Tekst Sander Grip
Foto Valerie Kuypers
JenV-collega Mara werkt bij de Centrale Autoriteit, een onderdeel van JenV dat zich onder meer inzet om kinderontvoeringen op te lossen. “Dat een kind een veilig leven kan opbouwen, daar doe je het voor.”
CA
De Centrale Autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden, een onderdeel van het ministerie van Justitie en Veiligheid, voert drie internationale verdragen uit, die alle vastgesteld zijn op de Haagse Conferentie: het Haags kinderontvoeringsverdrag, het Haags kinderbeschermingsverdrag en het Haags adoptieverdrag. Alle landen kunnen zich bij deze privaatrechtelijke verdragen aansluiten en wie dat doet, richt ook een Centrale Autoriteit op. Deze autoriteiten staan met elkaar in contact bij zaken die over landsgrenzen reiken.
De CA behandelt civielrechtelijke zaken: de oproep tot een oplossing voor beide ouders en het kind. Ouders kunnen ook een strafrechtelijke route kiezen. Dan gaat het om een aangifte van onttrekking aan het ouderlijk gezag en dat loopt via de politie.
De Centrale Autoriteit is een club die je normaal gesproken niet zomaar tegenkomt. Ook Mara stuitte per toeval op dit organisatieonderdeel: “Ik werkte bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en kreeg een adoptiezaak op mijn bord. Zo hoorde ik van het bestaan van de CA, een soort eerste hulp bij kinderontvoering. Kort daarna kwam er een vacature vrij en toen heb ik de overstap gemaakt. Ik had twaalf jaar gewerkt in internationaal publiekrecht en was toe aan een functie waarin ik contact kon maken met mensen en waarin ik voor iemand een verschil kon maken.”
Rechtvaardigheid
En dat verschil maakt ze dagelijks. “Dit werk appelleert enorm aan mijn gevoel van rechtvaardigheid: dat je een kind helpt dat iets aangedaan is. De zaken die wij behandelen zijn altijd ingewikkeld. Ik zit nu een paar jaar bij de CA en krijg nog wekelijks dossiers onder ogen, waarvan ik denk: say what?! Verzin het en het gebeurt en dan wil ik zo snel mogelijk iets doen. Het lukt niet altijd een zaak op te lossen. Zeker als het in een ver buitenland is, en dat land de verdragen waarmee wij werken niet heeft ondertekend, reikt je arm gewoon niet altijd ver genoeg. Dat kan frustrerend zijn.”
Strakke regels
Bij kinderontvoeringen is meestal sprake van een stukgelopen relatie. Een van de ouders voelt zich niet meer thuis in het land waar het gezin verbleef, , en keert terug naar zijn of haar eigen land. Als je dan je kind meeneemt zonder de ander daarin te kennen, is sprake van ontvoering. “Ook als je in Frankrijk woont en een van de ouders verhuist met de kinderen terug naar Nederland”, stelt Mara. “Het leidend principe is de gewone verblijfplaats van het gezin, niet het land waarvan je staatsburger bent.
Wist je trouwens dat zeventig procent van de ontvoeringen door de moeder gepleegd wordt en dat het meestal gaat om een ontvoering naar een ons omringend land?
Wij stellen het belang van het kind voorop en zoeken een oplossing voor het kind. Daarbij worden we in ons land geholpen door strakke regels. Een verzoek tot teruggeleiding moet binnen zes weken worden behandeld door de CA, ook de rechter moet in zes weken uitspraak doen, waarna beroep bij het Hof mogelijk is, dat ook niet langer dan zes weken mag duren. In achttien weken weet het kind dus waar het aan toe is. In andere landen zijn de regels niet altijd zo strak als bij ons. Soms kan het jaren duren voor een zaak tot een goed einde gebracht is. Dat is natuurlijk slopend voor de betrokkenen.”
Beste medicijn
Het werk is soms zwaar, erkent Mara: “Sommige zaken kruipen onder je huid. Wij verwerken zo’n 130 ontvoeringen per jaar en ongeveer 300 beschermingszaken. Af en toe ligt er zoveel narigheid op je bureau… Zeker in beschermingszaken denk je soms: ik dacht dat ik alles wel wist. Wat mensen hun kinderen blijkbaar aandoen, kan altijd erger dan jij je voor kunt stellen. Ik kan goed met collega’s sparren en reflecteren om te voorkomen dat het me teveel wordt. Sowieso is mijn beste medicijn een zaak die we oplossen. Dat we een kind terughalen uit een (niet)-verdragsland en dat het veilig zijn leven weer kan opbouwen. Daar doe je het voor.”