Tekst Simone Leeuwenkamp
Foto Josje Deekens

Herke Elbers kan tot haar verbazing alweer terugkijken op anderhalf jaar directeur zijn bij de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK). “Dat betekent dus dat ik het naar mijn zin heb. De tijd vliegt”, lacht ze.

Het betekent ook dat het druk is. De RvdK staat voor grote uitdagingen, zoals het terugdringen van wachttijden en het optimaal samenwerken in de jeugdbeschermingsketen. Daar wordt elke dag hard aan gewerkt door onder andere raadsonderzoekers, gedragsdeskundigen, juristen en coördinatoren taakstraffen.
“Daar heb ik zoveel waardering en respect voor. Voor mijn collega’s die elke dag in de frontlinie staan en hun best doen om anderen te helpen. Want het is nou niet bepaald een baan waar je elke dag de complimenten voor krijgt. Sterker nog: er zijn áltijd partijen die ontevreden over je zijn. Er is veel onbegrip en agressie. Als ik, vanuit mijn rol, de medewerkers hierin kan ondersteunen, dan vind ik dat ik mijn werk goed gedaan heb. Ik wil graag een verschil maken.” 
 

De Raad voor de Kinderbescherming

De Raad voor de Kinderbescherming komt op voor de rechten van minderjarigen die in hun ontwikkeling worden bedreigd en geeft onafhankelijk advies. Als een kind ernstig in de knel dreigt te komen, helpt de Raad om samen met het kind en de ouders de beste oplossing te vinden. Alleen als het echt niet anders kan, wordt de rechter erbij betrokken. Het draait altijd om het belang van het kind. Van de jongeren die al in de Jeugdzorg zitten, is 3 procent de doelgroep van de RvdK. Dit zijn de meest kwetsbare jongeren. De RvdK adviseert gemiddeld per jaar over 30.000 civiele zaken, 12.000 straf- en leerplichtzaken en coördineert 6.000 taakstraffen. 

Directeur in coronatijd

Herke begon haar werk bij de RvdK op 1 januari 2020. Ze heeft ruim twee maanden ‘zonder corona’ kunnen opereren, daarna ging de boel op slot. “Gelukkig had ik al heel veel mensen een-op-een gesproken. Dat persoonlijke contact vind ik heel belangrijk. Ook had ik al veel locaties bezocht. Maar helaas nog niet alle negentien. Halverwege strandde ik.
Maar niet getreurd: digitaal gingen we verder. Ik vond het bijzonder om juist in deze periode een organisatie te leren kennen. We hebben volgens mij als organisatie ook laten zien hoe flexibel we zijn, want ons werk gaat altijd door. Noodgedwongen schakelden we om naar digitaal werken. Dat heeft zeker ook voordelen opgeleverd. We konden daardoor bijvoorbeeld het belangrijke contact met cliënten digitaal voortzetten. Er zijn zelfs nieuwe digitale werkwijzen ontwikkeld, die nu blijvend zijn.” 

Wat trof je aan toen je begon?

“Een inspirerende, hardwerkende organisatie met een lange traditie. De Raad is uniek in zijn soort. We zijn een onafhankelijke organisatie met veel kennis over pedagogiek, jeugdrecht en het jeugdstrafrecht, en ook over adoptie en pleegzorg. We bestaan bovendien al meer dan honderd jaar. Kinderbescherming was jarenlang lokaal of regionaal georganiseerd. Vanaf 1996 is er één landelijke Raad voor de Kinderbescherming en vallen we onder het ministerie van Justitie en Veiligheid.
In 2015 werd de Jeugdwet en de decentralisatie ingevoerd. Daar hebben wij onze organisatie op aangepast; we zijn gaan werken met gebiedsgerichte teams. We richten ons op eenduidige rechtsbescherming en rechtsgelijkheid voor kinderen overal in Nederland. Er is veel ingezet, zag ik, om dichter bij de leefwereld van de jeugd te komen. Dat is echt goed gegaan. We hebben onze manier van werken daar helemaal op ingericht. Onze professionals krijgen ruimte om hun specialisme te tonen, om het goede te doen. Wat dat betreft is alles veel minder bureaucratisch geworden gelukkig.  Maar ja, ik trof natuurlijk ook de lange wachttijden aan. Het was zelfs onlangs nog in het nieuws dat mensen soms tien maanden moeten wachten op jeugdhulp. Daar moeten we stappen maken, in de hele keten.”
 

Herke Elbers close-up portretfoto
Herke Elbers

Waar gaat de RvdK wat jou betreft naartoe?

“Er zijn veel kinderen die nu hulp en rechtsbescherming nodig hebben. Daarom zitten we niet stil en nemen we nu stappen om het jeugdbeschermingsstelsel te verbeteren. Dat doen we door goed en slim samen te werken met onze ketenpartners. Ik zou graag nog nauwer samenwerken in de keten. De afspraken mogen minder vrijblijvend en veel meer dwingend van karakter zijn. We spreken écht zaken af en wat het resultaat moet zijn. Het idee is nu om het hele stelsel weer te veranderen, maar daar ben ik juist wat huiverig voor. Laten we afmaken waar we in 2015 aan begonnen zijn en op die manier doorontwikkelen. Als het gaat om de wachtlijsten ketenbreed, dan is het belangrijk dat er wel al iets gebéurt met een kind. Ook al wacht een kind op een volgende stap in het proces, belangrijk is dat er al wel passende hulp geboden wordt en dat een kind en het gezin niet zit te wachten. Hiervoor zijn de gemeentes aan zet. Zij zijn de financier van alle jeugdhulp. Wij zitten in de tweede lijn, zijn er voor de gedwongen maatregelen, en kunnen adviseren. Maar ook de RvdK moet beter gaan presteren. Ik ben natuurlijk wel van de tijds- en doelafspraken, dus dat er eerder, sneller en beter hulp geboden moet worden moge duidelijk zijn.”

'We zijn steeds meer op weg naar ‘intensievere’ samenwerking, meer een netwerksamenwerking'

Hoe is de samenwerking met JenV?

“Goed en vooral ook divers en uitgebreid. Ik bedoel, we raken aan alle kanten aan JenV. We hebben veel contact met het OM voor de civiele en strafrechtzaken. Met justitiepartners sluiten we aan bij zogenaamde ZSM-tafels. We werken samen met Bureau HALT en de diverse beleidsdepartementen. De laatste jaren merk ik trouwens dat waar eerder de afspraken tussen ketenpartners schoorvoetend en op basis van vrijwilligheid werden genomen, die nu steeds vaster zijn. We zijn steeds meer op weg naar ‘intensievere’ samenwerking, meer een netwerksamenwerking. En we willen ook steeds ‘scherper’ samenwerken. In efficiëntie kunnen we namelijk ook nog wel een slag slaan. Maar we staan allemaal onder druk. Overal zijn flinke tekorten en de arbeidsmarkt is ook nog eens lastig. We vissen allemaal in dezelfde, krappe jeugdprofessionalvijver.” 

Niet snel, maar grondig

”Juist dit vind ik wel een interessant tijdsgewricht om in te werken. Er is geen Quick Fix bij het beschermen van kwetsbare jeugd. Wat er wel nodig is, is visie en beleid en dingen gewoon goed organiseren. Ik begon mijn carrière ooit bij de rechtbank, was leidinggevende bij de jeugdunit waar we de zaken voor kregen die ik nu aan de andere kant van de keten bekijk. Het maakt mijn werk-cirkel in ieder geval mooi rond.”