragsnetwerk opgezet. Dat bestaat nu uit zo’n 15 mensen. We zijn een platform waar collega’s met vragen terechtkunnen, denken mee hoe gedragskennis kan worden gebruikt in een beleidsdossier, we wisselen ervaringen uit, geven inspiratiesessies en we schakelen met het BIT als we echt met concrete projecten willen starten. En dat werkt prima, zoals Rens straks wel zal vertellen. We willen laten zien dat het gebruik van gedragskennis niet alleen nut heeft, maar ook ontzettend leuk is om te doen. Ik hoop dan ook zeer dat het BIT, dat nu uit drie mensen bestaat, snel wordt uitgebreid, want ze moeten nu - door gebrek aan menskracht - selectief zijn in welke projecten ze wel en niet doen.”  

Rens Dautzenberg, senior beleidsmedewerker bij de directie Warmte en Ondergrond

Op de paden lopen

Rens Dautzenberg (senior beleidsmedewerker bij de directie Warmte en Ondergrond) kwam al in zijn vorige baan, bij het ministerie van I&W, in contact met gedragskennis. “Beleid pakt nu eenmaal in de praktijk wel eens anders uit, dan hoe de beleidsmakers het bedacht hebben. Mensen creëren nu eenmaal graag olifantenpaadjes als er een makkelijkere of snellere route is. Het is daarom belangrijk om voortdurend oog te hebben voor het gedrag van je doelgroep.”

“Bij DG K&E ging ik aan de slag met warmtenetten. Immers, een warmtenet (warm water wordt via een leiding je huis binnengebracht) is een kansrijke optie voor mensen die van het aardgas af gaan. Het viel mij op dat EZK zich in het begin vooral focuste op de technische en juridische kant van de transitie. En was er minder interesse in bijvoorbeeld de vraag of de inwoners zo’n warmtenet eigenlijk wel zien zitten. Ik heb toen in samenspraak met mijn teamleider en het Gedragsnetwerk van ons DG een afspraak gemaakt met het Behavioural Insights Team van EZK en LNV om samen te onderzoeken hoe mensen aankijken tegen een warmtenet.”

Verdiepen

“Samen hebben we ons verdiept in het onderwerp; wat is er bekend over de acceptatie van warmtenetten, waar wordt ’t al toegepast, wat zijn de resultaten, aan welke kennis hebben mijn collega’s of gemeenten behoefte, etc, etc. Daarna zijn we in gesprek gegaan met gemeenten die al zo’n warmtenet hadden aangelegd, of van plan waren dat te gaan doen. Deze inzichten hebben we meegenomen in een vragenlijst die we samen met een onderzoeksbureau hebben opgesteld en vervolgens is de lijst uitgezet onder een paar duizend deelnemers. En tussen de bedrijven door hebben we natuurlijk ook met het ministerie van Binnenlandse Zaken contact gezocht, omdat zij eerstverantwoordelijke zijn voor zoals dat zo mooi heet, de ‘gebouwde omgeving’.”

“Uit die vragenlijst zijn interessante inzichten naar voren gekomen die we nu samen met BZK en een aantal gemeenten gaan gebruiken in proeftuinen. In die  proeftuinen - die onderdeel zijn van het Programma Aardgasvrije Wijken - doen ge­meenten kennis en ervaring op om bestaande wijken haal­baar en betaalbaar te verduurzamen. En zo zou het vaker moeten gaan. Ik ben ervan overtuigd dat je met behulp van kennis van gedrag, beter en effectiever beleid kunt maken. Ik raad mijn collega’s dan ook van harte aan eens contact te zoeken met het DG Gedragsnetwerk of het BIT. Want gedragskennis is echt een verrijking voor je werk.”