Collectieve Arbeidsovereenkomsten (CAO's); meestal hoor je alleen wat werkgever en vertegenwoordigers van werknemers met elkaar afspreken. Maar hoe komt het akkoord tot stand? Safiela Chand en Janine Ahlers geven een kijkje achter de schermen. Ze zijn allebei actief betrokken bij de totstandkoming van de rijksbrede CAO en de implementatie voor IenW. “De totstandkoming van een CAO is een zorgvuldig en gecompliceerd proces. Dat is bij de Rijksoverheid niet anders.” 


CAO's zijn de ruggengraat van arbeidsverhoudingen. Werknemers en werkgevers brengen hun wensen en eisen in kaart. Salarissen, werktijden, en scholingsmogelijkheden komen aan bod met als doel om tot een evenwichtig akkoord te komen dat alle belangen weerspiegelt. 

Portret Janine Ahlers
Janine Ahlers

Voorbereiding is key

Hoe ingewikkeld is het om tot een akkoord te komen? “Zeer. En het vraagt veel tijd", stellen Safiela en Janine. “We hebben te maken met allerlei verschillende partijen, belangen en meningen. Binnen een paar maanden moet het hele proces van afstemming tot invoering rond zijn. Binnenlandse Zaken begint met werkbezoeken en inventarisaties bij verschillende departementen, vakbonden en uitvoeringsorganisaties. Waar lopen werknemers tegenaan? Wat zouden ze graag anders willen zien? De input nemen zij mee naar het Interdepartementaal Platform Arbeidsvoorwaarden en Rechtspositie (IPRA).” 

Safiela: “Ik sluit hierbij aan namens IenW. Tijdens deze overlegreeks kijken we naar mogelijke thema's. Het doel is om aan het einde van deze reeks een zo helder mogelijk plan te hebben dat BZK mee kan nemen naar de onderhandelingstafel. Daar beginnen de gesprekken met de vakbonden pas, maar hier gaat maanden werk aan vooraf.”

Portret Safiela Chand
Safiela Chand

Met uitzondering van Defensie, de Rechterlijke macht en de Politie, voert BZK de onderhandelingen in naam van alle ministeries. “De uitwerking en implementatie ligt bij de ministeries zelf”, vertelt Safiela. “Een bijzondere rol hierbij is weggelegd voor P-direkt (de HR- en salarisdienstverlener voor de Nederlandse overheid); zij toetsen de uitvoerbaarheid en zorgen mede voor de uitvoering. Het laatste CAO-akkoord kende een aantal nieuwe voorzieningen. Een daarvan is de pilot Personeelsraadgever. Sinds oktober is deze pilot bij IenW van start gegaan voor de duur van een jaar.”

Eerder uit dienst dankzij de RVU-regeling

De grootste uitdaging van het laatste CAO-akkoord was de nieuwe Regeling Vervroegd Uittreden (RVU). De regeling maakt mogelijk dat werknemers met minstens 43 dienstjaren maximaal drie jaar voor de AOW-datum uit dienst kunnen treden. Safiela: “Voor sommige collega's is dit een hele aantrekkelijke uitkomst. Bijvoorbeeld omdat ze steeds meer mantelzorgtaken voor hun partner op zich krijgen.” Janine: “Er zijn ook collega's die juist langer willen werken. Hoewel de CAO voorschrijft de AOW-leeftijd aan te houden, blijft het maatwerk. Iedere situatie is natuurlijk uniek. We vinden het belangrijk dat de werknemer een keuze heeft.”

Citaat van Janine Ahlers: Samenwerking is de spil waar het allemaal om draait

De uitvoering van de RVU-regeling vergde het een en ander van de departementen. Safiela: “Vorig jaar kregen we de werkdocumenten in december binnen. Maar de eerste aanvragen conform de nieuwe regeling kwamen al per 1 januari binnen. Een race tegen de klok. Want het budget moet in je begroting voor het nieuwe jaar staan. Er moeten opdrachtnummers aangemaakt worden. Informatie moet toegankelijk zijn voor medewerkers. En dit allemaal binnen een paar weken. Én rond kerst, wanneer veel collega’s niet werken. Het was een enorme bulk werk, maar we hebben het gered.”

Janine Ahlers en Safiela Chand, poserend naast een Delft City Shuttle bij de Oostpoort, één van de stadspoorten in Delft

Lessons learned

Naast trots is er ook zeker plaats voor de lessons learned, benadrukt Safiela. “We hebben de RVU-regeling razendsnel moeten laten werken. Gaandeweg kwamen we dingen tegen die we voortaan anders aanpakken. Je denkt uiteraard als eerste vanuit je eigen expertise, arbeidsvoorwaarden en meest voor de hand liggende stakeholders met wie je regelmatig overleg hebt. Daar lag het gevaar voor tunnelvisie. Bij de implementatie van de regeling hebben we geleerd dat de samenwerking met UDAC-OenP van essentieel belang is. Dit inzicht zal ons helpen om de implementatie van toekomstige regelingen soepeler te laten verlopen en om een breder scala aan stakeholders te betrekken. Tijdens de volgende CAO-onderhandelingen gaan we breder op zoek naar betrokkenheid. Ook bij partijen die minder voor de hand liggen maar wel degelijk te maken krijgen met de regeling.” Janine: “Ook op het punt van terugkoppeling geven aan je eigen mensen, hebben we geleerd. Wat hebben we gedaan met alle input? Wat gaat er nu concreet gebeuren met de aangedragen wensen? We leerden dat deze terugkoppeling essentieel is voor veel mensen. Hier gaan we in het vervolg meer aandacht aan besteden en we gaan bij de implementatie alle juiste personen betrekken.”

Samenwerking als spil

Janine vervolgt: “Proactieve input vanuit je eigen mensen is essentieel om de CAO-procesgang te borgen. We hebben simpelweg feedback nodig. We werken steeds meer met pilots. Bijvoorbeeld met inwisselbare feestdagen om zo inclusievere dagen te kunnen bieden. Via de pilots kunnen we zoveel mogelijk feedback ophalen bij collega's en meegeven voor aan de onderhandelingstafel. Samenwerking is de spil waar het allemaal om draait.”