Het was begin februari dit jaar: wandelend publiek over de droge bodem van het Julianakanaal in Limburg. Een prachtig beeld van groots waterwerk dat normaal met het blote oog niet is te zien. “Kathedralen onder water” wordt over sluiscomplexen wel eens gezegd. Voor mij heeft de onderwaterarchitectuur van kanalen een grote schoonheid. Inmiddels is het verbrede en verdiepte kanaal weer open voor scheepverkeer. Honderd jaar geschiedenis van dit belangrijke stuk ‘natte infrastructuur’ is ook honderd jaar nauw samenwerken met vele partners en medeoverheden. Dat levert prachtige beelden op, waarin de fysieke verbinding én de symboliek van verbinding zichtbaar worden. U vindt ze verderop in dit magazine.
Op 18 april stuurde het kabinet de Voorjaarsnota naar de Tweede Kamer. De meeste wijzigingen op de oorspronkelijke begrotingen waren al bekend. Het belangrijkste van de voorjaarsnota is dat we weten met welk budget we aan welke projecten verder kunnen werken. De staatssecretaris kan bijvoorbeeld aan de slag met de Nedersaksenlijn waarvoor 1,9 miljard euro beschikbaar is gesteld. En voor de verbetering van waterkwaliteit is budget naar voren gehaald. Dat is hard nodig, zegt Pieter Litjens van Vewin. Want ook een waterland kan een tekort aan goed drinkwater krijgen, waarschuwt hij.
Niet alleen omdat de aanvoer van zoetwater door klimaatverandering steeds meer fluctueert, maar ook omdat het steeds meer inspanning vergt de kwaliteit van ons water op orde te brengen. De sleutel is daarbij samenwerking. Want water stroomt door alle beleidsdomeinen heen.
Je ziet dat ook bij bijvoorbeeld de aanpak van pfas, cyberveiligheid, of de overstap op een circulaire toekomst: complexe opgaven met veel verschillende componenten, invalshoeken, soms schurende belangen en partijen. Maar juist die veelheid aan partijen – samenwerkingspartners – maakt het ook weer heel kansrijk. Watergezant Meike van Ginneken wijst ook op het belang van die samenwerking en zoomt daarbij nog wat uit. We kunnen nog veel meer kennis uit het buitenland halen, zegt ze. Een waar woord, want we delen graag uit, maar kunnen ook ontzettend veel leren. Nederlandse ingenieurs zijn over de hele wereld aan het werk. Zij werken aan innovaties waar we in Nederland ons voordeel mee kunnen doen. Als je uitzoomt zie je er een soort mondiale verbroedering in. Die internationale samenwerking juist op dat praktische vlak helpt ons allemaal vooruit.
Ik sluit af met een personele mededeling. Ik ben blij met de benoeming van Petra Lugtenburg als directeur-generaal Luchtvaart en Maritiem. Zij begint op 1 juni. Bij haar aanstelling wees ze op de complexiteit en veelzijdigheid van de opgave. Om daar meteen aan toe te voegen dat de goede samenwerking met alle betrokken partners absoluut noodzakelijk is om “te bouwen aan een veilige, duurzame en economisch toekomstbestendige lucht- en scheepvaart.” Ik verheug me op de samenwerking. U maakt met haar kennis in de volgende editie.
Veel leesplezier,
Jan Hendrik Dronkers
