De sanering gaat nu bijna beginnen. Jaren van voorbereiding hebben geleid tot dit moment. Bij de voorbereiding heeft het ministerie van IenW nauw samengewerkt met de gemeente Krimpen aan den IJssel en de provincie Zuid-Holland. Het gezamenlijke doel een bedrijventerrein waar inwoners van de gemeente Krimpen aan den IJssel van kunnen profiteren.
Bijzondere samenwerking
Een bijzondere samenwerking tussen overheden. Arjan Bosker, directeur bij de gemeente Krimpen aan de IJssel is inmiddels circa 18 jaar betrokken bij het project. Het heeft nog steeds zijn aandacht. ‘Dit terrein in de Rotterdamse regio is maar liefst 7 hectare groot. Het is buitengewoon interessant als je dat opnieuw kunt gaan ontwikkelen.’ Op zijn allereerste werkdag bij de gemeente in 2006 mocht Bosker gelijk aanschuiven bij een bijeenkomst waar de handtekening werd gezet door de partners onder afspraken om een onderzoekstraject te starten naar toekomstig gebruik van het EMK-terrein (5,5 ha) en omliggende gemeentelijke terreinen (1,5 ha). Bosker: ‘In de afgelopen jaren hebben we de grond van het voormalig EMK-terrein aangekocht, een nieuw bestemmingsplan voor Stormpolderdijk vastgesteld en er ligt een nieuw inrichtingsplan. Dat wordt het nu eindelijk heel concreet. ‘
IBC-locatie en nazorg
Het voormalig EMK-terrein behoort tot de zogenaamde IBC-locaties (Isoleren, Beheren en Controleren). Dat zijn locaties waar vanaf de jaren ’80 verontreinigde locaties geïsoleerd zijn van hun omgeving omdat volledige sanering van de bodemverontreiniging technisch en/of financieel niet haalbaar of wenselijk waren’. ‘Aanleiding voor de samenwerking was een verzoek vanuit de gemeente aan het ministerie van IenW of met een betere aanpak dan een eeuwig durend isoleren, beheren en controleren niet tot een invulling van het terrein komen. Een ontwikkeling die op meer plekken in Nederland is gemaakt en later ook in het Convenant Bodem en Ondergrond 2016-2020 is opgenomen. In dit convenant hadden Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten een inspanningsverplichting op zich genomen om de nazorgopgave bij verontreinigde locaties zoveel mogelijk te verkleinen', aldus Auke Oostra. Hij is als senior beleidsmedewerker Bodem inmiddels vanaf januari 2019 betrokken bij het project Stormpolderdijk vanuit het ministerie van IenW.
Oostra vertelt: ‘IenW stelt jaarlijks geld beschikbaar aan provincies en gemeenten voor het opruimen van bodemverontreiniging als hiervoor geen andere partijen zijn aan te spreken, bijvoorbeeld als de veroorzaker failliet of niet meer te achterhalen is. De afgelopen decennia zijn daardoor op veel locaties de bodemverontreinigingen opgeruimd of zijn de risico’s voor de volksgezondheid weggenomen door isolatie. Als de bodemverontreinigingen zijn geïsoleerd, is soms nog langdurige en soms zelfs eeuwigdurende nazorg nodig. Dat kan bijvoorbeeld gaan om monitoring of het oppompen en zuiveren van grondwater om een grondwaterverontreiniging op zijn plek te houden. De nazorg van deze IBC-locaties zorgt echter voor een financiële, organisatorische, administratieve en ruimtelijke last en geeft verplichtingen, beperkingen en/of risico’s voor toekomstige generaties. Dit zet aan tot nadenken: Hoe kunnen we als overheden en maatschappij op een maatschappelijk verantwoordelijke manier omgaan met deze ‘erfenis’ uit ons industrieel verleden? Wat is er nodig om nazorg op de lange termijn inhoudelijk, administratief en financieel te borgen en (waar mogelijk) te verminderen? Bovendien wilden we door het verminderen van gebruiksbeperkingen een hoogwaardiger gebruik mogelijk maken: waarde- en ruimtecreatie op een uniek gelegen locatie. Een mooie uitdaging die we opgepakt hebben.’
Behoud van bedrijventerreinen
Meindert Stolk, gedeputeerde bij de provincie Zuid-Holland kreeg 3 jaar geleden bij zijn aantreden, de Stormpolderdijk in zijn portefeuille. Hij heeft het terrein bezocht tijdens een werkbezoek. Stolk: ’Het is toch doodzonde dat er een terrein in zo’n bedrijvige omgeving al 40 jaar braak ligt. Ik ben enorm voorstander van het behoud van bedrijventerreinen in de provincie Zuid-Holland. Dat geldt ook voor dit terrein. De sanering is door diverse tegengeslagen uitgesteld waardoor het project een tijd stil heeft gelegen. Volgens Stolk ligt er nu een goed plan om het terrein zo snel mogelijk geschikt te maken, en hij hoopt dus op weinig vertraging.
