Tekst Jelle Beijer
Foto Pierre Crom (actiefoto's), Phil Nijhuis
De #Metoo-beweging liet zien dat seksueel grensoverschrijdend gedrag te veel voorkomt en de gevolgen hiervan voor slachtoffers vaak verwoestend en langdurig zijn. De bescherming tegen verkrachting, online en offline seksueel misbruik en seksuele intimidatie moet beter. Om de veiligheid van vrouwen, mannen en kinderen te vergroten moest de strafwetgeving over seksuele misdrijven in lijn worden gebracht met het Verdrag van Istanbul (2016) en beter aansluiten bij de huidige maatschappelijke opvattingen.
Zedenwetgeving raakt iedereen en kan diep ingrijpen in de levens van burgers. Daarom is gekozen de maatschappij breed te betrekken in het wetgevingstraject. Het wetsvoorstel werd eerst als voorontwerp in mei 2020 in consultatie gegeven. Deze tussenstap maakte het mogelijk dat iedereen – adviesorganisaties, maar ook professionals en burgers – in een vroeg stadium kon reageren op de plannen voor de nieuwe wetgeving. Deze kritische maatschappelijke gedachtewisseling heeft geleid tot belangrijke aanpassingen en aanscherping van het wetsvoorstel, met name in de strafbaarstelling van verkrachting. Het nieuwe wetsvoorstel is in maart 2021 voor internetconsultatie voorgelegd. Rondom de internetconsultaties zijn bijeenkomsten georganiseerd, waarbij ketenpartners, Amnesty en een actiegroep van vrouwen, die een verkrachting hebben meegemaakt, met elkaar in gesprek gingen op ministerieel niveau.
Fight, flight én freeze
In het voorontwerp van mei 2020 werd, naast de bestaande delicten aanranding en verkrachting, een nieuw delict ‘seks tegen de wil’ geïntroduceerd. Doel was om de drempel voor strafbaarstelling van onvrijwillige seks en de bewijslast voor slachtoffers te verlagen. Nu kan vaak onvoldoende worden opgetreden in situaties waarin geen geweld is gebruikt of een slachtoffer uit angst ‘verstijft’ of ‘bevriest’.
Vooral dit delict zorgde tijdens de consultatieronde voor veel maatschappelijke discussie. Want ook bevriezen is een natuurlijke reactie naast vechten en vluchten. Wij zwijgt stemt niét toe. Martine Goeman van Amnesty stelde in juni 2020 tegenover Trouw: “Seks zonder instemming is óók verkrachting.”
JenV Magazine sprak met Luuk Esser, vanuit de beleidsdirectie Rechtshandhaving en Criminaliteit beleidsmatig betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe wet, Martine Goeman, die namens Amnesty deelnam aan de gesprekken en Manon Langius, raadadviseur bij de wetgevingsdirectie van JenV.
Gamechanger
Luuk: “Met het wetgevingstraject rondom het wetsvoorstel seksuele misdrijven zoeken we actief de dialoog met de samenleving. We wilden dit heel breed insteken en in een vroeg stadium in gesprek gaan met verschillende organisaties. Vandaar dat het voorontwerp eerst is voorgelegd. Ook het organiseren van bijeenkomsten met de minister en andere rondetafelbijeenkomsten en werkgroepen hoort daarbij. Het traject geeft aan hoe belangrijk we de input vinden.
In gesprekken met ketenpartners, maatschappelijke organisaties, en later ook met de door Amnesty ondersteunde ‘actiegroep van vrouwen die een verkrachting hebben meegemaakt’ kwamen veel reacties op de positie van het slachtoffer en verantwoordelijkheid van de dader. We kwamen erachter dat het niet alleen belangrijk is wat we strafbaar stellen, maar ook welke woorden we gebruiken. Volgens de actiegroep deed de categorie ‘Seks tegen de wil’ geen recht aan wat hen is overkomen.”
De bijeenkomsten met slachtoffers zijn echt een gamechanger geweest, stelt Luuk: “Het was een eyeopener hoe de woordkeuze in het eerste wetsontwerp overkwam op mensen die zijn verkracht. Bij wetgeving waarvoor brede maatschappelijke belangstelling is mag deze werkwijze gewoonte worden.”
Wettelijke vertaling
Manon was als wetgevingsjurist verantwoordelijk voor het voorontwerp en het wetsvoorstel: “We kregen veel adviezen op het voorontwerp. Dat wilden we ook graag. Er kwam een duidelijk kritisch geluid over met name de strafbaarstelling van verkrachting. Tijdens de bijeenkomsten spraken we over wat een goede wettelijke vertaling zou kunnen zijn van de maatschappelijk breed geaccepteerde norm dat seks altijd gelijkwaardig en vrijwillig hoort te zijn. Hiervoor zijn door verschillende partijen waardevolle suggesties gedaan over hoe de strafwet er op dit punt uit zou kunnen zien. Dankzij de bijeenkomsten en de adviezen uit de voorconsultatie hebben we het wetsvoorstel op een goede manier verder kunnen brengen. Ook over de strafbaarstelling van seksuele intimidatie bleken veel uiteenlopende standpunten te leven. Het is nuttig om meer inzicht te krijgen in de verschillende perspectieven als slachtoffers en de strafrechtketen bij elkaar aan tafel zitten.”
Terug naar de tekentafel
Martine, die namens Amnesty aan tafel schoof, was positief over de gang van zaken: “Het voorontwerp voor internetconsultatie was vrij uniek. De daaropvolgende bijeenkomst was met politie, OM, de rechterlijke macht, advocatuur, iemand vanuit de wetenschap, en het Centrum Seksueel Geweld (de hulpverlening). Het is constructief dat je samen kan brainstormen en aftasten voordat alles vastligt. Met als kanttekening dat Amnesty de enige ngo aan tafel was. De verhouding tussen overheid en ngo’s is dan niet in balans. Ik heb het wel erg gewaardeerd dat er de tijd werd genomen en dat minister Grapperhaus actief deelnam.”
In de tweede internetconsultatie van maart 2021 reageerde Amnesty op het plan om het verkrachtingsdelict aan te passen. “Amnesty is blij met de grote verandering en dat er echt geluisterd is naar de inbreng. Men is heel duidelijk teruggegaan naar de tekentafel en dat is positief.”
Waardevolle maatschappelijke input
Op deze wijze aan slag gaan met een wetsvoorstel – het voorleggen van een voorontwerp, de bijeenkomsten op ministerieel niveau, een tweede maal een wetsvoorstel vrijgeven voor internetconsultatie - heeft waardevolle maatschappelijke input opgeleverd. De reacties op het voorontwerp hebben ervoor gezorgd dat het wetsvoorstel beter aansluit bij de maatschappelijke realiteit. Hierdoor is niet alleen de kwaliteit van de nieuwe wetgeving verbeterd, maar geeft de overheid ook een helder signaal af naar potentiële daders dat seksueel grensoverschrijdend gedrag onacceptabel is. Seks hoort vrijwillig en gelijkwaardig te zijn. Dat is de norm.