Tekst Luc van Koppen
Foto Valerie Kuypers
Speciaal regeringsvertegenwoordiger circulaire economie
Hij werd net nog benoemd door het vorige kabinet. Maar ook dit kabinet gaat door met de circulaire economie. Steven van Eijck heeft de eerste 100 dagen als speciaal regeringsvertegenwoordiger erop zitten. Wat is zijn indruk en wat wil hij bereiken?
“Ik heb de afgelopen tijd heel veel gesprekken gevoerd met alle betrokken ministeries, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en de financiële sector. Iedereen is het erover eens: er is geen ander perspectief dan de circulaire economie. Het complexe is wel: we willen een circulaire economie tot stand brengen in een lineaire samenleving. Dat is een enorme uitdaging. Zeker omdat fossiele grondstoffen (zoals aardolie, red.) nog steeds goedkoper zijn dan circulaire grondstoffen. Dat merk je bijvoorbeeld bij plastics. Dat willen we veranderen. Het is nog een lange weg maar ik kom alleen maar enthousiasme en goede ideeën tegen.”
Haast
Van Eijck begon op 1 juli als speciaal regeringsvertegenwoordiger om de transitie naar een circulaire economie te versnellen. Hij lijkt de juiste man op de juiste plek. De oud-staatssecretaris Financiën en huidig SER-lid heeft een enorm netwerk in Nederland, heeft kennis van vele zaken en praat in sneltreinvaart aanstekelijk enthousiast over doorbraken die hij wil realiseren. Haast is ook wel nodig: over ruim vijf jaar is het 2030 en dan wil ons land voor de helft circulair zijn. Ook dit kabinet staat achter die doelstelling. Van Eijck heeft kennisgemaakt met staatssecretaris Jansen en die boodschap meegekregen.
Welk mandaat heb je als speciaal regeringsvertegenwoordiger?
Van Eijck: “Mijn rol is vooral verbinder. Ik wil de brug slaan tussen alle partijen om zo een versnelling te realiseren. Ik kan gevraagd en ongevraagd adviseren, bijvoorbeeld om een aantal concrete doorbraken te forceren. Hoe? Door de betrokken partijen uit te nodigen en bij elkaar te brengen aan tafel. Ze mogen pas van tafel als er een aantal concrete acties zijn afgesproken.”
Aan wat voor doorbraken moeten we dan denken?
“Dat kan op heel veel terreinen zijn. Ik kom de kansen overal tegen. Het is wat dat betreft één grote openbaring! Denk bijvoorbeeld aan de reparatie-index. Hiermee kunnen mensen zien of het product dat ze willen kopen makkelijk te repareren is. Frankrijk en België zijn hier al ver mee, en lopen vooruit op EU-regelgeving. Ons land kan hier meer mee doen. Of neem de bodem-assen. Dat is restmateriaal dat overblijft na vuilverbranding en vaak gebruikt wordt voor wegenbouw. Door aanvullende lokale eisen loopt men bij de recycling van gewassen bodemas tegen problemen aan. Hier moeten we met alle partijen echt tot een oplossing komen. Zo zijn er heel veel dossiers waar doorbraken voor nodig zijn. We kunnen niet alles en daarom kijken we naar die dossiers waar we het meeste impact mee bereiken.”
Voorbeeldfunctie
Ook de voorbeeldfunctie van het Rijk kan beter volgens Van Eijck. “De overheid is met zo’n 100 miljard per jaar aan inkopen en aanbestedingen een grote speler met een enorme trekkracht op de markt. Dat betekent wel dat we keiharde eisen moeten gaan stellen bij de inkoop. Dan help je de partijen die afnemers zoeken voor hun circulaire producten.”
Contact
Contact met de regeringsvertegenwoordiger kan via srce@minienw.nl.
Wat gaan de stakeholders van IenW merken van de regeringsvertegenwoordiger?
“Een uitgestoken hand! Het belangrijkste is dat iedereen is uitgenodigd om in te stappen en mee te bepalen wat er moet gebeuren. Heel veel partijen zijn gelukkig al betrokken. De circulaire economie krijgen we met een uitgestoken hand en niet met een dictaat van de overheid. Dus kom er vooral bij en doe mee.”