Nieuwe bedrijvigheid op Stormpolderdijk
We verwachten dat er veel belangstelling zal zijn als we klaar zijn om de gesaneerde kavels in de verkoop te doen, aldus Bosker. ‘Mensen werken in de Stormpolder, hebben er hun bedrijf, kopen er een auto, wandelen er door het Stormpoldervloedbos en nemen er de waterbus naar Rotterdam of Dordrecht. En de ligging is kansrijk: midden in de Rotterdamse regio, goed bereikbaar via de Hollandse IJssel en de Nieuwe Maas, in een gebied met natuur én bedrijvigheid. Als je dat opnieuw kunt gaan ontwikkelen is dat buitengewoon interessant.’ Jasper Baas, projectleider Stormpolderdijk namens de gemeente Krimpen, vult aan: ‘Ondernemers staan te springen om een plek op de nieuwe Stormpolderdijk. Ze willen wel zekerheid over wanneer zij op de Stormpolderdijk terecht kunnen’. De vaart in het project is voor hen van belang en tegelijkertijd is het belangrijk om de sanering veilig uit te voeren.
Baas behartigt in het proces de belangen van de gemeente. ‘Het Rijk is verantwoordelijk voor de sanering en Dura Vermeer voert die op een veilige manier uit. Samen blijven we communiceren over wat we aan het doen zijn op het terrein – en waarom. Waar kijkt Baas de komende jaren het meest naar uit? ‘Naar een nieuw stukje Krimpen’, antwoordt hij resoluut. ‘Dat gaat veel kansen bieden’.
Trots op resultaat samenwerking
Over 5 jaar ziet Arjan Bosker een Stormpolder voor zich waarin het voormalig EMK-terrein opnieuw is ontwikkeld met diverse bedrijvigheid met aan de rand een groenstrook. ‘Misschien verhuizen er wel bedrijven van elders in de gemeente naar de Stormpolder, en kunnen we die locaties vervolgens gebruiken voor woningbouw. Je moet het zo zien: Krimpen aan den IJssel is – inclusief water – 9 vierkante kilometer groot. Elke vierkante meter in deze gemeente heeft een functie. Als je er dan in één klap zoveel hectare bij krijgt, biedt dat heel veel kansen.’
Op de vraag welke innovatieve ondernemers ze in de toekomst op Stormpolderdijk hopen te zien, spreken zowel gemeente als provincie hun voorkeur uit voor de maritieme maakindustrie. Baas: ’Er zijn ook een aantal aanvragen binnen gekomen uit de op- en overslagbranche, maar als we eerlijk zijn, is daar geen plek voor op de Stormpolder’. Het terrein ligt gunstig aan het water, maar over de weg is het lastiger te bereiken.
Stolk: ‘als Provincie kunnen we een voorkeur uitspreken, maar de gemeente bepaalt. Ik zou het wel mooi vinden als bedrijven die zich in het gebied vestigen zich ook inzetten voor duurzaamheid, bijvoorbeeld wat betreft circulariteit. Juist gezien de geschiedenis van het terrein’.
Baas geeft aan dat het mooi zou zijn als we bedrijven kunnen stimuleren op het gebied van duurzaamheid. De criteria voor het verdelen van de grond zijn echter nog niet gemaakt. ‘We gaan liever eerst het gesprek aan over de mogelijkheden’.
Over 5 jaar ligt er een bedrijfsterrein waar we trots op kunnen zijn, hier zijn alle partijen het over eens. Stolk: ‘De nieuwe bedrijven zullen de keten van bedrijvigheid op de Stormpolderdijk en in de Rotterdamse Metropool alleen maar sterker maken’. Baas ziet ook alleen maar voordelen voor de gemeente. ‘Nieuwe werkgelegenheid dichtbij huis zorgt voor minder vervoersbewegingen én meer bestedingen in de lokale horeca en detailhandel, een goede impuls voor Krimpen.’
Ook Oostra kijkt uit naar het resultaat. Met het functioneel saneren en het weer geschikt maken van het terrein als bedrijventerrein werken we aan waardeherstel. Het idee achter de aanpak van het voormalige EMK-terrein sluit nauw aan bij de visie die we als ministerie hebben op het op een maatschappelijke manier omgaan met nazorg. Ook staan we als ministerie in het kader van ‘water en bodem sturend’ voor het optimaal gebruik van de bodem. Een terrein dat door de gemeente Krimpen aan den IJssel weer in gebruik genomen kan worden in plaats van braak te liggen, dat is echt iets om trots op te zijn met elkaar. Naast de functionele sanering is het terrein ook een proeflocatie voor een onderzoek van onafhankelijk kennisinstituut Deltares en onderzoeksinstituut KWR naar een andere zuiveringsmethode van PFAS uit grondwater. We zuiveren het grondwater dat PFAS bevat nu op het terrein met actieve kool. Een duurzamer alternatief kan ervoor zorgen dat die zuivering misschien wel goedkoper en efficiënter plaats kan vinden. Ik hoop dat het onderzoek leidt tot nieuwe bruikbare inzichten, bij bodemsanering van met PFAS verontreinigde locaties in het hele land’.