Hoe kom je van beleid naar uitvoering? Want waar het ministerie beleid maakt, daar hebben de zelfstandige bestuursorganen (ZBO's) en agentschappen de kennis en middelen nodig om dat beleid te kunnen uitvoeren. De Directie Eigenaarsadvisering (DEA) helpt daarbij. Linda Schoemaker (DEA, account RDW), Claudia Röling (DEA, account RWS/NIWO), Laurens van Kreij (DEA, account KNMI/ANVS), en René Gerrits (werkzaam bij RWS) vertellen over hun dagelijkse werk als ‘linking pin’ tussen beleid en uitvoering.
Continuïteit
Waar bij het ministerie de aandacht vooral is gericht op de inhoud van het beleid, bleek er een vrij grote kloof op het gebied van praktische, alledaagse sturing in de uitvoering. Want voor de uitvoering van het beleid hebben ZBO’s en agentschappen voldoende middelen nodig, zoals geld, goede bestuurders, en inzicht in komende ontwikkelingen die relevant zijn voor de uitvoering. DEA overbrugt deze afstand en borgt de continuïteit van de uitvoeringsorganisaties. Linda: “Er lag nog een vrij groot grijs gebied tussen de betrokken stakeholders. Samen kijken we naar hoe we de BV Nederland kunnen vooruitsturen. Dat is uiteindelijk waar we voor staan.”
Hoe werkt DEA?
Bij IenW zijn er tien organisaties die vallen onder het kopje zelfstandig bestuursorgaan (ZBO), agentschap of beleidsdeelneming. Sommige kleinere uitvoeringsorganisaties, zoals Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) en Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS), zijn gekoppeld in één account. De grotere uitvoeringsorganisaties zoals Rijkswaterstaat en ProRail runt DEA als zelfstandig account. Afhankelijk van de omvang van de betreffende uitvoeringsorganisatie bestaat een account uit twee tot vier personen.
Gouden driehoek
De sturing van de uitvoeringsorganisaties gebeurt vanuit een driehoek: een opdrachtgever, een opdrachtnemer en een eigenaar. De beleidsdirecties geven de opdrachten, de uitvoeringsorganisaties zijn de opdrachtnemer en de eigenaarsrol ligt bij DEA. René: “Het is zo verdeeld dat de opdrachtgever zich bezighoudt met de inhoud van de opdrachten aan de organisaties, en met het controleren van hoe deze opdrachten worden uitgevoerd. DEA houdt zich bezig met de continuïteit van de ZBO’s en agentschappen. De gedachte achter de driehoek is dat we elkaar ondersteunen en scherp houden.” Claudia: “Je moet het samen doen, maar wel vanuit je eigen rol. Daar ligt onze kracht namelijk.”
Verder in verbinding
De huidige directie bestaat in deze setting nu twee jaar. Daarvoor bestond er een unit toezicht die de rol van eigenaar op zich nam. Wat is er veranderd? Linda: “We hebben gezamenlijk stappen gezet om het samenspel in de driehoek soepeler te laten lopen en de samenwerking te professionaliseren. In de nieuwe eigenaarsvisie hebben we de rol van de eigenaar verder uitgewerkt. Daarbij blijft de basis dezelfde: transparantie, vertrouwen, respect voor elkaar, en rolzuiverheid.”
De voorgaande eigenaarsvisie gold van 2019 tot 2023. René, betrokken vanuit RWS: “Eigenlijk lag er een goede eigenaarsvisie. Wel miste er één element. Dat was de aansturing van de agentschappen. Met de nieuwe eigenaarsvisie is hieraan invulling gegeven en is de eigenaarsrol van DEA duidelijk gescheiden van de control rol van FEZ.”
Kritische vriend
De ZBO’s en agentschappen zijn in het leven geroepen om wettelijke taken uit te voeren, om het beleid realiteit te laten worden. Dat betekent echter niet dat er binnen die organisaties altijd voldoende kennis en capaciteit aanwezig is om alle taken uit te voeren. Laurens: “Het gesprek over de wettelijke taken wordt primair gevoerd tussen de opdrachtgever en opdrachtnemer. Maar er komt soms veel op organisaties af. Denk aan nieuwe Europese wetgeving. Het kan ook zijn dat er taken worden neergelegd waar niet voldoende middelen voor zijn, of dat er vraagstukken zijn over HR of transformatie. Dan helpen wij. Enerzijds vervullen we dus een vrij kritische rol: we controleren de begroting, stellen de tarieven vast en kijken of de organisaties ‘fit’ genoeg zijn. Maar tegelijkertijd staan we wel zij aan zij om ze te helpen om hun taken te kunnen uitvoeren. Dan hopen wij op tijd te kunnen zeggen: wat kunnen we doen om te helpen?”
De gesprekken kunnen soms fel zijn. Linda: “Niet alles wat de beleidsdirectie wil, kan geleverd worden, of niet voor de prijs waar het ooit voor begroot was. Dat kan de opdrachtgever ervaren als een probleem, want hij moet het uitleggen aan de minister en de Kamer. Voor de opdrachtnemer is dit een probleem omdat dit ten koste kan gaan van de kwaliteit van uitvoering. In die gevallen kunnen wij de rol van mediator op ons nemen. Uiteindelijk moeten opdrachtgever en opdrachtnemer er wel samen uitkomen. Tegelijkertijd zijn zulke strubbelingen waardevolle feedback en kunnen we een volgende keer eerder tegen de beleidsmakers zeggen: ‘hou beter in de gaten of producten duurder worden, zodat je op het einde niet voor verrassingen komt te staan’.”
Leidende rol
Welke thema’s staan er op het programma voor dit jaar? Claudia: “We blijven ons richten op de fitheidscriteria, die ook zijn opgenomen in de eigenaarsvisie. We kijken naar zeven indicatoren, die we in een strategische dialoog of kwartaalgesprek terug laten komen. Twee keer per jaar maken we een dashboard met een overzicht van alle organisaties en hun scores op deze indicatoren voor de pSG en SG. Daarnaast zijn duurzaamheid en informatiehuishouding belangrijke thema's.” Linda voegt toe: “De complexiteit van de regelgeving is iets waar veel uitvoeringsorganisaties tegenaan lopen. Er zou zoveel versimpeld kunnen worden. Kleine uitvoeringsorganisaties voelen zich soms overrompeld door de wet- en regelgeving. Ik hoop dat DEA hierin een rol kan spelen. Hoe dan ook, zien we wel dat we nu een goede basis hebben neergezet om verder te bouwen aan verbinding.”